Het zal niemand verbazen dat de aanslagen van elf september het buitenlandse beleid van de regering-Bush grondig hebben gewijzigd. En dat ze zich met hun nieuwe eigengereidheid niet erg geliefd maken in de wereld zal de Amerikanen worst wezen.

De VS dreigden vorige week hun veto te stellen in de VN-veiligheidsraad tegen de verlenging van de VN-vredesoperatie in Bosnië als VN-troepen – lees: Amerikaanse troepen – geen onschendbaarheid krijgen voor het pas opgerichte Internationale Strafhof in Den Haag. Dat was een logische maar ook veelzeggende stap in de ontwikkeling van de nieuwe Amerikaanse buitenlandse politiek. Ook al werd achteraf een regeling getroffen en viel het allemaal wel mee: de Bosnië-operatie kan doorgaan, Washington bedoelde het zo kwaad niet, het kind kan een andere naam krijgen, enzovoorts.

Maar de vraag blijft: de VS erkennen het Internationaal Strafhof niet en weigeren de notie dat ooit een Amerikaanse onderdaan, lees soldaat, voor welke actie dan ook voor dat hof zou moeten verschijnen. Dat wil niet noodzakelijk zeggen dat minister van Defensie Donald Rumsfeld oorlogsmisdaden plant, al zijn ze in zijn kantoren druk bezig met het uittekenen van een nieuwe oorlog tegen Irak. Het betekent wel dat de VS zich niet aan een internationale rechtspraak willen onderwerpen. Net zoals ze Kyoto dood hebben verklaard, zijn ze bereid de VN-vredesactie op te blazen in naam van de eigen soevereiniteit.

Het is een samenloop van verschillende denksporen. Enerzijds is de Nationale Veiligheidsraad van Condoleezza Rice bezig een nieuw strategisch document op te stellen. Dat moet de internationale filosofie van de regering-Bush formuleren. Na 11 september, daarover is men het eens, zal die filosofie anders luiden dan ervoor. Het gaat niet meer om globale evenwichten – de VS zijn hoe dan ook de enige overblijvende supermacht en zullen dat nog een hele tijd blijven – dus het gaat ook niet meer over containment of ‘machtsindamming’, of zelfs niet over defensie. De Verenigde Staten werden op 11 september aangevallen op het eigen grondgebied, en dat heeft alles veranderd. Dus zeggen mensen als Rumsfeld (die, men vergeet het best niet, uit de regering van Ronald Reagan komt) nu: ‘De beste defensie is de aanval’, en president George W. Bush zei in West Point: ‘Afschrikking – de belofte van massieve vergelding tegen naties – heeft geen betekenis tegen onduidelijke terroristische netwerken die geen natie of burgers te verdedigen hebben. Machtsindamming is niet mogelijk als onevenwichtige dictators over massavernietigingswapens beschikken die ze kunnen lanceren op raketten, of in het geheim aan terroristische bondgenoten leveren.’

Vandaar de notie van de defensieve aanval in het Amerikaanse begrippenarsenaal. Concreet gaat dat nog altijd over de ‘preventieve’ oorlog tegen Irak om Saddam Hoessein te beletten van zijn massavernietigingswapens gebruik te maken. In die zin is het niet meer dan een theoretisch element dat toegevoegd wordt om die oorlog aanvaardbaarder te maken. Of om ongehinderd verder Al Qaeda-cellen te kunnen gaan uitroken of bombarderen – zoals nu in Afghanistan. Het klinkt logisch en zelfs redelijk, gezien vanuit het standpunt van de grootste militaire macht ter wereld. Maar het is moeilijk in overeenstemming te brengen met het internationaal recht. Reden te meer waarom de VS dat Internationaal Strafhof niet willen erkennen.

Maar niet alleen rationele overwegingen gelden. Zelfs voor de aanslag van 11 september, die alle evenwichten omgegooid heeft, was de regering van George W. Bush al onderhevig aan extremistische invloeden van uiteenlopende pressiegroepen. Natuurlijk is daar de joodse, pro-Israëlische lobby, waarvan het zichtbaarste element AIPAC is, het officiële Israël-bureau, dat druk uitoefent waar het maar kan, en met name in het Congres. Maar sinds enige tijd – analisten traceren de veranderingen tot bij Ronald Reagan – zijn ook christelijke fundamentalisten van de Bible Belt, tv-predikanten als Pat Robertson, fanatieke evangelisten en wederdopers, pro-life-fanaten van de anti-abortusbeweging en de grote conservatieve golf van family values-aanhangers in de Republikeinse partij welkom.

MORELE DUIDELIJKHEID

Sindsdien is de partij geleidelijk overgenomen door de conservatief-christelijke rechtervleugel van de Amerikaanse samenleving. Neoconservatieven met niet zozeer isolationistische als wel openlijk ‘imperiale’ opvattingen voeren er het hoge woord in de politiek. En een lang onderschatte stroming is die van de ‘christen-zionisten’, aanhangers van vaak evangelische sekten die zich, wat het Midden-Oosten betreft, strijdbaar opstellen tegen de islam, en – vooral – het recht van Israël op héél Palestina (dus met de Bezette Gebieden erbij) verdedigen op basis van de bijbel: het door God aan de joden beloofde land. Het spreekt vanzelf dat deze strekking inzake de Midden-Oostenpolitiek van de VS naadloos aansluit bij de pro-Israëllobby.

Op die manier kwam George W. Bush, wou hij de belangen van de VS in het Midden-Oosten beschermen, misschien ongewild in het kruisvuur van verschillende fundamentalisten te staan. Kon hij Israëls sabelslijper Ariel Sharon intomen, en het door de Saudische kroonprins Abdallah aangereikte vredesplan een kans geven, dan kreeg hij onmiddellijk van zijn rechterzijde het verwijt toegeworpen dat hij zijn ‘morele duidelijkheid’ verloren had. Morele duidelijkheid betekent in die kringen kritiekloosheid ten opzichte van Israël. Deed hij alsof hij dat niet hoorde, kreeg hij hetzelfde voorgeschoteld in het Congres, waar Democraten en Republikeinen in deze materie voorlopig op dezelfde golflengte zitten.

Wijselijk heeft de president dus, wellicht in afwachting van eigen ideeën, de weg van de kritiekloosheid genomen, en van de onbeweeglijkheid in het Midden-Oosten in afwachting van zijn oorlog tegen Saddam Hoessein. Dat hij daarbij geen acht slaat op de vijandige gevoelens die die oorlog in de wereld tegen de VS zelf oproept – gevoelens die aan de basis lagen van de aanslagen van 11 september -, is dan misschien onvermijdelijk geworden. Even onvermijdelijk als een ‘vergissing’ zoals de beschieting van een Pathaans trouwfeest in Afghanistan – en achteraf ‘sorry’ zeggen, en denken dat het daarmee afgehandeld is. Het is alleszins op die manier dat de religieuze fundamentalisten redeneren, die de president van ’s werelds enig overblijvende supermacht gegijzeld houden.

Sus van elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content