Wordt Hillary Clinton de eerste vrouw die het Witte Huis verovert? Of zal seksisme roet in het eten gooien? ‘Dat Donald Trump zo populair is, bewijst dat veel mannen het gehad hebben met het feminisme.’

In 2008 kwam Hillary Clinton een eerste keer dicht bij het presidentschap. In de Democratische voorverkiezingen werd ze uiteindelijk nipt verslagen door huidig president Barack Obama. De bekende Amerikaanse journaliste Katie Couric beweerde toen dat Clinton niet rechtvaardig was behandeld. ‘Seksisme’, zo zei Couric, ‘is nog steeds wijdverspreid in Amerika. Zeker in de media.’

Was die kritiek terecht? Regina Lawrence is professor journalistiek aan de universiteit van Oregon en auteur van Hillary Clinton’s Race for the White House: Gender Politics and the Media on the Campaign Trail (2010). Onlangs was ze op uitnodiging van de Universiteit Antwerpen in ons land. Lawrence doet onderzoek naar de rol die gender tijdens de verkiezingen speelt.Ze wijst erop dat Clinton altijd geworsteld heeft met haar vrouwelijkheid.

‘Tijdens de presidentsverkiezingen van 2008 voerde Hillary campagne als een soort nepman’, legt Lawrence uit. ‘Dat lag deels aan haar campagnestaf. Clinton was een van de eerste vrouwen die kans maakten op het presidentschap, en haar campagneleider wist niet hoe hij daarmee om moest gaan. De algemeen geaccepteerde wijsheid was dat je gender niet te veel onder de aandacht moest brengen: zo mochten vrouwen hun kinderen niet meebrengen naar een campagne-evenement.

‘Bovendien is Clinton zelf volwassen geworden tijdens de tweede feministische golf. Die feministes beklemtoonden dat ze gelijk waren aan mannen en daarom dezelfde kansen verdienden. Ze wilden hun seksualiteit niet uitspelen. Dat was eeuwenlang de enige manier waarop vrouwen iets konden bereiken en daarmee wilden ze juist breken. Daarom werd Clinton vaak verweten dat ze te mannelijk was. Dat is een groot probleem voor vrouwen in de politiek. Als ze hun vrouwelijkheid beklemtonen – of eigenschappen die vaak als vrouwelijk worden gezien, zoals empathie of emotionaliteit – denken mensen dat ze zwak zijn. Doen ze dat niet, dan zijn ze te viriel en hard.

Heeft Clinton in 2008 verloren omdat ze een vrouw was?

REGINA LAWRENCE: Gender heeft zeker een rol gespeeld, maar het was niet doorslaggevend. Clinton heeft toen geen goede campagne gevoerd. Bovendien was Barack Obama een uniek politiek talent, met een uitzonderlijke positie als zwarte man.

Pakt Clinton het genderthema nu anders aan?

LAWRENCE: Ze legt er niet al te veel nadruk op, maar ze zégt nu vaker dat ze een vrouw is en dat ze daardoor een aantal andere inzichten heeft.

Daarnaast is de context veranderd. Zo heeft het Hooggerechtshof het homohuwelijk gelegaliseerd en heb je veel meer vrouwelijke rolmodellen, bijvoorbeeld in films. Door zulke dingen is de kijk op gender veranderd. Dat zie je ook bij politieke partijen. Lange tijd slaagden die er niet in om vrouwen klaar te stomen voor topfuncties. Vrouwen zijn meer geneigd om af te wachten tot iemand hen een topfunctie aanbiedt en eisen zelden zelf hun plaats op. Maar dat is nu aan het veranderen.

Veel nieuwe vrouwelijke politici zijn bovendien niet bang om te tonen dat ze ook moeder en echtgenote zijn. Ze zeggen: ‘Ja, ik ben een mama, maar dat maakt van mij alleen maar een sterkere leider.’ Een goed voorbeeld is Gina Raimondo, de Democratische gouverneur van Rhode Island. Ze gebruikt sociale media om haar standpunten duidelijk te maken, maar ze schrijft er ook dingen als: ‘Ik heb mijn kind moeten helpen bij zijn huiswerk. Dat was moeilijker dan ik me herinnerde.’ Of: ‘Vanavond heb ik eindelijk nog eens kunnen koken voor mijn gezin.’

Feministes beweren dat vrouwen vaker afgerekend worden op hun uiterlijk. Klopt dat ook voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen?

LAWRENCE: Ik ging daar aanvankelijk ook van uit. Maar in 2008 bleek er in de mainstreammedia niet meer aandacht besteed te worden aan het uiterlijk van Clinton dan aan dat van haar mannelijke concurrenten.

Toch moeten vrouwen nog steeds aan hogere standaarden beantwoorden. Mannen dragen zelden make-up, maar als een vrouw dat niet doet, denken mensen dat ze onprofessioneel of onvoorbereid is. Of neem Bernie Sanders, dit jaar de voornaamste Democratische tegenkandidaat van Clinton. Ook hij moet in zekere mate rekening houden met zijn uiterlijk. Zo liep hij in het begin van de campagne nogal voorovergebogen, maar zijn adviseurs hebben hem er gaandeweg van overtuigd dat hij meer rechtop moest staan. Desondanks geeft hij een nogal verwaaide indruk en steekt zijn haar alle kanten op. Daar zou Clinton nooit mee wegkomen.

Zijn er nog manieren waarop Clinton het moeilijker heeft omdat ze een vrouw is?

LAWRENCE: In 2008 werd ze vaak ‘Hillary’ genoemd in plaats van ‘senator Clinton’. Dat is een algemene tendens: vrouwen worden vaker bij hun voornaam genoemd en niet bij hun officiële titel. In 2008 was dat wel voor een deel haar eigen keuze. Op haar reclameborden stond ‘Hillary’ omdat ze zich wilde onderscheiden van haar man (voormalig president Bill Clinton, nvdr). In dat opzicht is ze een uitzonderlijk geval: ze is bekend geworden omdat ze ‘de vrouw van’ was.

Toch was ze een erg onconventionele first lady. Toen Bill in 1992 presidentskandidaat was, zei hij vaak: ‘Als je voor mij stemt, kies je voor ons allebei.’ Hij beklemtoonde dat zijn ‘sterke, intelligente vrouw’ een troef zou zijn in het Witte Huis. Ze heeft toen een politieke rol opgeëist en meegewerkt aan een aantal wetsontwerpen. Dat is uniek. Zelfs Michelle Obama, die duidelijk erg slim en daadkrachtig is, heeft dat niet gedaan.

Heeft Hillary de schaduw van Bill nu definitief afgeworpen?

LAWRENCE: In 2008 voerde Bill actief campagne voor haar, in de hoop dat zijn naambekendheid en politieke talent zouden helpen. Dat bleek niet het geval. Integendeel, waarschijnlijk heeft hij haar kandidatuur geschaad. Nu blijft hij veel meer op de achtergrond. Maar dat gebeurt niet enkel om strategische redenen. Tijdens de eerste regering-Obama was Clinton een bijzonder invloedrijke minister van Buitenlandse Zaken. Sindsdien is ze niet meer de ‘first lady’ maar wel ‘mevrouw de minister’.

Worden progressieve vrouwen anders behandeld dan conservatieve vrouwen? In 2008 werd Sarah Palin, de running mate van presidentskandidaat John McCain, met de grond gelijkgemaakt.

LAWRENCE: Werd ze zo hard aangepakt omdat ze een vrouw was, of omdat ze totaal niet geschikt was? Dat is altijd moeilijk te bepalen. Democratische vrouwen hebben het waarschijnlijk iets makkelijker, want progressieve kiezers hechten minder belang aan genderonderscheid. Anderzijds hebben conservatieve vrouwen het voordeel dat kiezers ervan uitgaan dat ze harder zijn.

U zegt dat de genderopvattingen voor vrouwen in positieve zin zijn veranderd. Maar wat met de Republikeinse kandidaat Donald Trump? Hij gedraagt zich als het ultieme alfamannetje. Bewijst zijn succes dat heel wat mannen het gehad hebben met het feminisme?

LAWRENCE: Ik denk het wel. Trump belijdt een heel ouderwets, schaamteloos soort mannelijkheid waarbij hij vrouwen graag kleineert. Dat zo veel blanke mannen voor hem stemmen, bewijst dat die aanpak een deel van het electoraat aanspreekt. Maar ik denk niet dat de genderkwestie een doorslaggevende rol zal spelen bij deze verkiezingen.

DOOR JELLE DEHAEN

‘Ze zégt nu vaker dat ze een vrouw is en dat ze daardoor een aantal andere inzichten heeft.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content