De vis vergeet de zee

Drie seconden. Zo lang onthoudt een vis de zee. Toch is het in de zee dat hij rondzwemt. (Tegenwoordig kent de wetenschap vissen meer harde schijf toe, hun geheugen zou langer dan drie seconden ver strekken. Never mind, het is het beeld dat telt.)

Zoals een vis in de zee, zo zwemt een mens rond in de tijd. De tijd is dan voor de mens wat de zee is voor de vis. Altijd en overal. Maar anders dan de vis van de zee heeft de mens weet van de tijd – meer zelfs, hij kan hem meten. Alleen krijgt hij er geen vat op. ‘Een deel van de tijd wordt ons afgenomen, een ander deel stroomt weg’, schrijft Seneca in een brief aan Lucilius. Dat is wat we de tijd verwijten. Hij vliegt vooruit en geen terugkeer mogelijk.

Kent u Kairos? Hij is een mooie jongeman met vleugels op zijn rug en aan zijn voeten. Hij draagt een weegschaal. Kaal, op een lange haarlok na. Die hangt tot over zijn voorhoofd. Als hij langskomt, moet je die lok grijpen. Mis je, dan is je kans verdwenen. De Duitse romancier Herbert Achternbusch adviseerde: ‘Je hebt geen kans, maar grijp ze.’

Kairos is de Griekse god van het juiste ogenblik. Van de inspiratie, de creativiteit, de verandering. Hij is de jongste zoon van Zeus. De kleinzoon van Chronos. Deze laatste heeft een zandloper en een zeis.

Chronos en Kairos waren in de oudheid de twee gezichten van de tijd. Opa de kwantitatieve tijd. Kleinzoon de kwalitatieve. Tussen die twee moest je het evenwicht vinden. De balans. Vandaar de weegschaal.

Het evenwicht is zoek. We hebben de tijd misbruikt. De seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren vorderen niet vlugger dan vroeger. Wat versnelt, zijn wij. Augustinus doorgrondde vierhonderd jaar geleden al dat de mens de maat van alle dingen is. Hij poneerde: ‘Wij zijn de tijd.’

Terwijl we versnellen, vergeten we iets. Of beter: iemand. Onszelf. Onze ziel kan niet volgen. Ze heeft een trager tempo. Na een lange voettocht houden Aboriginals halt, een paar uur voor ze hun bestemming bereiken. Zo krijgt hun ziel de tijd om aan te sluiten.

Zoveel inzicht en zelfkennis heeft de moderne mens niet. Hij bezondigt zich aan communicatie inrealtime tussen ver uit elkaar gelegen punten. Van die exponentieel versnellende invasie van globale gelijktijdigheid zijn we zowel de dader als het slachtoffer. We maken de aanval van het heden op de rest van de tijd mee. En geven zowel ons verleden als onze toekomst prijs. Het heden berooft het verleden van zijn waarde ( bijvoorbeeld, verwoest de natuurschatten die in die loop van miljoenen jaren werden opgestapeld), en verbruikt almaar meer toekomst – morgen is al lang bezig – en belast het met zijn afval.

We hebben de tijd het bevel gegeven. Het bevel over ons. Maar als tijdverlies nu eens luxe zou blijken? In drie seconden vergeet de vis de zee. Zou hij daarom dom zijn?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content