De Wetstraat heeft geen enkele invloed op het kiesgedrag van de stedeling. Daarom moet de CVP zich weer aan de basis, in de stadswijken, organiseren. Dat zegt Leo Cox.

Het heeft geen zin om bij CVP-voorzitter Marc Van Peel de poten onder zijn stoel weg te zagen. Het heeft evenmin zin om te debatteren over de christelijke waarden van de CVP. Waar het op aankomt, is van de CVP opnieuw een volkspartij te maken die weer aansluiting zoekt bij de populaire buurten in, vooral, de steden. Het ACW speelt daarbij een belangrijke rol, maar de CVP moet de teugels in handen nemen.

Dat zegt Leo Cox, de gewezen politiek secretaris van Agalev, die enkele jaren geleden met Paul Staes naar de CVP overstapte. Cox is adviseur op de EVP-fractie in het Europees parlement. In Antwerpen begeleidt hij jongere CVP’ers als gemeenteraadslid Nahima Lanjri. Die behaalde bij de jongste parlementsverkiezingen meer stemmen dan burgemeester Leona Detiège (SP).

Het gesprek begint en eindigt bij de christelijke arbeidersbeweging van het ACW.

Leo Cox:Jos Geysels (de politiek secretaris van Agalev) heeft altijd naar het ACW gelonkt. Dat is nu gedeeltelijk gelukt bij de kiezers. Maar mochten de groenen meeregeren, dan zouden ze ondervinden dat het veel moeilijker is om de bureaucratie van het ACW voor zich te winnen. Al in mijn tijd bij Agalev vond ik dat het ACW bij de CVP moest blijven. Agalev kon dan op de vleugels van dat sterke centrum spelen, zonder de basisstructuren van de CVP uiteen te slaan.

Dat is een wat vreemde stelling voor een Agalev’er.

Cox: Een politicus is niet alleen verantwoordelijk voor de eigen partij, maar voor de samenleving in haar geheel. De drie traditionele partijen – liberalen, christen-democraten en socialisten – kunnen de politieke stabiliteit verzekeren, terwijl op hun flanken bewegingen als Agalev of desnoods het Blok hun rol spelen. Vanuit die visie vind ik het gevaarlijk dat de christelijke arbeidersbeweging op hol slaat en zich niet meer in de CVP herkent. Van die instabiliteit profiteren de radicalen. Dat kan voor mijn part Guy Verhofstadt (VLD-voorzitter) zijn of, vanzelfsprekend, uiterst rechts.

Uiterst rechts won andermaal de verkiezingen.

Cox: Er zijn grosso modo drie groepen in deze samenleving: de middenvelders die in onder meer de ACW-structuren hun brood verdienen, de tweeverdieners die het behoorlijk stellen, en de groter wordende groep van mensen die niet mee kunnen of niet mee willen draaien in de rat race. Deze laatsten zijn de mistevreden foert-stemmers voor wie alleen het Blok nog enig soelaas biedt.

Tussen die groepen zijn de contacten beperkt, zegt u.

Cox: Ja, en zeker wanneer de grote partijen blijven achteruitgaan, laat dat gebrek aan interactie alle mogelijkheden open. De formateurs moeten ook oog hebben voor een stabiele oppositie. De jongste vier jaar verkondigden oppositiepartijen als VLD en Agalev namelijk vooral dat ze klaar waren om te besturen.

Het Blok heeft dus gelijk als het beweert dat het de enige echte oppositiepartij is?

Cox: Daarin hebben de Blokkers inderdaad gelijk. Destijds zei ik bij Agalev: we moeten niet professionaliseren om een regeringspartij maar om een bekwame oppositiepartij te worden. Oppositie voeren is in een democratie essentieel en is geen blijk van onmacht. In Duitsland speelt het CDU momenteel zijn rol als oppositiepartij. Van extreem-rechts is er geen sprake, en dat in een land met een zekere geschiedenis. Daarom vind ik een regering met liberalen, groenen, VU en SP gevaarlijk.

Dat is het bed spreiden voor het Blok?

Cox: Voor het Blok, of voor een centrumrechtse beweging naar CDU-model. Vergeet niet dat daarvoor in Vlaanderen ruimte is. Dat wil de linkerzijde wel eens vergeten.

Daarvoor bent u bang?

Cox: Het leefmilieu is er in Duitsland onder de centrumrechtse CDU van Helmut Kohl niet op achteruitgegaan en de Duitse groenen blijven een partijtje van zes, zeven procent. Als ecologist zou ik er dus kunnen mee leven dat de CVP naar centrumrechts evolueert. Als ACW’er betreur ik dat het ACW, dat toch ook een politieke visie vertegenwoordigt, alle richtingen uitgaat. Maar vergeet niet dat er zich in het Europees parlement een tweestromenland ontwikkelt. Aan de ene kant groeit er een rood-groen en links-liberaal blok. Aan de andere kant staat centrumrechts met de Partido Popular en de CDU. Er zijn trouwens nog alleen christen-democraten in de Benelux en in mindere mate in Oostenrijk, want die werken ook al volgens de CDU-lijn. Misschien is dat tweestromenland een voorbode en is ons coalitiesysteem in een gefragmenteerde samenleving niet duidelijk genoeg. Een coalitie met zes, zeven partijen in een klein land als België is misschien wel slecht voor de democratie.

Een vierpartijenregering op Vlaams niveau leidt ook tot de verrechtsing van de CVP.

Cox: Als de CVP in de oppositie komt, schuift ze op naar centrumrechts. Per definitie. Nogmaals, op zich is dat niet erg. Als het Vlaams Blok maar wordt aangepakt. Want wat gaat er volgend jaar bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen gebeuren? Als we groen-links op extreem-rechts loslaten, terwijl de traditionele partijen toekijken, dan voorspel ik u nu al de afloop. Bij de jongste parlementsverkiezingen speelde het dioxineschandaal in de kaart van de groenen. Als er zich volgend jaar incidenten voordoen die in het voordeel zijn van het Blok, wie gaan de partijen dan in stelling brengen? Leona Detiège? Robert Voorhamme?Mieke Vogels zelfs?

De grote partijen hebben onvoldoende aandacht voor de steden?

Cox: De CVP beraadt zich onvoldoende over wat er gebeurt in Antwerpen, Gent of Mechelen. De partij vertrekt nog te veel vanuit het bronsgroen eikenhout en schijnt niet te beseffen dat de Antwerpse CVP-afdeling helemaal anders moet worden georganiseerd dan de afdeling van Hasselt of Peer.

Wat is het probleem?

Cox: We vissen in Antwerpen met vier partijen in dezelfde vijver. Agalev, CVP, VLD en zelfs de nieuwe SP mikken allemaal op de betere groepen in de betere buurten. Intussen verloederen andere stadswijken. Die verloedering zit niet zozeer in het uitzicht van die wijken. De verloedering zit in het hoofd van de Antwerpenaren die hun stad niet meer herkennen en daar kwaad en pissig van worden. Veel politici of bemiddelde Antwerpenaren kijken op die mensen neer, van zie ze daar lopen, de hondenpoep-Antwerpenaren! Als de CVP een volkspartij wil blijven, moet ze zich ontfermen over die groep have-nots die vooral in de steden snel uitbreidt. Nu kunnen deze mensen alleen in het stemhokje van zich laten horen en dat doen ze dan ook. Al jaren.

De triomfalistische verkiezingscampagne van de CVP was niet aan hen besteed.

Cox: Die campagne was gericht op de groep kiezers die het goed heeft. We moeten zeggen: sommigen hebben het goed, maar we nemen het ook op voor de hondenpoepburger. Op hem wordt nu verschrikkelijk neergekeken. In de ogen van velen is dat het plebs.

Vroeger hadden de partijen met hun dienstbetoon antennes in de wijken en meer contacten met de bevolking.

Cox: De afschaffing van het politiek dienstbetoon was een echte ramp voor de steden. Het dienstbetoon is een verplichting voor iedere partij: elk gemeenteraadslid en elke schepen, bestendig afgevaardigde of minister moet in zijn stad aanwezig zijn. Politici zouden permanent huis- en marktbezoeken moeten afleggen en niet alleen vlak voor de verkiezingen.

Dat geldt zeker in de steden?

Cox: In mijn straat in Antwerpen wonen aan de ene kant de rijkeren. Zij kunnen het zich veroorloven om 30.000 frank huur per maand te betalen. Aan de andere kant van de straat zijn de huizen verkrot. Daar wonen Antwerpse bejaarden en Polen, Afrikanen en Marokkanen. De straat zelf vormt een corridor tussen Borgerhout en een aantal Marokkaanse vzw’s in de Kruikstraat. Dat geeft dag en nacht lawaai en kleine incidenten. Zo zijn er veel straten in Antwerpen. Maar zien we daar ooit een politicus? Als zelfs ik dat als een gemis ervaar, wat betekent dat dan voor de bejaarden die al vijftig jaar in deze straat wonen? Die mensen hebben geen politici meer, die horen alleen iets van het Blok dat voor de gewone man opkomt. Conclusie: voer het dienstbetoon opnieuw in, maar niet dat oude paternalisme van ik zal u aan een jobke of een woning helpen. Neen, politici moeten weten wat er leeft en onze straten en wijken weer veilig maken. Want daarover gaat het bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2000 opnieuw.

Na meer dan tien jaar regeren ontdekt de SP tijdens de huisbezoeken dat de pensioenen te laag zijn.

Cox: Die groep van have-nots beperkt zich niet tot de werklozen. Mijn vader is een gepensioneerd mijnwerker. Hij heeft een redelijk goed pensioen maar is bang dat daaraan wordt geknaagd of dat hij straks in een rusthuis terechtkomt, dat niet kan betalen en een last voor de familie wordt. Hij en zovele anderen voelen zich door de politiek verlaten. Hoeveel politici zetten overigens nog een voet in een bejaardenhuis? Het is alsof bejaarden niet meer bestaan zodra ze uit het straatbeeld zijn verdwenen. Elke politicus moet zich voor deze mensen inzetten. Dat is dienstbetoon.

Maatschappelijk engagement was destijds een voorwaarde om lid te worden van Agalev.

Cox: Precies. Met dat verschil dat Agalev een elitepartij is en zich dus meer kan permitteren dan de CVP.

De partijen zouden wijkkantoren kunnen openen.

Cox: De partij moet daarin investeren. We moeten ook de mensen die zich op wijkniveau inzetten, politiek belonen bij de lijstvorming. De Wetstraat heeft namelijk geen enkele invloed op het kiesgedrag van de gemiddelde Antwerpenaar. Marc Van Peel zag dat bijtijds in en voerde intensief campagne in de stad. Met succes. Hij zou nooit 30.000 voorkeurstemmen gehaald hebben, als hij in de Wetstraat was gebleven. Van Peel trekt volgend jaar de CVP-lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Hij moet bij wijze van spreken morgen zijn campagne voor 2000 beginnen. Als hij zich als nationaal CVP-voorzitter op wijkniveau doet gelden, kunnen we volgend jaar het tij keren. Veel Antwerpenaren waren de voorbije campagne aangenaam verrast dat Van Peel met veel enthousiasme hun markten en straten bezocht.

Het is ver gekomen dat de mensen al blij moeten zijn omdat ze hun volksvertegenwoordigers zien.

Cox: Het volstaat niet om vanop uw fiets naar de mensen te wuiven zoals Mieke Vogels dat soms doet. Ik maak er enigszins een karikatuur van, maar dat brengt mensen niet samen, dat verzoent de haves en de have-nots in onze samenleving niet. Ik geloof dat de CVP hier wél een grote rol kan spelen. Maar dan moet de partij zich op wijkniveau organiseren. De intellectuelen in de CVP discussiëren graag over de “C” van christelijk. Mij lijkt een debat over de “V” van volk veel relevanter. Een Wetstraatpartij alleen volstaat niet.

En dan maakt het niet uit of die partij in de oppositie of in de meerderheid zit?

Cox: Neen. Het CDU heeft even goede contacten met de boeren, de arbeiders en de middenstanders als de CVP. Maar het CDU stelt zelf zijn lijsten samen, schrijft zijn programma en beslist zelf of het in de regering stapt of niet.

De CVP niet dan?

Cox: Natuurlijk niet.

U heeft het over het middenveld, de nieuwe elite en het volk. Zegt u nu dat ook het ACW het volk niet bereikt?

Cox: In de steden bereikt het ACW de mensen via de uitstekende dienstverlening van, bijvoorbeeld, de Christelijke Mutualiteiten. Maar het ACW rekruteert geen mensen voor de christen-democratie. Hetzelfde geldt voor de vakbeweging. Toen ik nog in een Limburgse mijnwerkerscité woonde, rekruteerde de KWB voor de CVP-lijsten. Dat gebeurde letterlijk op de straat. In een almaar meer verstedelijkte samenleving verliezen organisaties als ACW en NCMV hun maatschappelijke rekrutering. Daardoor evolueert de CVP verder naar een Wetstraatpartij. Maar de Wetstraat rekruteert geen kiezers én geen nieuw politiek personeel. De Wetstraat trekt alleen professionele mensen uit het middenveld aan. Dat is een soort politieke recycling die de partij verzwakt.

U wil dat de CVP met de steun van het ACW opnieuw een volkspartij wordt.

Cox: De partij is vleugellam. De linkervleugel met de ACW-structuren is gebureaucratiseerd en kan vanuit de macht van het middenveld geen centrumlinkse koers varen. De rechtervleugel met Boerenbond, NCMV en onafhankelijken is niet georganiseerd en mist een politiek platform.

De twee vleugels versterken de CVP niet.

Cox: Elke partij wint de verkiezingen op de vleugels. Maar de vleugels van de CVP zijn niet actief. Ze leggen elkaar alleen lam, beloeren elkaar voor plaatsen op lijsten, in kabinetten of in administraties en verzwakken zo al dertig jaar de partij. De CVP moet nadenken hoe ze weer tot een strijdlustige partij kan uitgroeien. Het gaat er dan niet over of de partij in de regering komt of niet, en ook niet of ze 25 dan wel 27 procent van de stemmen behaalt. Het gaat erom dat de CVP onvoldoende maatschappelijke ambities heeft, geen programma formuleert dat grote groepen in de samenleving aanspreekt, zoals Leo Tindemans terecht opmerkt. Het verkiezingsprogramma komt tot stand uit een vloedgolf van teksten van belangengroepen. Dat zijn compromissen van compromissen, waaruit geen politiek programma voortkomt. De partij moet ook nadenken of de selectie van het politiek personeel tot de standen kan worden beperkt.

Het gaat dus over de verhouding tussen standen en partij?

Cox: Momenteel bepaalt het middenveld de koers van de partij. Pas als de CVP de touwtjes weer in handen neemt, kan ze uitgroeien tot een volkspartij. Kan ze dat niet, zal ze een centrumrechtse CDU-koers varen.

Wat draagt uw voorkeur weg?

Cox: Als ACW’er, christen-democraat en ecologist gaat mijn voorkeur uit naar de operatie volkspartij. Het ACW kan daarin, bovenop zijn performante dienstverlening, een rol spelen als maatschappelijk militante beweging. Bob Gijs (de onlangs overleden Antwerpse ex-senator) kwam al in 1981 met zijn werkgroep tot het besluit dat de CVP opnieuw een volkspartij moest worden. De werkgroep strandde op de uitvoering van de conclusies. Misschien moet een nieuwe werkgroep-Gijs de partij nog eens doorlichten, waarom niet onder het voorzitterschap van Jean-Luc Dehaene. Dehaene is een sterke figuur naar wie én CVP én ACW luisteren en wellicht de enige die de brug tussen partij en middenveld kan slaan.

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content