Jo Lernout en Pol Hauspie zien het groots. Naast de net geopende Flanders Language Valley in Ieper willen de vermaarde spraaktechnologen nog negen andere bedrijvencampussen in het leven roepen. Die campussen moeten in economische regio’s over de hele wereld komen te liggen: Zuid-Amerika, de Oost- en Westkust van de Verenigde Staten, Midden-Oosten, Japan, Afrika, Azië, Centraal en Noord-Europa. Die zogenaamde Sail Ports zullen in verbinding staan met de “moeder-port” in Ieper. Bedoeling is om technologiebedrijven in het buitenland te helpen bij het zoeken naar financiering, alsook infrastructuur en diensten aan te bieden. ‘Egoïstisch altruïsme’, zo omschrijven de ondernemers hun plannen, in die zin dat ze een belangrijke economische return verwachten, al was het maar in de stijging van de aandelen van hun bedrijf. Voor de eerste twee “ports”, in het Noorse Voss en in Singapore, zijn de contracten al ondertekend.

Om hun ambitieus project waar te maken, pompen Lernout en Hauspie tien miljoen dollar – eigen geld, dus geen kapitaal uit het bedrijf L&H Speech Technology – in elk van de centra. Bij plaatselijke privé- en overheidsinstanties moet nog eens tien miljoen dollar bij elkaar worden gesprokkeld, kwestie van met een stevige financiële basis van start te gaan. S.AI.L Trust, de vzw die is opgericht om de uitbouw van het bedrijvennetwerk te ondersteunen, wordt voorgezeten door Jean-Luc Dehaene.

De voormalige premier wordt verondersteld om met zijn internationale reputatie en relaties deuren te openen voor Lernout en Hauspie. Oorspronkelijk zagen de twee Ieperse ondernemers de functie als een voltijdse baan, maar Dehaene wilde enkel in de boot stappen als hij het voorzitterschap mocht combineren met andere functies. “In de Verenigde Staten gaat men soms te ver in de kruisbestuiving tussen publiek en privé, maar wij denken integendeel te veel in hokjes”, verdedigt Dehaene zich. Feit blijft: de oprichting van Sail Ports in het buitenland is een zeer intensieve bezigheid. “Op bepaalde ogenblikken wel, en het is duidelijk dat ik mij daar dan ook volledig voor zal inzetten. Het is echter ook duidelijk dat dit perfect kan worden gecombineerd met andere opdrachten. Eén voorbeeld: sinds ik mijn rapport gemaakt heb voor Romano Prodi over de uitbouw van de Europese Unie, word ik op verschillende plaatsen in Europa gevraagd om daarover te praten. Wel, als ik daar toch ben, kan ik ook contacten leggen voor Lernout & Hauspie.”

In ’94 keurde de Vlaamse regering de nota “Clusterbeleid” goed, waardoor bedrijven zich op verschillende vlakken konden samenvoegen. Achteraf gezien bleek die nota helemaal afgestemd op wat nu Flanders Language Valley is. “Wat mij vooral sterk motiveert”, aldus Dehaene, “is dat Belgische bedrijven centra worden van internationale ontwikkeling. In de informatiemaatschappij wordt mogelijk wat in de industriële maatschappij niet lukte.” De vallei in Ieper (eigenlijk geen vallei, maar goed) zorgt ook voor werkgelegenheid in de streek. Lernout en Hauspie mikken op tweeduizend plaatsen binnen de twee jaar. Dat betekent een instroom van werknemers uit andere streken, maar is er eigenlijk plaats genoeg om die mensen te huisvesten? Dehaene: “Dat is de uitdaging voor de streek: voor huisvesting zorgen voor inwijkelingen, zonder de eigenheid te verliezen. Het komt erop aan om aan sociale verkaveling te doen, want anders rijzen de grondprijzen uit de pan.” Als we mensen uit de omgeving mogen geloven, zijn die grondprijzen de laatste paar jaar verdrievoudigd. Dehaene: “Sociale verkaveling is precies een antwoord op die evolutie: de overheid koopt de gronden en verkoopt ze vervolgens zonder daar winst op te maken.”

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content