Het Engels wint ook in Centraal-Europa terrein als nieuwe gemeenschappelijke taal. Waarom moeten de andere wereldtalen het onderspit delven?

In de zeventiende eeuw spraken geleerden uit Centraal-Europa nog Latijn met elkaar. In het midden van de negentiende eeuw werd de handigste gemeenschappelijke taal voor de reiziger in Mitteleuropa Duits. Dat was de taal van de Habsburgse monarchen, die heersten over de Hongaren, de Tsjechen en vele anderen. Een dikke eeuw later werd de dominante voertaal Russisch.

In de eenentwintigste eeuw sluipt een nieuwe taal via het onderwijssysteem, de zakenwereld en de politieke elite de regio binnen. Het Engels. Drie op de vier studenten, van de Baltische Zee tot de Balkan, leert nu Engels op de middelbare school.

De meeste Centraal-Europese landen werden net lid van de Europese Unie of wachten op hun lidmaatschap. En met hun toetreding tot de Unie is de overheersende positie van het Engels als taal voor de hele Europese Unie aan het versterken. In Centraal-Europa, net als in de rest van de wereld, is de kennis van Engels een basisvaardigheid geworden – zoals het autorijden of het gebruiken van een pc.

Internationale werktaal

Wat is er gebeurd met de andere grote talen? De meerderheid van de Centraal-Europeanen begon het gebruik van het Russisch te mijden omdat het de taal van de afgewezen communistische ideologie was. De Baltische staten herbergen grote minderheidsgroepen die het Russisch als moedertaal hebben en die een bloeiende Russische cultuur koesteren. Daar blijft het Russisch nog steeds de op één na meest gestudeerde buitenlandse taal. Maar in Polen en Slowakije staat het maar op de derde plaats. In Hongaarse en Tsjechische scholen wordt het zelfs nauwelijks geleerd.

Bij oudere Centraal-Europeanen, die tijdens de communistische periode studeerden, blijft het Russisch wel de voertaal. Dus ook – ironisch genoeg – bij de nieuwe generatie politici die het communisme hielpen verdrijven. Door hun komst in het Europees parlement hoor je nu ook Russisch gefluister in de wandelgangen.

Veel verrassender voor Centraal-Europa is het gematigde enthousiasme voor het Duits. In het communistische tijdperk was die taal in het onderwijs even wijdverspreid als het Engels, omdat het de taal was van een gelijkgestemd land, Oost-Duitsland. En in het postcommunistische tijdperk was Duitsland de grootste exportmarkt voor Centraal-Europa en een belangrijke investeerder in de regio. Maar enkel in de Tsjechische republiek, Hongarije en Slowakije komt het aantal scholieren dat Duits studeert, in de buurt van het aantal dat Engels leert. Duits is nergens de populairste keuze. De Duitse taal is aan het wegkwijnen. Gedeeltelijk omdat Duitsland te verlegen was om zijn taal en cultuur te promoten in een regio die verwoest werd door Hitlers oorlog.

Frankrijk heeft nooit last gehad van culturele verlegenheid of bescheidenheid. De Fransen hebben altijd veel culturele diplomatieke inspanningen geleverd. Prachtige Franse culturele centra sieren dan ook de hoofdsteden van de Centraal-Europese regio. Het meest recente zal in oktober in Riga, de hoofdstad van Letland, worden geopend. Maar de bewondering voor de Franse cultuur liet zich niet vertalen in een wijdverspreid gebruik van de Franse taal. Enkel in Roemenië, waar de moedertaal ook Romaanse wortels heeft, is Frans populairder dan Engels.

De keuze voor het Engels is beïnvloed door de eisen van de buitenlandse investeerders. De eerste firma’s die oostwaarts trokken, waren Europese bedrijven met internationale ambities. Die gebruikten het Engels al als internationale werktaal. De laatste tien jaar was de grootste directe buitenlandse investeerder in Centraal-Europa het Duitse Siemens AG, een technologie- en telecommunicatiebedrijf. Dat maakte van Engels in 1998 zijn ‘bedrijfstaal’. ‘Duitse bedrijven zijn zeer pragmatisch’, bevestigt Bernhard Welschke, het hoofd van het Europese beleid van de Bundesverband der Deutschen Industrie. ‘Ze gebruiken één taal om zaken te doen, ook al is het niet hun moedertaal.’

Als er één Duitse sector is die hierin beslist wil verschillen, dan is het wel de amusementsindustrie. Door de voorkeur voor Engelstalige producten blijven de exportmogelijkheden van die sector beperkt. Er worden bijvoorbeeld ieder jaar ongeveer 200 miljoen cd’s verkocht in Duitsland. Maar de Duitse muziekgroep die het meeste succes kent in het buitenland, de heavy-metalband Rammstein, verkocht in zijn tienjarige bestaan maar zes miljoen cd’s buiten Duitsland.

‘We blijven achter’, klaagt Björn Akstinat, directeur van het Deutsches Music-Exportbüro, dat de belangen van de Duitse muziekindustrie in het buitenland verdedigt. Hij gelooft dat Centraal-Europa een potentiële expansiemarkt is voor de Duitse cultuur en dat de Duitse regering meer moet proberen om haar cultuur uit te dragen. Zelfs nu zingen sommige niet-Germaanse groepen al in het Duits, zegt Akstinat, verwijzend naar Ich Troje, de groep die Polen vertegenwoordigde tijdens het Eurovisiesongfestival van vorig jaar.

Het pan-Europese debat

De groei van het Engels als lingua franca zal niet noodzakelijk een positieve invloed hebben op de taaltwisten tussen en in bepaalde landen, zoals de Balkanlanden of de Baltische staten. Die twisten gaan vaak eerder over de verdeling van politieke macht tussen rivaliserende gemeenschappen en niet over de taal op zich.

Aan de andere kant kan de evolutie misschien wel een belangrijke invloed hebben op de instellingen van de Europese Unie, en zelfs op de Europese integratie. De Europese Unie erkent de officiële talen van alle landen en vertaalt alle belangrijke openbare documenten in de twintig erkende talen. Maar de staatsambtenaren en commissies in de instellingen van de EU gebruiken de drie grote werktalen: Engels, Frans en Duits. Het Frans is de strijd om het grootste ‘marktaandeel’ allang aan het verliezen van het Engels. En het Duits hinkt hopeloos achteraan. De komst van nieuwe landen, die Engels als voertaal kiezen, zal het Frans nog meer marginaliseren zodat het wellicht op hetzelfde niveau als het Duits zal belanden.

Een toenemend gebruik van Engels in de instellingen van de Europese Unie betekent ook een toenemend gebruik van de taal op de ministeries van de lidstaten. Want ambtenaren spenderen heel wat tijd aan zaken die samenhangen met de EU. Jean François Deniau van de Académie Française, die waakt over het gebruik van de Franse taal, vertelde aan het Franse dagblad Le Figaro dat het Engels zelfs het Frans ministerie van Financiën – ‘het hart, het bastion, het bolwerk van de Franse macht’ – veroverd had. Het ministerie laat nu de ontwerpen voor nieuwe regelgevingen in het Engels circuleren ‘omdat ze in Brussel in het Engels worden bediscussieerd’.

Een belangrijke vraag is nu of het algemeen gebruik van het Engels als eerste of tweede taal de politieke integratie van de Europese Unie zal versnellen. De verspreiding van het Engels zal de taalbarrière die de weg voor het pan-Europese politieke debat versperde, kleiner maken. Zij zal de weg vrijmaken voor de vorming van een pan-Europese publieke opinie en voor politici met een pan-Europese oproep. Niettemin zijn er al grote rijken geweest, zoals de Sovjet-Unie, die één taal hadden en toch verdeeld raakten. Een taal kan een goed politiek systeem wel beter doen werken, maar het kan nooit een slecht systeem redden.

Copyright Knack/The Economist. Vertaling: E.L.

De bewondering voor de Franse cultuur liet zich niet vertalen in een wijdverspreid gebruik van de Franse taal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content