Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Diptychon II : Jim Lutes en Frans Gentils.

Het tweede Diptychon in het Gentse Museum van Hedendaagse Kunst (tot 3.12) opent met verkoopsklare kippen, zij het met flapperende onderdelen. Of zijn het opgelapte baseballs, menselijke schedels misschien ? Daaruit schiet plots een hondesmoel naar voren, een stuk tube of een eikel, omgeven door een aura van exclamatie-strepen, bekend bij striptekenaars en Keith Haring. Dat is het grondpatroon waarop de Amerikaanse schilder Jim Lutes in talloos veel kleine tekeningen varieert eer hij het gebeurlijk op zijn schilderijen toepast. Soms in kompakte vorm, met stevig gecontoureerde onderdelen die erg fysiek verschijnen, en blaken van lekkere kleuren bij elkaar (“Fortunate Son”’94, “Skeptical Probe”’94). Dan weer uiteengerafeld, als een los hangend stel bedradingen, darmen, hersentjes in dikke, kleurige verf waarmee Lutes schijnbaar draden uit het beeldvlak trekt en ze aan vormen naait (“Claude’s Holiday”, ’94) of, Brice Marden zij dank, een doorzichtig maaswerk aanlegt waarachter zich waarempel een herkenbaar beeld ontvouwt : een flatgebouw (“Zonder Titel” ’95, ter plekke in het museum gemaakt) of een achterhuis (“He Just Snapped”’95), gevoelige plekken die in Jim Lutes geheugen waren opgeslagen eer ze als achtergrond verschenen of zich verstrengelden met de darmen van verf (“To Keep You Healthy”’95). Ze zijn ontsproten aan de onweerstaanbare behoefte aan het schilderende gebaar, de kleur, de lijn, de raar gespierde vorm die misschien noch min noch meer zijn eigen kop is.

Frans Gentils’ monumentale werken in houtskool en pastel op grauwe industriële zeildoeken, vormen het tweede luik van het Diptychon. Tegenover Lutes’ kunstspieren zijn de hompen die Gentils groepsgewijs in teatrale mise-en-scènes op de doeken neerzet, veeleer ontgraven relikten van wat eens kolossale massa’s spieren, pezen, beenderen en gewrichten moeten zijn geweest, toebehorend aan dierlijke wezens uit de nacht der tijden (“Iguanodon Bernissartientis”, ’91) of, in vreemd opgeblazen staat, misschien ook aan mensen (“PA”, “MA”, “BROER”, “ZUS”, alle ’95). Het zijn verre geestverwanten van de koemestkreaturen van Hugo Debaere. Als door een verschrikkelijke gigant neergeplant in een apocalyptische omgeving, een verschroeid woud of een vernielde loodsarchitektuur à la Anselm Kiefer, worden de hompen opgeroepen tot een langzame doodskoreografie, gedompeld in of doorstraald van een vuil licht. Felle stralen vallen uitzonderlijk ten deel aan de kaarsrecht op hun oordeel wachtende, kleine personen in de groezelige hal van “Bossuet, Méditations sur l’Evangile”.

Jan Braet

Jim Lutes, “To Keep You Healthy” : maaswerk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content