‘La Grande Suite’, de multimediale podiumproductie waarmee Rotterdam 2001 anderhalve week geleden van start ging, is een niet helemaal evenwichtige ode aan de stad.

Op de officiële aftrap van Rotterdam 2001 is het nog wachten tot vrijdag. Maar Eric Sleichim en Guy Cassiers, de makers van La Grande Suite, gingen er al vroeger aan staan. Kwestie van een verband te leggen met een culturele hoofdstad die de boeken sluit: Brussel. Want La Grande Suite vormt eveneens de hekkensluiter van Brussel 2000. Met de steun van die culturele hoofdstad ging Eric Sleichim, componist en aanvoerder van het eigengereide saxofoonkwartet Bl!ndman, het voorbije jaar telkens voor een korte periode met kunstenaars uit andere disciplines aan de slag. In zeven Tijdelijke Autonome Zones, zoals hij die aparte projecten noemt, confronteerde hij muziek met beeldende en interactieve installaties, tekst, dans en video. Centraal stond het thema van ‘de ongrijpbare stad’, de verschijnende en weer verdwijnende stad. Het resultaat van de samenwerking werd met vaste regelmaat aan de buitenwacht getoond, bij concerten en voorstellingen. De composities die daaruit ontstonden, liggen aan de basis van La Grande Suite.

Samen met Vlaams theatermaker Guy Cassiers, artistiek leider van het Rotterdamse ro theater, begon Sleichim de aangelegde tuin opnieuw om te spitten. Cassiers kwam dan weer met de roman De onzichtbare steden van de Italiaanse schrijver Italo Calvino aanzetten. In dat boek, dat in 1972 voor het eerst verscheen, voert de speelse nouveau romancier de figuur van Marco Polo op. Die vertelt de Mongoolse keizer Kublai Khan over de steden die hij gezien heeft. Al snel vraagt de keizer zich af of Marco Polo die plekken wel degelijk bezocht heeft en of ze niet veeleer aan zijn verbeelding ontsproten zijn. Dat thema sluit mooi aan bij het inhoudelijke vertrekpunt van de Zones. Cassiers plukte enkele fragmenten uit Calvino’s roman en ging samen met zes acteurs van het ro theater aan het werk.

KETELBINKIES

Een derde bouwsteen van La Grande Suite wordt gevormd door de persoonlijke verhalen en herinneringen van bejaarde Rotterdammers over de stad van hun jeugd. Het Rotterdam van voor de oorlog, toen het historische centrum nog niet door een bombardement was weggevaagd om door (post)modernistische architectuur vervangen te worden. Opnieuw de stad dus. En opnieuw die stad in ons hoofd. Een dozijn krasse ‘ketelbinkies’ komt het tijdens de voorstelling zelf vertellen. Droogweg en wat onbeholpen, maar ook zonder veel nostalgie.

Even opvallend is het sterk visuele karakter van La Grande Suite. De beelden van de Nederlandse videokunstenaar Geert Mul flitsen op verschillende schermen op. Soms zijn het snapshots van bestaande steden, dan weer details van een abstracte stedelijke virtual reality. Realiteit versus fictie.

Ingrijpender is het gebruik van de scenografie. Of beter: het gebrek aan scenografie. Want behalve een grote Chinese vaas, enkele stoelen, banken, tafels en een lessenaartje is er geen opvallend decor. In die bijna lege ruimte laat Cassiers de buizen en kabels van de toneelhijsinstallatie, de zogenaamde trekkenwand waaraan de decors normaal hangen, tot binnen het gezichtsveld van de toeschouwer zakken. Ze kadreren als het ware het bühnebeeld én de blik van de toeschouwer. Heel even maar, want dan bewegen ze als een watergolf op en neer. Of knopen acteurs er doeken aan vast die als tekens aan de wand opgehesen worden.

Er is veel te zien en te horen in La Grande Suite. De voorstelling neemt nochtans een rustige start. Niet zonder enige ironie stelt acteur Steven Van Watermeulen zich als onze reisgids voor, leidt hij De onzichtbare steden van Calvino in en legt hij uit – met een haast didactische precisie – welke romanpersonages twee acteurs zullen vertolken. Zodra die introductie achter de rug is, volgt de voorstelling de hartenklop van de muziek en de (video)beelden. En die is gewoonweg adembenemend. Vooral de kracht van de klanken en geluiden die de muzikanten live produceren, stuwt de voorstelling vooruit. De verdichte en haast filosofische dialoog tussen Marco Polo en de keizer krijgt van regisseur Cassiers spijtig genoeg een stroeve behandeling. Daardoor lijkt de tekst al snel hoogdravend en slagen de woorden er niet in tegen de vloedgolf van geluid en beeld op te boksen. Jammer.

Voorstellingen van ‘La Grande Suite’ op 25, 26 en 27 januari in het Kaaitheater-Luna in Brussel (02-201 59 59).

Paul Verduyckt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content