‘We zijn niet ontevreden met dit resultaat’: dat was de eerste commentaar van SP.A-voorzitter Bruno Tobback op de verkiezingen. Later bleek dat toch een beetje te positief geformuleerd voor een partij die voor de vijfde keer op rij achteruitgaat, in stemmen en in zetels. Vandaag leggen SP.A-Kamerleden Hans Bonte en Peter Vanvelthoven de vinger op de wonde: ‘We zijn niet meer zo geloofwaardig als vroeger.’

Het kan verkeren. Terwijl N-VA, CD&V en zelfs Open VLD zich vorige week bemoeiden met de regionale en federale regeringsvorming, haalde SP.A-voorzitter Bruno Tobback het nieuws met zijn vraag om een hertelling van de Vlaams-Brabantse stemmen, in de dunne hoop een verloren zetel terug te winnen. Drie weken na de verkiezingen van 25 mei likken de Vlaamse socialisten nog altijd hun wonden.

Maar die nederlaag dwingt de SP.A ook om zich te bezinnen. Business as usual is geen optie meer. Dat is ook de visie van de socialistische Kamerleden Hans Bonte en Peter Vanvelthoven. Leeftijdsgenoten Bonte en Vanvelthoven (geboren in 1962) kwamen allebei in het parlement in 1995, en daar zitten ze nog altijd. Intussen zijn ze ook burgemeester: Vanvelthoven volgde zijn vader Louis op in Lommel, de uitgeweken West-Vlaming Bonte draagt de sjerp in Vilvoorde. Dat maakt van hen beiden parlementsleden met gewicht, en gezag. Ook voor hen is er na 25 mei weinig reden tot juichen.

Peter Vanvelthoven: ‘Laten we er geen doekjes om winden: de verkiezingen waren een tegenvaller. Vooral omdat we vooraf het gevoel hadden dat we het eindelijk weer beter zouden doen.’

Bij de SP.A hoopte men op winst?

PETER VANVELTHOVEN: Ik hoopte dat niet zomaar, ik was er echt van overtuigd. (zucht) En ook al is ons verlies beperkt, de SP.A gaat wéér achteruit, voor de zoveelste keer. We mogen dus vooral niet doen alsof we tevreden zijn. Het was echt niet goed.

De N-VA wint nu verkiezingen die in het teken staan van de sociale zekerheid. Dat is – was – de corebusiness van de socialisten.

VANVELTHOVEN: Juist omdat de campagne over ‘onze’ thema’s ging, hadden we het gevoel dat we stemmen aan het terugwinnen waren. Het was het moment om voor het eerst sinds lang weer vooruit te gaan. We hebben een erg mooie kans gemist.

De N-VA heeft campagne gevoerd met een uitdagende affiche met die V-vingers. Van de SP.A is geen enkele slogan bijgebleven, niet één beeld.

VANVELTHOVEN: De campagne had al vorig jaar in juni moeten beginnen, na ons uitstekende congres in Leuven. Toen heerste er eindelijk een dynamiek die we al lang niet meer hadden gevoeld. Het had de start kunnen zijn van een reveil. Maar er gebeurde niets. We hebben veel te lang gewacht. En we hebben vooral nagelaten om met onze uitstekende congresvoorstellen de boer op te gaan. We missen de moed om nog missionaris te zijn.

HANS BONTE: Veel leden hebben nog altijd grote vraagtekens bij onze positionering tegenover de N-VA, of het gebrek daaraan. Op een bepaald moment kondigde Johan Vande Lanotte af dat geen enkele socialist nog het woord ‘N-VA’ mocht uitspreken. We mochten ons niet meer afvragen hoe we ons moesten profileren tegen de partij die én het populairst is én het verst van onszelf af staat. We moesten vooral zwijgen.

Bart De Wever wist natuurlijk waarom hij de polarisatie met de socialisten zocht: om zelf groot te worden.

BONTE: In de jaren negentig heeft Frank Vandenbroucke, toen als SP-voorzitter, ons op het SEVI (de studiedienst van de Vlaamse socialisten, nvdr) dag en nacht laten werken om het VLD-programma uit te spitten waarmee Guy Verhofstadt de sociale zekerheid wilde afbreken. Resultaat: één dag nadat Verhofstadt zijn plannen had voorgesteld, pakte Vandenbroucke uit met een waslijst van pertinente kritieken. De liberalen lagen al in de gracht nog voor de wedstrijd begonnen was. Ditmaal heeft de partijtop er bewust voor gekozen om zo’n boksmatch met de N-VA uit de weg te gaan. Nochtans hebben onze mensen voortdurend gevraagd: ‘Waar blijven we met onze campagne? Wanneer komt onze reactie op de N-VA?’

VANVELTHOVEN: Ook op het partijbureau is die discussie vaak gevoerd. En even vaak afgevoerd. (hilariteit) Het is toch zo, Hans? Elke keer als iemand pleitte om feller te reageren tegen de partij die alles verkondigt waarin wij niet geloven, wees onze eigen leiding dat af. We moesten de zaken ‘op een positieve manier benaderen’. Dat is een gevolg van het feit dat we al van in 1988 aan regeringen deelnemen. Op een bepaald ogenblik word je dan helemaal een bestuurderspartij, en spreek je alleen nog de taal van bestuurders.

Tot één mei. Drie weken voor de verkiezingen ontbond Bruno Tobback ineens zijn duivels.

VANVELTHOVEN: Dat kwam dan over als overkill. Eerst was het twee jaar niets, en vervolgens was alles aan de N-VA vreselijk slecht. Maar zo is het natuurlijk altijd iets. Op den duur kon de SP.A nog moeilijk iets goeds doen. En alles wat de N-VA piepte, was wereldnieuws. Bij onze militanten leeft het gevoel dat de media het N-VA-discours kritiekloos overnamen. Ik heb zelf een interview gegeven waarvan de eerste tot de laatste vraag paste in de framing van de N-VA. ‘Wij leven in een PS-staat’, zei de journalist. Dat was niet eens een trucje om mij uit mijn tent te lokken. Hij vond het een vanzelfsprekende vaststelling.

Als het SP.A-verkiezingscongres plots pleit voor de legalisering van softdrugs, moet u niet klagen dat de kiezer niet meer volgt.

BONTE: Ik heb me op dat congres doodgeërgerd aan het simplisme waarmee wij dat ‘cannabisdebat’ voerden. Wat hebben we eigenlijk goedgekeurd? Dat je cannabis mag bezitten, maar dat je toch niet hoeft te zeggen waar je je spul hebt gekocht en er dus ook geen controle mogelijk is, enzovoorts. Dat was echt een dom voorstel van de Jongsocialisten. En toch zag ik veel partijverantwoordelijken ‘ja’ stemmen. Toen dacht ik: onze partij zit met een serieus probleem. We trekken te weinig tijd uit om grondig te praten over belangrijke maatschappelijke fenomenen als drugsgebruik. Want die onzin vreet natuurlijk aan onze geloofwaardigheid. Dat is stilaan het grootste probleem van de SP.A. Zelfs in onze corebusiness, sociale zekerheid en werkgelegenheid, zijn we niet meer zo geloofwaardig als vroeger.

Dat is een pijnlijke analyse uit de mond van een socialist.

BONTE: Wij socialisten zijn de beste verdedigers van de sociale zekerheid. Maar wij kunnen de legitimiteit van ons beleid niet meer verantwoorden als we niet tegelijk in staat zijn om aan te geven hoe we de sociale zekerheid willen moderniseren. In deze campagne was de SP.A-boodschap puur conservatief: ‘Behouden wat er is.’ We zeiden voortdurend ‘nee’ tegen elk voorstel tot aanpassing: tijdelijke werkloosheid, gemeenschapsdienst, alles was onbespreekbaar. Dan moeten de anderen niet veel moeite doen om de kiezer ervan te overtuigen dat ‘met de socialisten nooit iets zal veranderen’.

De SP.A hoopte op een electorale beloning voor de invoering van het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden. Monica De Coninck heeft daarmee toch het arbeidsrecht gemoderniseerd?

BONTE: Inderdaad. Maar we hebben niet uitgelegd dat dit akkoord, hoe historisch ook, nog altijd een compromis is. Waarbij wij dus ook hebben moeten toegeven. In de plaats daarvan heeft de SP.A het hele akkoord zonder meer voorgesteld als een hoger goed. Zo verheffen we het compromis tot onze doctrine.

VANVELTHOVEN: We denken ook te vaak dat de mensen voor ons stemmen als we ze maar imponeren met een optelsom van maatregelen en prestaties. Terwijl een politieke partij vandaag vooral moet kunnen ‘begeesteren’. De mensen moeten opnieuw geloven dat de socialisten het beste met hen voorhebben. Dan vergeven ze je wel dat je af en toe een compromis afsluit. Dat is een andere opstelling dan als partij voortdurend te vertrekken van het compromis.

Is dat een pleidooi voor meer radicalisme?

VANVELTHOVEN: Voor meer authenticiteit. We moeten de mensen niet voortdurend overdonderen met de boodschap dat de SP.A gelijk heeft en daarom nodig is. We moeten ons oprecht de vraag stellen: wat houdt mensen bezig? Op wereldrankings staat België met zijn bbp op de 14e plaats: we zijn dus een rijk land. Maar in rangschikkingen over geluk halen we de top 20 niet. Geld leidt niet automatisch tot geluk. De SP.A is te veel een partij van de portemonnee geworden. We hebben te weinig te vertellen als het níét gaat over prijzen, inkomens of belastingen.

‘What’s in it for me?’ is misschien een te harde opstelling voor een linkse partij?

BONTE: Inderdaad. Dat vertaalt zich ook in de interne partijcultuur. Steve Stevaert zei: ‘Het socialisme zal gezellig zijn of niet zijn.’ De SP.A moet meer investeren in teamgeest.

Is het niet meer gezellig bij de SP.A?

BONTE: Ik amuseer mij het meest in mijn eigen afdeling en in mijn stad. In Brussel ervaar ik vooral een gebrek aan waardering voor het werk van de parlementsleden. In de voorbije legislatuur is niet één wetsvoorstel van een SP.A-Kamerlid door een minister verdedigd in de regering.

VANVELTHOVEN: Ik heb intensief gewerkt aan een wettelijk verbod op extremistische organisaties zoals Sharia4Belgium. Premier Elio Di Rupo had op de Kamertribune verklaard: ‘Het is aan het parlement om zo’n verbod te organiseren.’ Ik nam die suggestie ter harte en werkte er hard aan. En plots kreeg ik te horen dat mijn wetsvoorstel niet ter stemming gebracht zou mogen worden. Er bestond in de regering namelijk geen akkoord over. Wel, als de partijleiding vindt dat de strijd tegen extremisme belangrijk is, moet men dat ook maar duidelijk maken in de regering. En als het daar niet kan, moet de SP.A in het parlement zijn rol spelen. We moeten ophouden met alles op te offeren aan de consensus binnen de regering. We moeten ook als partij een punt durven te maken.

Is de marge voor de SP.A-parlementsleden echt zo klein?

VANVELTHOVEN:(boos) Ik heb ook een wetsvoorstel ingediend voor een verbod op het kweken van pelsdieren. Zelfs dat mocht niet ter stemming gebracht worden, omdat ‘het niet in het regeerakkoord staat’. We konden ons in de Kamer al niet meer uitspreken over dierenwelzijn!

En hoe komt die gezelligheid terug? Niet door samen te kajakken, nemen we aan.

VANVELTHOVEN: Wij parlementsleden moeten ook een mea culpa durven te slaan. De aanwezigheid op fractievergaderingen is pover. Iedereen komt binnen als het hem of haar uitkomt en is vooral bezig met ‘zijn eigen ding’. Maar tegelijk zullen verkozenen zich meer engageren als ze het gevoel krijgen dat de partij hen belangrijk vindt. Onverschilligheid: dát maakt een partijwerking kapot.

Hans Bonte, u hebt zich geprofileerd in het moeilijke dossier van de Syriëstrijders. Hebt u daarvoor ooit enige waardering gekregen?

BONTE: In alle eerlijkheid: nee. Ik heb nooit enige feedback gekregen, van de voorzitter noch van de ministers. Ik hoorde ook niets toen de kranten bekendmaakten dat ik doodsbedreigingen had ontvangen. Ik was al weken aan het functioneren onder politiebewaking, met alle stress van dien. Veel militanten waren bezorgd. Er was er zelfs één die in mijn garage de wacht wilde optrekken. En met collega’s als Peter kon ik erover praten in het parlement. Maar denkt u dat ik toen één telefoon, één sms’je van de partijtop heb gekregen? Een voorzitter als Louis Tobback of Steve Stevaert zou dat zeker gedaan hebben. Het zegt iets over de ‘warmte’ in onze partij.

Sommigen zijn niet vergeten dat u heibel hebt gemaakt toen de SP.A-top Frank Vandenbroucke uitrangeerde. Toen werd ook Peter Vanvelthoven opzijgezet.

BONTE: Ik was vooral geschokt door het gebrek aan respect. Ik vond Peter trouwens een van onze beste ministers. (tot Vanvelthoven) Ik heb je dat nog nooit gezegd, maar toen jij minister van Werk was, was ik voorzitter van de Kamercommissie Sociale Zaken, en dus volgde ik je werkzaamheden van dichtbij op. Toch werden Vanvelthoven en Vandenbroucke zonder boe of bah aan de kant geschoven. Op de koop toe organiseerde de partijtop nog een karaktermoord in de pers – (met een flikkering in de ogen) dus op haar beste mensen. Mij hoef je niet uit te leggen dat Frank Vandenbroucke geen gemakkelijk man is. Maar Vandenbroucke is wel een politicus hors catégorie. Een partij wordt maar groot als ze in staat is sterke en moeilijke karakters te verenigen.

Hoe hebt u dat verwerkt? Slikken, en u terugtrekken in Lommel?

VANVELTHOVEN: (diepe zucht) Het is gelukkig al bijna honderd jaar geleden gebeurd, bij wijze van spreken. Ik vond het nog het moeilijkste om je eigen mensen daarna opnieuw gemotiveerd te krijgen. Ik zat zelf diep, maar de militanten die al jaren voor mij door het vuur waren gegaan, hadden opeens alle geloof in de SP.A verloren. Ik heb hen ervan moeten overtuigen om niet alles op te geven. Ik heb me gefocust op Lommel en Limburg. (brede glimlach) En alsof de militanten een boodschap naar Brussel willen sturen, haal ik sindsdien bij elke verkiezing een uitstekend resultaat.

BONTE: Toch speelt die mentaliteit ons nog altijd parten. Wat anders te denken van het harde optreden in Aalst (het kwam daar tot een breuk in de SP.A nadat die was toegetreden tot een door de N-VA gedomineerd schepencollege, met ex-VB’er Karim Van Overmeire als schepen van Inburgering en Vreemdelingenzaken, nvdr)? Was het nodig om de hele afdeling te ontbinden? Was er geen andere aanpak mogelijk dan Dylan Casaer uit de partij te zetten?

In Aalst haalde de lijst van schepen Casaer amper 2,2 procent, wat bewijst dat hij in z’n eentje politiek niets voorstelt. Maar ook de SP.A zakte in Aalst tot een beschamende 11 procent.

BONTE: In Aalst zijn er alleen maar verliezers. Die zaak is dus niet goed afgehandeld.

VANVELTHOVEN: Het herstel van de partijwerking heeft tijd nodig. En het is ook niet alleen een zaak van de voorzitter. De maandag na de verkiezingen was er nog eens een echt goede discussie op het partijbureau. Er is Bruno Tobback op het hart gedrukt dat hij zich beter moet laten omringen bij het bepalen van de partijlijn, en bij het uitdragen ervan. Er is dringend meer betrokkenheid nodig. Als men mij zou vragen om opnieuw mee aan de kar te trekken, zou ik dat graag doen, met alle liefde voor de partij.

Liefde voor de partij: het wordt zeldzaam. Opvallend veel vertrekkende parlementsleden – Bruno Tuybens, Dalilah Douifi, Marcel Logist… – weigerden op 25 mei de SP.A nog te steunen.

BONTE: Mensen die hun politieke carrière te danken hebben aan de SP.A steken hun middelvinger op als hen op hun beurt gevraagd wordt om de partij vooruit te helpen. En u vergeet een naam. Hoeveel stemmen méér had de SP.A in Antwerpen kunnen rapen als Patrick Janssens wel op de SP.A-lijst had gestaan? Hij weet toch dat in Antwerpen de concurrentie dubbel zo hard is en dat de aflossing van de wacht bij ons maar half gelukt is? Janssens is partijvoorzitter geweest en burgemeester en bleef Vlaams Parlementslid tot de allerlaatste dag van de legislatuur. En vervolgens zegt hij: ‘En toch blijf ik aan de kant.’ Welke ethiek spreekt daaruit? Ik vind dat crapuleus.

U bent boos.

BONTE: Het is altijd hetzelfde: een gebrek aan respect. Wat moet de SP.A-leiding nog zeggen tegen de gewone militant? Ga maar plakken in de regen, en tot ’s avonds laat folders bussen, terwijl zo’n grote ‘socialist’ botweg weigert zijn partij te helpen? Maar het hoort stilaan bij onze partijcultuur, helaas. Ik hoor bij de SP.A-top ook te gemakkelijke kritiek op de mensen van het ziekenfonds en op het ABVV. We weten niet meer wat voor een strontjob een vakbondsafgevaardigde vaak heeft: in veel bedrijven is hij of zij ook de pispaal van het personeel. Terwijl de vakbondsafgevaardigden verdorie onze eerste medestanders zijn op de werkvloer.

Een aantal vakbondsmensen kiezen voor de PVDA. Die partij haalt in Vlaanderen de kiesdrempel niet, maar is wel goed voor acht procent van de Antwerpse stemmen.

BONTE: Peter Mertens heeft de verdienste dat hij zich scherp heeft afgezet tegen sociale misstanden die elke socialist zouden moeten aangaan. Ik mis bij de SP.A-top de verontwaardiging van zijn slogan ‘Hoe durven ze?’. We zijn vaak te mak.

Wanneer heeft de SP.A te braaf gezwegen?

BONTE: In het Arcodossier. Ik heb me in het parlement gebogen over Citibank. Citibank verkocht haar klanten ‘spaarproducten’. In werkelijkheid waren het snertbeleggingen bij Lehman Brothers. Maar Arco deed toch net hetzelfde? Waarom zei de SP.A dan niet dat ook Arco, net als Citibank, eerst een deel van haar eigen middelen moet aanspreken om haar eigen leden te vergoeden, voordat de overheid bijspringt? Maar nee, een regeringspartijtje van veertien procent moet dan verplicht meewerken aan ‘een moeilijk compromis’.

Zodat N-VA-Kamerlid Peter Dedecker luid mag zeggen wat veel SP.A’ers in stilte denken.

BONTE: Dirk Vandermaelen beheerst het Arco-dossier beter dan Peter Dedecker, en hij is er net zo verontwaardigd over. Maar Dirk heeft voortdurend op zijn tong moeten bijten. Ons stilzwijgen over Arco was de prijs die we betaald hebben om deel te mogen uitmaken van de regering. We hebben gebogen voor CD&V. Dat is wat men noemt: zich kapotregeren.

VANVELTHOVEN: Ik ben niet zo negatief over onze regeringsdeelname, Hans. Met de SP.A in de oppositie had de regering de index afgeschaft. Dan hadden we daarover verontwaardigd kunnen doen, en nu hebben we dat verijdeld. Zonder Johan Vande Lanotte waren de energieprijzen niet gedaald: dat mag ook gezegd worden. Het is niet zo dat de SP.A zich de hele tijd heeft moeten bukken.

BONTE: Maar het verschil dat onze ministers hebben kunnen maken, was al bij al beperkt. En voor die regeringsdeelname heeft de partij een flinke prijs betaald.

Heeft het slechte resultaat van uw partij echt geen invloed op de positie van Bruno Tobback?

BONTE: Ik vond het ongehoord dat Frank Vandenbroucke ooit publiekelijk werd geliquideerd, ik doe dat dus ook niet met Bruno Tobback. Ik ben er trouwens van overtuigd dat je verkiezingen in ploeg wint of verliest.De avond van 25 mei kreeg ik in het volkshuis in Machelen applaus van de militanten: in ons kanton ging de SP.A namelijk vier procent vooruit. Wil dat zeggen dat ik zo’n straffe politicus ben? Nee, want mijn 15.000 voorkeurstemmen blijven ver achter de 131.000 van Maggie De Block. In Vilvoorde hebben we vooral een sterke ploeg. Bibi is daarvan de lokale leider, meer niet. Dat geldt ook voor Bruno Tobback. Hij is partijvoorzitter, maar hij heeft de verkiezingen niet alleen verloren. Dat heeft de hele SP.A gedaan. Bruno heeft trouwens ook goed werk geleverd. Hij heeft weer rust gebracht in de partij, en richting gegeven, en dat was nodig na de desastreuze periode waaruit we kwamen. Hij heeft eindelijk weer geïnvesteerd in de studiedienst. Het is trouwens niet verstandig om vandaag het leiderschap van de partij aan de orde te stellen. Een nieuwe voorzitter? Wie dan? Er zit geen goede kandidaat klaar. Laten we de zaken niet erger maken dan ze zijn.

Blijft dan alles bij het oude, ondanks de zware nederlaag?

VANVELTHOVEN: Het grote voordeel aan deze verkiezingsuitslag is dat elke SP.A’er ervan overtuigd is dat het zal moeten veranderen. De boodschap is dus: ‘Vooruit’.

BONTE: We hebben niet erger verloren dan vorige keren. Maar als er dan een regeringsdeelname volgde, werkte dat verdovend op de pijn van de slechte uitslag. Nu moeten we het voor het eerst zonder die verdoving doen.

VANVELTHOVEN: Oppositie is ook niet het echte drama. Nogmaals, veel dramatischer is de SP.A-uitslag zelf. We moeten er ons van bewust blijven dat we verschrompeld zijn tot een partij van 14 procent. Dat is in ieder geval te weinig om nog zwaar te kunnen wegen in een regering.

Toch is dat de stille hoop van de partijtop: dat Bart De Wever mislukt en dat jullie uiteindelijk toch gevraagd worden in een klassieke tripartite.

BONTE: Voor de mensen aan de onderkant van de samenleving zou het goed zijn dat de socialisten in de regering een rechts beleid verijdelen. Maar voor de SP.A als partij is oppositie toch ‘een opportuniteit’. We hebben dan een kans om weer schwung in de partij te brengen. En eenmaal de partij opnieuw vooruitgaat, zullen er ook weer echte leidersfiguren opstaan. Een nieuwe Van Miert, een Vandenbroucke of een Tobback. Vader Tobback. (lacht)

DOOR WALTER PAULI, FOTO YANN BERTRAND

‘De SP.A is te veel een partij van de portemonnee geworden. We hebben te weinig te vertellen als het níét gaat over prijzen, inkomens of belastingen.’

‘Hoeveel stemmen meer had de SP.A in Antwerpen kunnen rapen als Patrick Janssens wel op de SP.A-lijst had gestaan?’

‘Een nieuwe voorzitter? Wie dan? Er zit geen goede kandidaat klaar.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content