Door hardop te dromen van een lang leven voor Sporza, jaagt de VRT half Brussel op de kast.

‘A slip of the tongue‘ wordt het in de wandelgangen aan de Reyerslaan genoemd, een uitschuiver zeggen ze aan het Martelaarsplein. In elk geval is het niemand duidelijk wat Aimé Van Hecke, de directeur televisie van de VRT, vorige week wilde bereiken met zijn verklaring dat de VRT de mogelijkheden onderzoekt om Sporza na de afgesproken deadline van 3 september op de kabel te houden. Zijn redenering: twee derde van de respondenten van een kijkersonderzoek wil dat, en de zender heeft geen kijkers van de concurrentie afgesnoept – meer nog: de zender heeft door de bank genomen nauwelijks kijkers. De voortzetting van Sporza is geen nieuw idee, alleen was het niet bepaald een strategische zet om daar zoveel wind over te maken tijdens het parlementaire reces, terwijl de nieuwe minister van Media Geert Bourgeois (N-VA) nog niet is warmgelopen en zonder de raad van bestuur in te lichten.

Wat wou Van Hecke dan? Vriend, vijand en broodheer op de kast jagen? Plausibeler is dat hij het terrein wou aftasten en mogelijke tegenstanders voor wou zijn. De meeste partijen hebben in de aanloop naar de Vlaamse verkiezingen duidelijk gemaakt dat ze een permanent sport- en cultuurnet wel zien zitten, mits dat door de VRT en een commerciële omroep samen wordt gerund. Nu wil de immer ambitieuze Van Hecke boter bij de vis, daarbij volgens sommigen aangevuurd door gedelegeerd bestuurder Tony Mary, die tijdens saaie vergaderingen wel eens droomt van de gouden handdruk van ettelijke honderdduizenden euro’s die in zijn royale contract is vastgelegd. De sprong in het diepe moest om te beginnen uitwijzen of de coalitiepartijen willen terugkrabbelen, want het regeerakkoord is op dat punt behoorlijk vaag gehouden. Het antwoord is neen: Vlaams parlementslid Carl Decaluwé (CD&V) kreeg meteen de hele goegemeente over zich heen toen hij zich tegen de droom van de VRT durfde verzetten. Beloofd is beloofd!

Van Hecke zat nog met een vraag. Samenwerking met een commerciële omroep zit er immers niet in: VT4 blijft tegen Sporza gekant en vanuit Vilvoorde kwam een ‘njet’ dat blijft nagalmen. Maar kunnen de Vlaamse excellenties ermee leven dat de VRT in plaats van een ‘private zender’ een ‘private partner’ aan boord hijst? Een partner zoals pakweg de Vlaamse Uitgeversmaatschappij (VUM), de vroegere werkgever van Van Hecke, die nu al een voet tussen de deur heeft bij de VRT door haar participatie in de Vlaamse Audiovisuele Regie (VAR) en in Woestijnvis?

De volgende maanden zullen uitwijzen of Van Heckes provocatie productief is geweest. Gelukkig is het politieke geheugen kort en zijn we misschien al twee ministers van Media verder tegen de tijd dat de Vlaamse regering in 2006 een nieuwe beheersovereenkomst met de VRT moet sluiten.

Ann Peuteman

De voortzetting van Sporza is geen nieuw idee, maar nu wil Van Hecke boter bij de vis.