Het nieuwe asielbeleid van de regering wordt een uitputtingsslag. De discussie wordt nu verlegd naar het parlement.

Een goedgemutste premier Guy Verhofstadt (VLD) verliet donderdagnacht De Markten in Brussel, waar hij het boek Op de deurmat van Europa van journalist Koen Vidal ( De Morgen) had ingeleid. Een avond lang moest hij de activisten uit de vluchtelingensector trotseren en dat viel beter mee dan verwacht. De premier kreeg applaus en schouderklopjes. De moeilijkste hindernissen in het asielbeleid leken eindelijk opgeruimd. De omstreden uitzetting van de Slovaakse zigeuners was afgerond en het Koninklijk Besluit over de regularisatie stond diezelfde dag in het staatsblad. De coalitie kon weer tot rust komen.

De volgende dag na een serene kabinetsraad klonk het overmoedig: “Terwijl de vorige regering traag en inefficiënt werkte, pakken wij het vlug en efficiënt aan.” Een paar uur later brak het noodweer opnieuw los en zat het kernkabinet in het oog van de storm.

Een spoedarrest van de Raad van State – voor het eerst verklaarde de instelling een klacht van parlementsleden ontvankelijk – haalde het hele asielbeleid onderuit en zette de grootschalige regularisatiecampagne op losse schroeven. Na uren klooien aan een nieuw Koninklijk Besluit werd de poging zaterdagnamiddag opgegeven. De regularisatie moet er door een nieuwe wet komen en dat betekent weken vertraging. De hele regering komt beschadigd uit de storm en van één man is de reputatie zwaar gehavend: minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne.

Na minder dan honderd dagen in zijn ministerstoel is het krediet van Duquesne bijna op. Vorige week kwam het tussen hem en Verhofstadt al tot een aanvaring. De wijze waarop Duquesne het dossier van de Slovaakse zigeuners aanpakte, ontlokte binnen de regering veel schampere commentaren. De redactie van het Koninklijk Besluit zorgde voor nieuwe irritatie. Het kernkabinet moest diverse artikelen herschrijven en de medewerkers van de eerste minister maakten overuren om de definitieve tekst tijdig in het Staatsblad te krijgen. Toen bovendien bleek dat de regularisatie een prachtig staaltje Belgische improvisatie zou worden, verloren sommigen hun geduld en kreeg Duquesne in de Wetstraat 16 de wind van voren. Met het arrest van de Raad van State kwam het protest binnen de regering pas goed op gang. Volgens een minister die het niet eens slecht voorheeft met Duquesne, is hij “beminnelijk, maar uitermate traag en zeer inefficiënt”. In de visie van de premier had hij daarmee dus zijn plaats in de vorige regering.

Op het kabinet van Duquesne, waar de vroegere arrondissementscommissaris van Sint-Niklaas Koen Dassen tot algemene verbazing van het Oost-Vlaamse politieke establishment de plak zwaait, staan ondertussen alle paraplu’s open. Niemand in de regering vond het nodig de Raad van State om advies te vragen, zo luidt het. Het was geen punt van discussie, iedereen was het erover eens dat men vlug moest gaan. Op de kabinetsraad van 24 september, waarop het asielbeleid werd goedgekeurd, was er een consensus dat er geen dag verloren mocht worden, zoniet dreigden illegalen uit heel Europa naar België af te zakken. Het Koninklijk Besluit moest binnen de week in het Staatsblad staan. Omdat de molens op Binnenlandse Zaken traag en onnauwkeurig draaien, werd die streefdatum met een week overschreden en moest men zaterdag een nieuwe tekst redigeren. Tevergeefs. Er komt nu een nieuwe wet, zodat de regularisatie met vele weken of zelfs maanden wordt verdaagd.

CVP KOMT IN DE VUURLINIE

Bij de groenen dreigen de blunders en het tijdverlies het enthousiasme voor de coalitie te bekoelen. Niet voor niets verklaarde Duquesne na afloop van het kernkabinet van zaterdag dat niemand die voor regularisatie in aanmerking komt het land wordt uitgezet. In feite is het een toezegging dat de uitwijzingen grotendeels worden opgeschort tot de nieuwe wet is aangenomen.

Binnen Ecolo, maar ook bij Agalev, zou een herhaling van wat er met de Slovaakse zigeuners gebeurde voor een fatale kortsluiting zorgen. Duquesne kreeg bijgevolg duidelijke instructies dat tijdens het parlementaire debat over de nieuwe wet elk risico moet worden vermeden.

Nu de discussie rond de vluchtelingen zich van de Wetstraat 16 naar de Kamer en later allicht naar de Senaat verlegt, tekenen zich ook andere spanningsvelden af. Hoe forser het Vlaams Blok uithaalt, hoe groter de kans dat de meerderheid de rangen sluit en zich eensgezind achter het regeringsontwerp schaart. Meer nog dan Agalev, Ecolo of de VLD komt de CVP dan in een mijnenveld terecht. Als ze voor de harde oppositie kiest en de debatten wil rekken, speelt ze in de kaart van het Blok. Voor ACW-parlementsleden en senatoren als Reginald Moreels en Sabine De Bethune is zoiets ondenkbaar. Het viel trouwens op dat politiek secretaris van Agalev Jos Geysels zaterdagavond het front al verlegde. “De CVP zal nu eindelijk moeten kiezen. Is ze voor of tegen de regularisatie.” De vraag is terecht. Onmiddellijk na zijn verkiezing was de nieuwe CVP-voorzitter Stefaan De Clerck daarover bijzonder onduidelijk en ook de welbespraakte Pieter De Crem danst rond de hete brij. Het is trouwens veelbetekenend dat de CVP ervoor terugschrikte om zich tot de Raad van State te wenden.

Zolang het parlement aangaande het asielbeleid weinig in de pap te brokken had, kon de CVP ongestoord alle registers opentrekken. De Crem zag zijn kans en voerde een nummertje op, waardoor hij in de pikorde van de CVP enkele plaatsen steeg. Een dag later was het de beurt aan CVP-senator Hugo Vandenberghe. Hij “onthulde” dat ook een vice-premier op de hoogte was van het verzoek van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens om het vertrek van de Slovaakse zigeuners uit te stellen. Vandenberghe suggereerde haast een complot.

De werkelijkheid overtrof echter de vermoedens van de senator. Niet één, maar alle vice-premiers wisten voor het vliegtuig naar Bratislava vertrok dat het Europees Hof bezwaren had. Premier Guy Verhofstadt zelf had het kernkabinet dat woensdagnamiddag in de Wetstraat 16 vergaderde over het officieuze telefoontje uit Straatsburg geïnformeerd en meegedeeld dat er een officiële fax op komst was. “Of iemand bezwaar had dat de uitwijzing ondertussen gewoon doorging?” Niemand had er een probleem mee en drie minuten later boog het kransje topministers zich weer over de begrotingscijfers. Toen het document om 18u.11 op Binnenlandse Zaken binnengleed, waren de Slovaakse zigeuners al op weg naar Slovakije. Nog dezelfde avond kregen de ministers te horen dat alleen de premier de pers over dit dossier te woord zou staan. Verhofstadt had genoeg van de kakofonie en trok, mede op advies van Noël Slangen, het hele informatiebeleid van de regering naar zich toe.

DOCUMENT KWAM NIET BOVEN WATER

Op hetzelfde moment dat Isabelle Durant (Ecolo) het verzoek van het Europees Hof om de repatriëring op te schorten, naast zich neerlegde, protesteerde haar partijgenoot senator Josy Dubié in de luchthaven van Zaventem tegen de regeringsbeslissing. “Dit is etnische deportatie, waarbij de elementaire rechtsregels werden geschonden. Het was geen vrijwillig vertrek, de zigeuners zijn er door de Gentse politie ingeluisd.”

Dubié die meer dan twintig jaar een heel bekend gezicht op de RTBf was, is sinds 1996 met prepensioen. Hoewel hij nooit lid van Ecolo was, kwam hij toch op de senaatslijst van de Franstalige groenen en werd hij op 13 juni verkozen. Hij stemde tegen de regeringsdeelname, maar steunt naar eigen zeggen loyaal de paars-groene coalitie. Ook met het compromis rond het nieuwe asielbeleid kon hij akkoord gaan. “Voor mij is vooral de regularisatie van belang, die hebben wij afgedwongen. De deportatie van de Slovaakse zigeuners geeft me een heel slecht gevoel. Het lijkt haast of men de regularisatie wil saboteren en de vele tienduizenden illegalen wil afschrikken. Zulke onverantwoorde acties kunnen tot gevolg hebben dat er uiteindelijk slechts vijf- of zesduizend, in plaats van vijftig- tot zeventigduizend vreemdelingen worden geregulariseerd. In dat geval hoeft deze regering voor mij niet meer en zal ik me inspannen dat Ecolo de coalitie verlaat. Ik ben nu 59 en de volgende keer ben ik geen kandidaat meer.”

Twee dagen later zat Dubié in Slovakije en ventileerde hij voor iedereen die het horen wou zijn groot ongenoegen over de “deportaties”. Vanuit Bratislava meldde de VRT-radio dat Ecolo ermee dreigde de regering te verlaten. In Brussel kon de aandachtige luisteraar Geysels aan een nieuwe reeks telefoontjes beginnen. De kopstukken van Ecolo stelden hem gerust. Dubié sprak in eigen naam.

In diverse rapporten heeft de Raad voor Europa zijn verontrusting over de situatie van de minderheden, Hongaren en zigeuners, in Slovakije uitgesproken. Hoewel er sinds de parlementsverkiezingen van september 1998, die een nieuwe politieke meerderheid aan de macht brachten, beterschap is, blijft er reden tot grote zorg. Zo beslisten de Belgische Dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen in februari van dit jaar om – zeer tegen de gewoonte in – een onderzoeksteam naar Slovakije te sturen. Het vertrouwelijk rapport van 46 pagina’s bevat weinig geruststellende conclusies en het roept vragen op waarom minister Duquesne het document niet aan zijn collega’s in de regering heeft doorgespeeld. De auteurs wijzen nochtans op het gevaar van de skinheads en het feit dat de overheid zelden tegen hen optreedt. “Dikwijls ontkent ze zelfs dat er geweld tegen de zigeuners wordt gebruikt. In sommige gemeenten wordt de politie ervan verdacht dat ze banden met de skinheads heeft en de zigeuners onder druk zet en slecht behandelt. Het is duidelijk dat de zigeuners in Slovakije ernstig gediscrimineerd worden.”

ONDUIDELIJKHEID ROND MIGRATIESTOP

Indien de ministers deze tekst tijdig hadden kunnen inzien, was er ongetwijfeld omzichtiger met de Slovaakse zigeuners omgesprongen en was er minder geïmproviseerd. Nu concentreerde de aandacht van de groenen zich op de regularisatie. Voor hen was dat de topprioriteit. De meeste interventies van de groene regeringsleden sloegen dan ook op de termijn die de illegalen kregen om hun regularisatiedossier in te dienen. Duquesne, mede op aangeven van de VLD, hield het oorspronkelijk bij één week, maar de groenen die hierin door de Parti Socialiste en een enkeling van de SP werden gesteund, brachten het op drie weken.

Over de nulmigratie, die sinds 1974 in Europa geldt en die de groenen onhoudbaar vinden, werd er niet op het scherp van de snede onderhandeld. Voor de SP, zo liet vice-premier Johan Vande Lanotte met weinig woorden weten, kon daarover op dit ogenblik niet gepraat worden. En aangezien premier Verhofstadt evenmin enthousiast was – hij vreest een onbeheersbaar vreemdelingendebat – zal de Belgische regering op de Europese top in het Finse Tampere de Fransen en Duitsers niet steunen als ze het einde van de migratiestop bepleiten. Verhofstadt verbond er zich wel toe dat hij, wanneer het thema op tafel komt, een welwillende neutraliteit in acht zal nemen.

De afspraak binnen de regering luidt dat de discussie is geopend, maar dat de regering vooralsnog geen standpunt inneemt. Of dit zal volstaan om de amendementenslag in het parlement heelhuids door te komen, is maar de vraag. De definitieve nota van minister Duquesne over het asiel- en migratiebeleid die op 1 oktober door de ministerraad werd goedgekeurd, verwijst overigens heel expliciet naar het Frans-Duitse document voor Tampere. Op pagina tien komt ook de nulmigratie aan bod zonder dat het kabinet zich ervan distantieert.

Tampere wordt voor Verhofstadt de eerste Europese topontmoeting. In gezelschap van minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel zal hij er zich met de veertien andere Europese regeringsleiders over het asiel- en migratiebeleid, maar ook over de gerechtelijke en politiesamenwerking beraden. Het is een primeur en een direct gevolg van het Verdrag van Amsterdam, dat bepaalt dat de Unie direct verantwoordelijk is voor de realisatie van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

Maar ze zullen in Tampere allicht geen spijkers met koppen slaan. Welllicht komt er een (voorzichtige) aanzet tot gemeenschappelijke normen voor asielprocedures. Daarnaast tekent zich een weinig vruchtbare discussie over de “lastenverdeling” af. De vluchtelingen zijn ongelijkmatig over de vijftien lidstaten verdeeld en Duitsland, Nederland en België dringen erop aan dat alle landen solidair zijn. Op verzoek van het Belgisch parlement zal de regering er in Tampere op aandringen dat er een bijzondere inspanning voor de herkomstlanden van de vluchtelingen wordt geleverd. Er wordt gedacht aan speciale hulpprogramma’s om de migrantenstroom te verminderen. Opmerkelijk is ten slotte dat de regering nog eens heel nadrukkelijk op de versterking van de buitengrenzen van de Europese Unie aandringt. Niemand in de gemengde Belgische kamer- en senaatscommissie stoorde zich daaraan en evenmin kwam de vraag of dit een stap in de richting van Fort Europa was.

Ook voor Romano Prodi wordt Tampere de vuurdoop. Het wordt zijn eerste top als Commissievoorzitter en Prodi zal de tweedaagse goed kunnen gebruiken. In december moet hij met de regeringsleiders rond het nieuwe Unie-verdrag in de clinch. De Commissie, die hierin door het Europees parlement wordt gesteund, wil een grondige bijsturing van de besluitvorming en de instellingen van de Unie. De regeringsleiders, zeker die van de grote landen, houden het bij minimale veranderingen. De Belgische regering leunt eerder bij Prodi aan, maar eist wel dat elke lidstaat een commissaris behoudt. Zo staat het trouwens in het regeerakkoord en minister van Buitenlandse Zaken Michel vindt dat er weinig redenen zijn om dat principieel standpunt vlug op te geven. In het parlement wees hij op het gevaar dat de grote landen zich opnieuw aan machtspolitiek bezondigen. “Bij de benoeming van de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO, zo deelde hij mee, werd België onbehoorlijk behandeld.”

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content