Sinds de Olympische Spelen van afgelopen zomer is er een vlek op het blazoen van de gymnastiek gekomen. De Roemeense Andreea Raducan moest haar gouden medaille toen inleveren wegens dopinggebruik. Op 15 december turnt ze op het Gymgala in Antwerpen.

Elke dag, 24 jaar lang, hadden ze er keihard voor gewerkt. Turnleraar Octavian Belu, de geroutineerde trainers en een uitgekiend medisch team prepareerden de turngodinnen van Roemenië voor grote overwinningen. Op de Olympische Spelen van Sydney was het eindelijk zover: heel het podium van de all-roundcompetitie kleurde Roemeens. Bovenaan stond Andreea Raducan. Zij bezorgde Roemenië 24 jaar na Nadia Comaneci weer goud.

Net die Raducan, die een paar dagen na de spelen 17 werd, kreeg de smet van doping opgekleefd. Het pilletje tegen verkoudheid dat de teamdokter haar gaf, bevatte immers pseudo-efedrine, een product dat stimulerend werkt op het centraal zenuwstelsel en daarom al sinds mensenheugenis op de dopinglijst staat. De olympische bond kwam meteen in actie en de Roemeense teamarts werd van de winterspelen in 2002 en van de zomerspelen in Athene in 2004 uitgesloten. Voor de spichtige tiener toonden ze begrip: Raducan werd niet geschorst, maar haar gouden medaille was ze kwijt. De gouden medaille van de landencompetitie en haar eigen zilveren medaille voor de sprong mocht ze houden. Toch stond Roemenië op stelten. De nationale eer, al die jaren met liters gymzweet hoog gehouden, was bezoedeld. De massale sympathiebetuigingen uit binnen- en buitenland overvielen Raducan en bezorgden haar het gouden aureool van onschuldig slachtoffer.

Voor Jacques Rogge, voorzitter van het coördinatiecomité van de Olympische Spelen van Sydney en ondervoorzitter van de medische commissie van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), was het de moeilijkste beslissing uit zijn loopbaan.

Jacques Rogge: Na de ondervraging van Andreea Raducan bleek duidelijk dat zij niet wist dat ze het verboden product genomen had. Op zich is dat een teken van morele onschuld. Maar ze had natuurlijk wel een competitief voordeel. De reglementen zijn dan heel duidelijk: als er pseudo-efedrine in de urine is, wordt de betrokken atleet uitgesloten. Hoe het product in de urine is gekomen, is voor de straf van bijkomstig belang. Anders zouden we de deur openzetten voor iedereen die zegt: ‘Ik wist van niets, de dokter heeft het mij gegeven.’

Dus heeft het IOC haar die gouden medaille ontnomen en de gymnastiekfederatie FIG gevraagd om haar verder niet te straffen. De FIG heeft die regeling aanvaard en ze kreeg geen schorsing.

Staat de straf in verhouding tot het genomen product: een gouden medaille wegnemen voor een pil tegen verkoudheid?

Rogge: Efedrine blijft efedrine. Als je voor de atleten een lijst opstelt met producten die niet genomen mogen worden en bij een van de atleten wordt zo’n verboden product toch gevonden, dan kunnen we tegenover de anderen niet anders dan hem of haar voor die competitie diskwalificeren.

Ion Tiriac, de gewezen voorzitter van het Roemeens Olympisch Comité die na de zaak-Raducan ontslag nam, beweert dat de FIG efedrine niet verbiedt.

Rogge: Dat is niet zo. Voor de FIG gelden dezelfde lijsten als voor het IOC.

Wie heeft er dan een fout gemaakt?

Rogge: Vooral de arts die zich vergist heeft en niet besefte dat er pseudo-efedrine in de medicatie zat. Als die atlete ouder zou zijn geweest, dan kun je altijd stellen dat ze zelf zou moeten weten of ze haar arts kan vertrouwen en welke producten ingespoten of gegeven worden. Op de leeftijd van Andreea Raducan is dat natuurlijk een beetje moeilijk. Dus in dit geval zou ik zeggen dat het veeleer de arts is die een fout heeft gemaakt.

Maar ook de atleet blijft verantwoordelijk.

Rogge: Er is een verschil tussen een diskwalificatie en een sanctie. Een diskwalificatie is geen sanctie. Je wordt dan uit de uitslagen geschrapt, maar je wordt niet verondersteld moreel schuldig te zijn. Je kunt de volgende dag gewoon weer beginnen, wat Andreea Raducan trouwens ook heeft gedaan.

Ooit drukte u de vrees uit dat in sporten waar weinig geld omgaat, alleen de domste en slechtst omringde atleten gepakt worden. Staat u daar ook in het geval van Raducan achter?

Rogge: Ik denk dat je bij turnen niet kunt zeggen dat de Roemeense bond arm is. Want in Roemenië gaat al het geld bijna exclusief naar die sport. De federatie heeft geld genoeg. De omkadering en de medische staf zijn in het gewezen oostblok van een hoog niveau, veel hoger dan bij ons. Ze staan veel verder en zijn prima opgeleid. Ze hebben er destijds ook veel meer in geïnvesteerd.

Bij Raducan heeft die medische ploeg een fout gemaakt. Haar arts heeft bekend dat hij zich vergist heeft en dat hij voor haar verkoudheid Nurofen voorschreef zonder te weten dat het pseudo-efedrine bevat. Hij heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen.

Alexandre de Merode, voorzitter van de medische commissie van het IOC, haalt Raducan aan als een atlete die zeven dagen op zeven, zeven uur per dag moet trainen en één keer in het jaar naar huis mag. Moet het IOC ook niet op de leefbaarheid van topsport toezien?

Rogge: Dat is voornamelijk de taak van de internationale sportfederaties, in dit geval de turnfederatie. Maar wij zijn er uiteraard ook bezorgd over. Dat is ook de reden waarom we in het verleden de leeftijdsgrens voor het turnen opgetrokken hebben.

Gymnastiek, anders zo’n favoriete olympische sport, heeft in Sydney geen goede beurt gemaakt. De toestellen waren niet goed afgesteld en dan die dopingzaak. Hoe moet het nu verder met het turnen?

Rogge: U mag dat niet te zwart zien. Het springtoestel dat wat te laag stond, is snel in orde gebracht. Maar wat de doping betreft: alle sporten kennen dopinggebruik. In het verleden zijn er bij turnen nog geen dopinggevallen vastgesteld, maar dat wil niet zeggen dat er geen geweest zijn. Dit was het eerste positieve dopinggeval van een gymnaste op de Olympische Spelen en het zal wellicht niet het laatste zijn. We kunnen het dopinggebruik niet altijd bewijzen, dat is het probleem. En het wordt steeds moeilijker. Als atleten nu nog op traditionele producten zoals efedrine betrapt worden, is dat vaak door gebrek aan financiële middelen. Een epokuur, die in turnen nu wel weinig zin heeft, kost bijvoorbeeld algauw een half miljoen. Als atleten dat niet kunnen betalen, proberen zij of hun omgeving iets anders. Maar uiteindelijk is het de atleet die ‘neemt’. Hij is geen slachtoffer.

Olympic Gymgala met toppers uit alle turndisciplines, vrijdag 15 december 20.30 uur – Sportpaleis Antwerpen.

Marijke Vanden Wyngaerd

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content