Omdat Bart Somers volgens hem nog steeds de woordvoerder van Guy Verhofstadt is, stelt ook Hugo Coveliers zich kandidaat voor het voorzitterschap van de VLD. ‘De anderen durven gewoon niet’, zegt hij.

‘De VLD heeft al zoveel water bij de wijn gedaan dat zelfs Christus er niets drinkbaars meer van kan maken’, zegt senator Hugo Coveliers (VLD). ‘Dat is het verschil met mijn oude partij, de Volksunie: daar waren ze bang om aan de macht mee te doen, hier zijn ze bang om de macht te verliezen.’

Zelf is hij niet bang. Al is het alleen maar omdat hij niets meer te verliezen heeft. Door opeenvolgende aanvaringen met voormalig partijvoorzitter Karel De Gucht mocht hij niet alleen geen minister worden, maar werd ook het fractieleiderschap in de Senaat hem afgenomen. Toch is hij niet in een hoekje gaan zitten mokken. Integendeel, Coveliers heeft net de honderd handtekeningen van VLD-leden binnen die hij nodig heeft om zich kandidaat te stellen voor het partijvoorzitterschap. Niet dat hij zo dringend de partij wil leiden, hij wil de job alleen niet overlaten aan Bart Somers, voorlopig de enige andere kandidaat.

Hugo Coveliers: ‘Ook als er zich in de komende weken nog een goede tegenkandidaat voor Bart Somers aandient, zal ik mij kandidaat stellen. Na de deadline van 4 november kan ik me dan in overleg met de andere kandidaat nog altijd terugtrekken. Als ik nu zo stom zou zijn om me geen kandidaat te stellen omdat er een alternatief is, bestaat het risico dat de partijtop de deadline afwacht en dan druk op de tegenkandidaat gaat uitoefenen tot hij het voorzitterschap toch aan Bart Somers laat.’

Wat hebt u eigenlijk tegen Bart Somers?

HUGO COVELIERS: Ach, werd hij niet zo duidelijk naar voren geduwd door de nomenklatoera, ik zou er misschien anders over denken. Ik geef toe dat hij een campagnebeest is en een goede organisator. Hij kan alles aan de kant zetten om met de blik op oneindig naar verkiezingen toe te leven. Alleen is hij niet meer dan een woordvoerder die zegt en doet wat premier Guy Verhofstadt wil. Zelf beweert hij dat hij zich maar al te goed tegen de premier durft te verzetten, maar ik heb dat in elk geval nog niet gezien. Als een Playmobil-mannetje wordt hij nu al een paar jaar lang van de ene functie naar de andere geschoven. Eerst moest hij chefke van de Vlaamse regering worden op een voor hem niet zo gunstig moment, en een jaar later halen ze allerlei kunstgrepen uit om hem aan het roer van de partij te kunnen zetten.

Welke kunstgrepen?

COVELIERS: Toen Karel De Gucht minister van Buitenlandse Zaken werd, wilde de partijtop Somers als voorzitter ad interim aanstellen. Dat kon alleen door hem eerst in het partijbureau te coöpteren – die coöptatiemogelijkheid is destijds voor de NCD’ers in het leven geroepen. Daartoe moest staatssecretaris Vincent Van Quickenborne tegen z’n zin zijn plaats afstaan. Met die truc was de kous nog niet af: Somers moest ook nog eens ondervoorzitter van de partij worden om de voorzitter te kunnen vervangen. Dus keurde de hele raad van bestuur, op mijzelf na, het voorstel goed om hem als derde ondervoorzitter aan te stellen. Ik heb toen geopperd dat het toch niet kon om de twee andere ondervoorzitters zomaar te passeren. De eerste ondervoorzitter, Verhofstadt zelf, bromde dat hij dat niet met het premierschap kon combineren – al dacht hij daar een paar maanden eerder nog anders over. Uiteindelijk heeft Dirk Sterckx, de tweede ondervoorzitter, uit Straatsburg moeten bellen dat hij het ook niet wou. Dat is toch ongelooflijk in een partij die zich gebaseerd heeft op Verhofstadts Burgermanifesten?

Volgens Herman De Croo kan de nieuwe partijvoorzitter, met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, beter een burgemeester zijn.

COVELIERS: Wat stappen wij toch snel af van de ideeën die we een paar jaar geleden nog als het grote liberale gedachtegoed verkondigden. In de boekskes van Verhofstadt en in de verkiezingsprogramma’s van 1995 en 1999 staat nog dat er op elke post ‘een burger’ moet zitten. Wij waren de grote voorstanders van decumul, maar door het eigenbelang van sommige mandatarissen hebben we dat er niet door gekregen. En nu zou het plots een goede zaak zijn om tegelijkertijd de partij én een stad te leiden. Dat is een kromme redenering van iemand die het gemeentelijke niveau veel te hoog inschat. Moet de premier dan een paar maanden voor de federale verkiezingen ontslag nemen om de campagne te leiden? Of zou het een goed idee zijn dat de Vlaamse minister-president partijvoorzitter wordt als de Vlaamse verkiezingen eraan komen? Dat slaat nergens op.

Hoe komt het dat voorlopig niemand anders een gooi naar het voorzitterschap waagt?

COVELIERS: Ze durven niet, uit angst dat ze hun privileges zullen verliezen. Als je van minister of fractieleider plots weer een gewoon parlementslid wordt, heb je geen toegang meer tot bepaalde informatie, heb je recht op minder medewerkers en zet je financieel een behoorlijke stap achteruit. Rik Daems, de fractieleider in de Kamer, had me bijvoorbeeld gezegd dat hij veel zin had om zich kandidaat te stellen. Maar één dag en een paar gesprekken later zag hij helemaal van dat plan af. Ook beloften over de lijstvorming kunnen grote impact op iemand hebben, zeker als het over opvolgersplaatsen gaat. Bij sommigen in de partij pakken dat soort beloftes nog, al zijn er steeds minder die er nog in geloven. Ik blijf het jammer vinden dat er niet meer kandidaten zijn. Herman De Croo, bijvoorbeeld. Van alle VLD-voorzitters die ik heb meegemaakt, was hij de meest democratische. Nu houdt hij natuurlijk vast aan het voorzitterschap van de Kamer. Van Jean-Marie Dedecker weet ik dat hij er nog over nadenkt. Hoewel hij soms geridiculiseerd wordt, geloof ik dat we met hem als voorzitter wel eens een andere richting zouden kunnen uitgaan.

Een veel rechtsere richting.

COVELIERS: Uiteraard. We kunnen onmogelijk nóg linkser worden. Links-liberalisme is een contradictio in terminis, en rechts-liberalisme is een pleonasme. (lacht)

Zou één kandidaat voor de partij niet beter zijn dan de dreiging van een nieuwe broedermoord?

COVELIERS: Partijen zoals Spirit met één echte kandidaat vind ik zielig. Als maar één iemand het aandurft om voor het voorzitterschap te gaan, klopt er iets niet. Dan kun je er zeker van zijn dat er nepotisme in het spel is.

Zou het na de strubbelingen tussen Verhofstadt en De Gucht geen verademing zijn om een regeringsleider en een partijvoorzitter te hebben die op één lijn zitten?

COVELIERS: Onze partij wordt sinds 1985 op een autoritaire manier geleid door Guy Verhofstadt. Ik moet toegeven: vaak met succes. Toen hij premier werd, dacht Verhofstadt dat hij zijn greep op de VLD zou kunnen behouden via De Gucht. Die werd eerst als interimvoorzitter aangesteld – dat is blijkbaar het vaste scenario – en was relatief volgzaam. Maar zodra hij officieel door de leden was verkozen, begon hij zich tegen Verhofstadt te keren. Dat bereikte een hoogtepunt in het dossier over het migrantenstemrecht. Dus moest De Gucht weg, en mag hij zijn kunde en arrogantie nu als minister van Buitenlandse Zaken in Congo tentoonspreiden. Verhofstadt hoopt nu via Somers de partij te kunnen blijven leiden.

En het is geen goede zaak dat die twee zo goed opschieten?

COVELIERS: De partijvoorzitter en de fractieleiders moeten het partijstandpunt door dik en dun verdedigen – al heeft het mijn kop gekost als fractieleider in de Senaat. Het is dan aan de regeringsleden om een vergelijk tussen de verschillende coalitiepartners te zoeken. Verhofstadt wil echter niet dat de VLD te veel tegen de regering ingaat, want het is zijn grootste ambitie om regeringsleider te blijven. Daarom stellen wij onze standpunten niet scherp genoeg. Neem de discussie over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde: de VLD zou moeten zeggen dat er geen regering meer is als dat niet rond is tegen pakweg 31 december. Antwoordt Di Rupo non, dan is dat maar zo. Onze partij zou er in elk geval een beetje geloofwaardigheid mee terugverdienen.

De VLD is niet geloofwaardig meer?

COVELIERS: Natuurlijk niet, noch bij de media noch bij de publieke opinie. Zeker op Vlaams niveau heeft onze geloofwaardigheid het nulpunt bereikt. Zonder blikken of blozen wordt ervoor gepleit om de federale en regionale verkiezingen weer te laten samenvallen. Dat is verdorie een unitaire recuperatie! Waar is dat voor nodig? Om een aantal dames en heren de kans te geven overal te zitten. In een normaal federaal systeem zou iemand die in het Vlaams parlement is verkozen daar ook zijn zetel moeten opnemen, en niet in het Europees of het federaal parlement. Dát is wat de kiezers verwart. Al dat switchen heeft er geen goed aan gedaan. Fientje Moerman, die een zeer goed federaal minister van Economie was, zei bijvoorbeeld dat ze helemaal niet naar de Vlaamse regering wou, maar dat ze anders op straat zou staan.

Het was vooral nefast dat de vorige Vlaamse regering de rit niet heeft uitgedaan. Toen minister-president Patrick Dewael de Vlaamse regering verliet om federaal minister te worden, bewees hij dat hij een federale ministersportefeuille hoger inschat dan de leiding over de Vlaamse regering.

Toen uw partijgenoten Vincent Van Quickenborne, Sven Gatz en Bart Somers afgelopen zomer pleitten voor meer invloed van de jongere generatie in de VLD, gingen stemmen op om een nieuwe beginselverklaring te maken. Is dat idee een stille dood gestorven?

COVELIERS: Zolang een partij in de oppositie zit, is het gemakkelijk om je overtuigingen zo scherp mogelijk te formuleren. In de meerderheid ligt dat veel delicater. Mochten wij nu op papier zetten hoe wij het hedendaagse liberalisme zien, dan zouden vooral onze coalitiepartners steigeren. Toch zou ik als voorzitter zo snel mogelijk een inhoudelijk congres organiseren, onder meer over de taken van de staat. De toekomst van onze overheidsbedrijven is voor mij als liberaal een heel belangrijk punt.

U wilt zoveel mogelijk privatiseren?

COVELIERS: Waarom moet de overheid uw brieven bestellen? Er zijn genoeg privé-firma’s die dat veel beter kunnen. De taximaatschappijen zijn niet genationaliseerd en die werken vrij goed. Waarom zou dat dan niet kunnen voor bussen, trams en treinen? Telkens als de NMBS ter sprake komt, zou de VLD moeten benadrukken dat de overheid in onze liberale visie geen vervoer moet organiseren. Het is de taak van de overheid om vervoer mogelijk te maken, maar niet om het zelf te organiseren. De sporen mogen dus in overheidshanden blijven, maar alles wat erover rijdt, moet een private onderneming zijn.

Zo snap ik ook niet waarom wij een openbare omroep nodig hebben. De VRT kost ons jaarlijks ongeveer 300 miljoen euro. Dat geld zouden we voor ontzettend veel andere dingen kunnen gebruiken zonder dat er één Vlaming afstand moet doen van zijn televisie. Bovendien zou de hele bazaar die we dan kunnen verkopen, zoals het complex aan de Reyerslaan, de Vlaamse gemeenschap heel veel opbrengen. Waarom zouden we dat niet doen? Volgens mij hebben wij geen publieke zender nodig. Sommigen spreken dat tegen en zeggen dat de VRT de enige garantie op objectieve verslaggeving is. Dat geloof ik niet, want dat zou betekenen dat alle kranten en weekbladen in Vlaanderen, die eigendom zijn van commerciële bedrijven, geen goede informatie zouden geven. Als de overheid er toch zeker van wil zijn dat er bijvoorbeeld kinderprogramma’s of culturele uitzendingen op het scherm komen, kan er nog altijd met een subsidiesysteem worden gewerkt.

Maar de regering houdt meestal geen rekening met de manier waarop private bedrijven werken. Dat is weer eens duidelijk geworden in de DHL-discussie. Een multinational moet nu eenmaal in de eerste plaats winst kunnen maken en heeft internationaal bijzonder veel alternatieven. Wat DHL betreft, snap ik trouwens niet waarom de bevoegdheid over Zaventem niet helemaal in Vlaamse handen is.

Met zo’n pleidooi voor privatisering jaagt u uw coalitiepartners meteen de gordijnen in.

COVELIERS: Dat zou betekenen dat zij het moeilijk hebben om samen te werken met mensen die liberaal denken. Dan moeten wij ons afvragen of we wel met hen in dezelfde regering thuishoren.

Hebben ze dan al die jaren niet met liberalen in de regering gezeten?

COVELIERS: Dat vraag ik me al lang af. (lacht)

Als u partijvoorzitter wordt, wilt u uit het cordon sanitaire stappen.

COVELIERS: Kunnen we het nog verantwoorden dat we als liberalen een miljoen kiezers uitsluiten omdat linkse journalisten en politici dat meer dan vijftien jaar geleden hebben bedacht? Als voorzitter zou ik volgend voorjaar al de discussie op gang brengen binnen de VLD. Uiteindelijk zou ik een ledenreferendum organiseren over de vraag of onze partij met het Vlaams Blok mag praten. Dat moet voor de verkiezingen gebeuren, want de kiezers moeten weten waar ze met ons aan toe zijn. Willen de leden dat we ook met het Vlaams Blok praten, dan zullen we die partij moeten laten weten welke programmapunten voor ons onaanvaardbaar zijn. Dan hebben ze de keuze: afstand doen van die punten of afzien van een mogelijke samenwerking met de VLD.

Ik begrijp niet dat Vlaams minister Frank Vandenbroucke (SP.A) vorige week in zijn vrije tribune durfde te opperen dat een klassieke tripartiete op federaal niveau de enige oplossing is – al werd hij ondertussen al teruggefloten vanuit Havana. Een driepartijenregering zou betekenen dat de federale kamers met dezelfde ongelukkige formule als hier in Antwerpen moeten leven: een oppositie die alleen uit het Vlaams Blok bestaat. Alles wat misgaat in het beleid – en er gaat altijd iets mis – levert het Blok in dat geval stemmen op. Daarnaast verglijdt de coalitie dan automatisch naar links om zich af te zetten tegen de rechtse oppositie.

U bent het niet eens met de analyse van Frank Vandenbroucke?

COVELIERS: Met zijn unitaire reactie? Eigenlijk zegt hij dat je in Vlaanderen niet kunt besturen als de federale regering niet op dezelfde manier is samengesteld. Hij verwijt dus Pieter De Crem (CD&V) dat hij oppositie voert in de Kamer terwijl zijn partijgenoot Yves Leterme de Vlaamse regering leidt. Als je die redenering doortrekt, moet je eisen dat de macht in de hele Europese Unie in handen van dezelfde coalities is.

Waarom vinden sommigen dat de asymmetrie niet werkt? Omdat ze niet kunnen verdragen dat ze in het ene parlement samenwerken met partijen die in het andere parlement kritiek op hen geven. Misschien is een deel van het probleem dat de federale ministers in nogal wat partijen overwicht hebben op hun Vlaamse en Brusselse collega’s.

In ‘Dag Allemaal’ zei u: ‘Ik weiger een onredelijke prijs te betalen om dit België bij elkaar te houden.’ Wat is een onredelijke prijs?

COVELIERS: Afstand doen van de verworvenheden van de Vlaamse Beweging. Als de Franstaligen Brussel-Halle-Vilvoorde willen splitsen in ruil voor een paar faciliteitengemeenten rond Brussel, ga ik niet akkoord. We hebben in de federale regering al afstand gedaan van het democratische meerderheidsprincipe – kijk maar hoeveel mandaten de Franstaligen hebben in alle federale overheidsdiensten – waarom zouden we nog meer toegevingen moeten doen? We moeten onze Franstalige collega’s duidelijk maken dat we al genoeg hebben betaald. Ze moeten inzien dat we bereid zijn om de solidariteit niet helemaal af te schaffen op voorwaarde dat zij toegevingen doen in verband met Brussel-Halle-Vilvoorde, Vlamingen in Brussel en het overhevelen van bevoegdheidspakketten naar Vlaanderen. De enige aanvaardbare prijs is volgens mij een minimale, transparante solidariteit met Wallonië. Voor alle duidelijkheid: dat betekent dat we ze minder zouden betalen dan vandaag.

En als ze dat niet pikken?

COVELIERS: Dan moeten we ons voorbereiden op een Tsjechisch scenario. De Tsjechen en de Slowaken zijn uit elkaar gegaan als twee gelukkige volkeren.

U bent nog steeds een Vlaams-nationalist?

COVELIERS: Ja. De basisgemeenschap is voor mij de Vlaamse gemeenschap, en die moet een zo groot mogelijke bevoegdheid krijgen. Alleen voor de paar dingen die we beter federaal kunnen regelen, heeft België nog zin. Wie heeft daar last van? Alleen Albert II en consorten die hun goedbetaalde job zouden verliezen.

Hoe schat u uw kansen in voor het voorzitterschap?

COVELIERS: De steun van de nomenklatoera zal Somers geen windeieren leggen. Dat besef ik ook wel. Natuurlijk stemmen de leden anoniem, en ik denk dat sommigen rebels en vrijheidslievend genoeg zijn om op mij te stemmen. Misschien moet ik maar internationale waarnemers uitnodigen om de telling bij te wonen. Ondertussen heb ik alle VLD-parlementsleden een brief gestuurd waarin ik schrijf dat ik weet hoe onafhankelijk ze zijn – een beetje ironie is nooit weg – en hoe vrank en vrij ze hun gedacht zeggen. Ik vraag hen of het niet hoog tijd is dat de partij een voorzitter krijgt die ook tegen de premier durft te zeggen waar het op staat. Totnogtoe heb ik enkele reacties ontvangen. Ik ben benieuwd.

Denkt u niet dat u vooral protest- en foertstemmen zult krijgen?

COVELIERS: Die zullen er wel tussen zitten. Maar veel echt ontevreden leden hebben we niet meer: die zijn de afgelopen jaren haast allemaal opgestapt.

Zoals Leo Govaerts en Ward Beysen?

COVELIERS: Het eerste wat ik als voorzitter zou doen, is al degenen die de partij verlaten hebben – en dat zijn er al een pak – uitnodigen om terug te komen. Govaerts, Beysen, iedereen krijgt amnestie. Mensen wegsturen, wil ik niet. Wel zou ik tegen leden die niet erg liberale gedachten opperen, zeggen: denk eens na of je wel in de juiste partij zit, en je niet beter zou thuisvoelen bij Spirit of zo.

Door Ann Peuteman

‘Als voorzitter zou ik de leden in een referendum vragen of de VLD met het Vlaams Blok moet praten.’

‘Ward Beysen, Leo Govaerts en de anderen die uit de partij zijn vertrokken, krijgen allemaal amnestie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content