Ter gelegenheid van de 40e verjaardag van Knack duikt Rik Van Cauwelaert wekelijks in de donkere kelders van ons archief – en van zijn geheugen.

De partij Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) werd uit woede geboren. De woede van één man: Guy Verhofstadt. Die woede hield hij over aan de manier waarop hij met de PVV in het najaar van 1987 uit de federale regering werd gebonjourd. En dan nog wel door premier Wilfried Martens (CVP), die tot dan geen kans onverlet had gelaten om Verhofstadt te prijzen.

Tijdens het weekend van 14 en 15 november 1992 haalde bouwmeester Guy Verhofstadt zijn met veel toeters en bellen aangekondigde nieuwe, verruimde liberale partij, de Vlaamse Liberalen en Democraten, uit de steigers. Zo’n 2000 aanwezigen kwamen in de Antwerpse Singel hun steun betuigen voor het politieke project van Guy Verhofstadt, dat in Knack van 18 november 1992 breed werd uitgemeten.

Eén voor één werden de vernieuwers, verruimers voorgesteld aan de enthousiaste partijsupporters: de gewezen Brugse CVP-schepen Dries baron van den Abeele, de Harelbeekse burgemeester en ondernemer Pierre Lano, en voormalig Volksunie-voorzitter Jaak Gabriëls en diens vrienden André Geens, Hans Bracquené en Stefan Ector. Maar de meest ophefmakende overstap was ongetwijfeld die van de Brugse socialist Pierre Chevalier.

De SP werd door de overstap zodanig door elkaar gerammeld dat voorzitter Frank Vandenbroucke prompt naar Antwerpen stoof om daar in het Holiday Inn-hotel, niet ver van deSingel, tijdens een geïmproviseerde persconferentie een ware aanklacht tegen Chevalier en de in overlopers handelende VLD af te steken.

Intussen verspreidden de media-adviseurs van Verhofstadt, onder wie de latere begrotingsminister Guy Vanhengel, het bericht dat nog voor het einde van het stichtingscongres een andere grote overstap werd verwacht. De naam van VU-kopstuk Hugo Schiltz werd gefluisterd – al bleek dat naderhand op niets gebaseerd.

Tijdens de maanden en zelfs jaren voordien was Verhofstadt op zoek geweest naar een verruiming van de PVV. Er waren discrete gesprekken met katholieke en Vlaamse conservatieven uit CVP-, VU- en zelfs Vlaams Blokkringen. Maar die pogingen strandden op de onwil van zijn liberale partijgenoten, die – om de woorden van Patrick Dewael te gebruiken – ‘liever niet in dezelfde partij zaten als Leo Tindemans’.

Maar in Antwerpen was het wel duidelijk: Guy Verhofstadt had, eerst met zijn Burgermanifest (er zouden er nog twee volgen) en daarna met de stichting van zijn VLD, het politieke strijdperk grondig omgewoeld. Tien uur lang sleutelden de congresgangers aan de beginselverklaring van de VLD. Voorstellen van deelnemers over de staatshervorming, de verplichte terugkeer van migranten en over de sociale zekerheid die al te ver gingen werden vakkundig afgevoerd naar een later statutair congres. Maar toen al werd duidelijk dat het voor Verhofstadt zaak zou worden de clanvorming van lichtblauwen tegen donkerblauwen te voorkomen. De diepblauwe Herman De Croo had het in die dagen over ‘de reizigers zonder bagage’ die de liberale familie kwamen vergezellen.

Knack-directeur Frans Verleyen, vriend en inspirator van Verhofstadt, formuleerde het zo in zijn Woord vooraf: ‘De openbare opinie zal geleidelijk wennen aan de wezenlijke politieke keuze die haar voortaan wordt voorgelegd. Aan de ene kant gaat het om een samenleving waarin een breed “middenveld” met allerlei structuren en financiële middelen het grondwettelijke politieke apparaat overvleugelt of zelf vervangt. In zijn relatie met de overheid en de rest van de bevolking moet de burger langs dit middenveld passeren om zijn professionele, politieke en sociale rechten te krijgen. Hij is cliënt en elke Belg weet uit ondervinding wat dat betekent. Aan de andere kant, deze waar de VLD nu staat, is een samenleving mogelijk waarin het democratische burgerschap zo direct mogelijk wordt beleefd. Overheid en wetgeving vloeien rechtstreeks voort uit wat de bevolking wil en nastreeft via het parlementaire mechanisme. Zo wordt de verzoening tussen de burger en de politici opnieuw mogelijk.’

En Verleyen besloot: ‘De VLD heeft het maatschappelijke verschil tussen beide soorten burgers, elk met hun eigen waarden, correct blootgelegd. Aan weerszijden van deze demarcatielijn kan men perfect en eerbiedwaardig aan politiek doen.’

Die demarcatielijn, waar Verleyen het over had, werd met de jaren wel steeds vager.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content