Voor het eerst in zijn geschiedenis wordt de Antwerpse Zoo met een rechtstreekse concurrent geconfronteerd: het Waalse Pairi Daiza. Dat speelt het spel op het scherp van de snee. Als alles volgens plan verloopt, komen zondag de panda’s Hao Hao en Xing Hui naar Bergen. ‘Wij Walen kunnen ook iets zonder dat er Vlaams geld aan te pas komt.’

De ene is oud, de andere jong. De ene ligt in het hart van een Vlaamse stad, de andere afgelegen op het Waalse platteland. De ene is een vzw die werk geeft aan 370 mensen, de andere een nv met 170 werknemers. Beide hebben ze ongeveer vijfduizend dieren in huis (aquaria inbegrepen). Allebei trekken ze jaarlijks ongeveer 1 miljoen bezoekers aan. Maar de Antwerpse Zoo is sinds kort niet meer de grootste van het land. In 2012 ging het Waalse Pairi Daiza hem in bezoekersaantallen voorbij. In combinatie met het Domein Planckendael, beide beheerd door de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA), blijft de Zoo wel de grootste.

‘Wij zijn een monument’, zegt directeur Dries Herpoelaert van de KMDA. ‘Toen ik hier drie jaar geleden begon, ben ik verliefd geworden op de Zoo. Nergens in de wereld is er een beter bewaarde zoo, zowel qua exotisch gehalte als qua historische waarde, een unieke combinatie van natuur en architectuur. En geef ons nog een paar jaar om dat uit te puren met ons project KMDA 2020. Wij zijn bezig om van de Zoo een echte love brand te maken, een gemeenschap van mensen rond een merk dat vooral om emotie draait. We hebben nu al meer dan 200.000 abonnees, een record, en een garantie op stabiliteit in een moeilijke markt.’

De KMDA werd opgericht in 1843, de nv Pairi Daiza in 1993. Het park rond een oude abdij in de buurt van het onooglijke Henegouwse plaatsje Brugelette is het geesteskind van Eric Domb, een bevlogen ondernemer die de exotische tuin wilde creëren waar hij zelf van droomde. ‘Ik wil mensen de schoonheid van de natuur tonen’, zegt hij. ‘De kunst van een tuin is niet de natuur imiteren, maar ingrediënten uit de natuur gebruiken om schoonheid te illustreren, schoonheid van dieren én mensen. Ons concept is gemodelleerd op de ommuurde tuinparadijzen uit het oude Perzië, waar we ook onze naam haalden. De muren dienden er om de mens te scheiden van zijn zorgen.’

De start van het park was een nachtmerrie. De begininvestering van 6 miljoen euro was veel te laag, vooral omdat het aantal bezoekers overschat was: er kwamen er de eerste jaren 100.000 minder dan vooropgesteld. ‘Een klassieke beginnersfout’, zegt Domb, die zijn eigen belangen behartigt in de houdstervennootschap Wildo Properties. ‘De kosten schat je meestal vrij correct in, maar de inkomsten niet. Er was te weinig geld voor de investeringen die nodig waren om het park aantrekkelijk te maken. Na twee jaar waren we zogoed als failliet. Gelukkig kregen we voldoende vertrouwen van de financiers. Vanaf 1999 begonnen we eindelijk wat winst te maken.’

Goedkoop aan dieren raken

Ook de KMDA, die in 2012 een omzet van 44,5 miljoen euro draaide, doorzwom woelige watertjes. In 1985 was ook zij vrijwel failliet. De bezoekersaantallen daalden, de kostenstructuur was te zwaar en het onderhoud van het oude patrimonium, dat sterk belast wordt door het huizen van soms veeleisende dieren en het ontvangen van miljoenen bezoekers, slorpte steeds meer geld op. ‘Dat jaar werd beslist om de exploitatie van de Zoo en de andere activiteiten los te koppelen van het patrimonium en in een vzw onder te brengen’, legt Herpoelaert uit. ‘Als er iets zou mislopen met de vzw, was het patrimonium tenminste veilig. Een vzw kon toen ook makkelijker subsidies krijgen dan een nv.’

Het woord is gevallen: subsidies. Eric Domb beschuldigt de KMDA onomwonden van oneerlijke concurrentie: ‘Ik heb de berekening gemaakt. Tussen 2002 en 2012 kreeg de KMDA van het Vlaams Gewest liefst 64 miljoen euro aan specifieke subsidies, en er ligt tot 2016 nog 32,5 miljoen klaar. Wij trokken in dezelfde periode ongeveer 10 miljoen euro gewone hulpsubsidies van het Waals Gewest, die iedere kmo krijgt als hij jobs creëert. Het belastingpercentage van de KMDA is 0, dat van ons 34. Bij ons zijn alle inkomsten onderworpen aan btw, bij de KMDA slechts een deel. Maar ondanks die steun kan de KMDA zichzelf niet bedruipen.’

Herpoelaert zucht als hij daarmee geconfronteerd wordt. Hij wil vermijden in een conflict te worden meegezogen, maar kan niet anders dan zich verweren omdat hij in het defensief wordt gedrongen: ‘Domb doet het voorkomen alsof het feit dat er op onze tickets geen btw hoeft te worden betaald – wat bij federale wet is vastgelegd voor dierentuinen en musea – een voordeel is voor de KMDA. Maar niets is minder waar, want dat voordeel gaat integraal naar de bezoekers. De keerzijde van die medaille is dat de btw die wij op onze investeringen betalen niet aftrekbaar is. Dat betekent dat elke investering van de KMDA 21 procent duurder is dan bij Pairi Daiza. Sinds 2002 gaf dat een verschil in het nadeel van de KMDA van 30 miljoen euro. Het strafste is dat Pairi Daiza geen btw zou mogen aanrekenen aan zijn bezoekers, want het is ook een dierentuin. Maar Domb presenteert zijn domein aan de administratie als een themapark en laat zijn bezoekers btw betalen, anders kan hij de btw van zijn investeringen niet recupereren.’

Herpoelaert benadrukt nogmaals dat de Zoo een monument is: ‘Onze nijlpaarden zitten in een prachtig gerenoveerd historisch gebouw, in Pairi Daiza zitten ze in een betonnen bak. Wij houden olifanten in een Egyptische tempel die dateert uit 1853 – de voortdurende combinatie van dieren in geklasseerde gebouwen vormt mee de charme van onze tuin. Het gros van onze subsidies dient voor de restauratie van gebouwen. Ongeveer 2,5 miljoen euro per jaar gebruiken we voor maatschappelijke opdrachten die Pairi Daiza niet vervult. Elk jaar krijgen 150.000 schoolkinderen gratis een gids, en 25.000 mensen een sociaal inkomticket van 6 euro in plaats van 30. Wij zijn ook altijd open, omdat we een sociale ontmoetingsplaats zijn, maar in deze tijd van het jaar verliezen we daar geld door – Pairi Daiza sluit in het winterhalfjaar. Wij doen aan wetenschappelijk onderzoek en beheren zeven stamboeken van dieren in kweekprogramma’s – geen enkele zoo doet beter. Pairi Daiza profiteert van die kweekprogramma’s, maar geeft er niets voor terug. Voor hen is het een eenvoudige manier om goedkoop aan dieren te raken. Ik leer trouwens uit de balans van Pairi Daiza dat ongeveer de helft van Dombs vermogen uit subsidies bestaat, die hij krijgt omdat hij opereert in een reconversiegebied.’

Domb is niet onder de indruk: ‘Ik heb het er moeilijk mee dat wij worden afgeschilderd als boze kapitalisten, terwijl zij de sociaal gemotiveerde ideologen zouden zijn die investeren in wetenschap en conservatie. Wij hebben 50 miljoen euro schulden op een jaaromzet van 30 miljoen, en dat is oncomfortabel, hoewel ons bedrijf gezond is. Wij hebben de aandelen die het Waals Gewest in onze beginperiode kocht, vorig jaar overgenomen, wat het Gewest een meerwaarde van 5 miljoen euro opleverde. Ik heb Dries Herpoelaert eind 2012 expliciet gevraagd om zich los te maken van het permanente infuus van het Vlaams Gewest. Ik zou dat in drie jaar tijd kunnen zonder de KMDA in gevaar te brengen. Maar hij wil niet. Dat is niet collegiaal.’

Tienerzwangerschap

Herpoelaert countert: ‘Wij zijn geen semi-overheidsinstelling. Wij moeten ons competitief in de markt zetten, anders gaan we van crisis naar crisis. Wij hebben na een zware sanering in de jaren 2000 weer veel cash op onze rekening, en pompen die in nieuwe projecten. We investeren 70 miljoen euro in de parken, waarvan 40 miljoen eigen middelen. Het reptielengebouw en de roofvogelvolières van de Zoo worden volledig vernieuwd, en we bouwen het tweede grootste koraalrifaquarium van Europa. Een groot deel van Planckendael krijgt een make-over, onder meer met een volière waarin mensen kleurrijke papegaaitjes kunnen voederen. Zowel in de Zoo als in Planckendael komt er een belevingsperk met pinguïns, waarin de bezoekers met pinguïns op wandel kunnen. We streven ernaar om onze bezoekers dichter bij de dieren te brengen, zodat de beleving nog groter wordt.’

Ook Pairi Daiza investeert in de toekomst. ‘De Antwerpse Zoo kreeg in 2007 een prijs voor de best bewaarde zoo uit de 19e eeuw, terwijl wij in 2012 verkozen werden tot beste zoo van België en Nederland’, grinnikt Domb – overigens een charmante man. ‘Wij willen de beste zoo van de 21e eeuw worden. Daarom investeerden we 8 miljoen euro in infrastructuur voor twee reuzenpanda’s, die ons vijftien jaar lang nog eens miljoenen per jaar aan leasing en onderhoud zullen kosten. In hetzelfde Chinese perk zullen ook sneeuwluipaarden en gouden takins (rundergemzen) te zien zijn. We maken nu al plannen om met de extra inkomsten die de panda’s hopelijk zullen genereren een Terre du Froid aan te leggen, een arctische toendrabiotoop met wolven, beren en elanden, en met een menselijke toets, zoals in al onze projecten – in dit geval rond nomaden. We beseffen dat we met onze panda’s de mensen niet langer dan twee jaar zullen kunnen lokken, dus moeten we plannen blijven maken.’

De panda’s legden Pairi Daiza tot dusver geen windeieren: ze duwden de beurswaarde van de nv omhoog. Vandaag is het park volgens de beurs 52 miljoen euro waard, hoewel dat voor Domb geen betekenis heeft, want hij wil toch niet verkopen – al was het maar om te vermijden dat zijn domein zou worden overgenomen door een buitenlandse pretparkenketen die de waarden die hij wil promoten ongetwijfeld zou afstoten. Hoeveel de KMDA waard is, kan niemand bij benadering zeggen, al was het maar om de grote oppervlakte onroerend goed in de stad Antwerpen in haar patrimonium. Maar het zal een stuk meer zijn dan 52 miljoen.

De KMDA weet evenmin hoeveel de hype rond de geboorte van het olifantje Kai Mook in 2009 opgebracht heeft, hoewel hij een belangrijke boost in beleving en bezoekersaantallen opleverde. Er wordt trouwens gefluisterd dat Kai Mook, die nu in Planckendael zit, zwanger zou zijn. De Zoo hoopt dat nieuws tegen het openstellen van de pandaruimte van Pairi Daiza in april wetenschappelijk te kunnen bevestigen, hoewel een tienerzwangerschap uiteraard een ander verhaal is dan een geboorte. Het is moeilijk te voorspellen wat een hype wordt en wat niet.

Voor Herpoelaert is er in België plaats voor twee grote zoos: ‘Ik vind het spijtig dat we niet op een aangenamer manier kunnen converseren, want we opereren beiden in een moeilijke markt, omdat de mogelijkheden die mensen hebben om het geld voor hun vrije tijd te besteden veel groter zijn dan vroeger. Zelfs shoppingcentra worden tegenwoordig als centra voor beleving gepromoot. Wij hebben nooit de confrontatie gezocht, maar voor Domb als privéspeler draait het natuurlijk ook om zijn persoonlijk vermogen. Hij opereert tegen de limiet van zijn financiële mogelijkheden aan, en ziet in ons een concurrent die hij wil verzwakken. Zijn uithalen aan het adres van de KMDA lijken vooral een rookgordijn om zijn penibele situatie te verdoezelen.’

Domb, die lid is van de vereniging Optimistes Sans Frontières, steekt niet onder stoelen of banken dat hij mikt op de Vlaamse markt. Nu is ongeveer een derde van de bezoekers van Pairi Daiza afkomstig uit Vlaanderen, maar hij wil dat opkrikken – overigens komt een derde van de bezoekers van de Zoo uit het zuiden van het land. De hetze rond de komst van de panda’s heeft de naamsbekendheid van Pairi Daiza in Vlaanderen in ieder geval vergroot. De succesvolle inzet van premier Elio Di Rupo – een politieke inbreng op hoog niveau is essentieel om een pandadossier met China rond te krijgen – werd uitgespeeld tegen de ‘mislukking’ van Vlaams minister-president Kris Peeters, tevens peter van Kai Mook. Met dank aan de Antwerpse N-VA van Bart De Wever die ook in dit dossier communautaire stokebrand speelde, onder meer door erop te wijzen dat Pairi Daiza in Di Rupo’s kiesdistrict ligt.

‘Als je de Vlamingen een beschrijving zou geven van een grote vzw die overleeft bij gratie van subsidies versus een ondernemer die zich in de schulden werkt om zijn droom te kunnen realiseren, zouden ze de KMDA ongetwijfeld als typisch Waals profitariaat bestempelen en Pairi Daiza als een voorbeeld van sterk Vlaams ondernemerschap’, lacht Domb, die in Wallonië een ijzersterke reputatie als ondernemer geniet. ‘De Vlamingen moeten maar eens komen kijken om te zien dat wij Walen ook iets kunnen zonder dat er Vlaams geld aan te pas komt. Het enige Vlaamse geld dat wij krijgen, komt van de tickets en consumpties van onze Vlaamse bezoekers. Zij krijgen er een universele droom voor in de plaats.’

DOOR DIRK DRAULANS

Domb: ‘Ik heb Herpoelaert gevraagd zich los te maken van het permanente infuus van het Vlaams Gewest, want dat is oneerlijke concurrentie.’

Herpoelaert: ‘De uithalen van Domb zijn een rookgordijn om zijn penibele financiële situatie te verdoezelen. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content