Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Belgische voetbalbond heeft de tactiek van de Rode Duivels overgenomen: paniekvoetbal.

Bondscoach Georges Leekens is vorige vrijdag twee keer ontslagen. Eerst door de sportpers, die ongenadige rechter die de deugd van de nuance steeds minder beoefent. Zoals na de eerste speeldag van deze competitie. Wie op maandag de Belgische kranten doornam, kreeg de indruk dat er dat weekend slechts één schurk op de wereld had rondgelopen: Armand Ancion, de scheidsrechter die in Westerlo-Genk vijf penalty’s floot en vier spelers van het veld stuurde. Wie datzelfde weekend een paar Algerijnse dorpen zou hebben uitgemoord, was minder vernietigend aangepakt dan Ancion. Zonder mededogen, zonder veel afkeuring ook voor tricheurs als Gouden Schoen Branko Strupar, die met een geveinsde duik de carrousel van goals, kaarten en strafschoppen in gang had gezet.

Eerst was Leekens dus buitengegooid door de kranten, daarna door de technische commissie van de voetbalbond. Die de dag nadien dan weer in de kranten door het slijk werd gesleurd omdat ze had gedaan wat diezelfde kranten hadden aanbevolen. Het is soms een beetje moeilijk om vatten.

Twee dagen na de 3-4 nederlaag tegen Finland, een nieuw dieptepunt in een in alle opzichten catastrofale reeks oefenmatchen, maakte de technische commissie in sneltreinvaart haar beslissing bekend aan het inderhaast samengeroepen uitvoerend comité, en Leekens vloog de laan uit. Op jarenlang verzoek van de Franstalige pers werd hij vervangen door Robert Waseige, een goedmoedig man met een gerijpte kijk op het leven in het algemeen, en het voetballeven in het bijzonder.

Voor de tweede keer in tien jaar tijd zoekt de bond beeld en gelijkenis van Guy Thys. In februari ’90, toen Walter Meeuws na zes matchen door Rik De Saedeleer was weggestuurd, had men al eens in paniek teruggegrepen naar een epigoon van Thys, namelijk Thys zelf. Negen jaar later is Waseige het beste alternatief. Vanaf nu wordt whisky drinken en sigaren roken een verplicht vak op de Heizelschool.

In feite had de technische commissie vorige vrijdag zelf ontslag moeten nemen. Drie bondscoaches in evenveel jaar, dat getuigt al evenmin van veel inzicht bij de aanwervingspolitiek als van een standvastige mening. De vierde trainer komt er trouwens aan, want dat het contract met Waseige slechts tot en met Euro 2000 loopt, werd op de persconferentie wat al te nadrukkelijk onderstreept. Iedereen heeft nu tien maanden de tijd om te gissen met welke andere trainer er een voorakkoord is gesloten.

EEN DUBBELE FUNCTIE

De bondsleiding rijdt zich telkens weer vast met de aanstelling van bondscoaches. Het past even te herinneren aan de wansmakelijke manier waarop Wilfried Van Moer twee jaar geleden aan de dijk werd gezet. Bij de bond zagen ze er geen graten in om hem nog op scouting naar Italië te laten vertrekken, hoewel ze al wisten dat Leekens als zijn opvolger in dienst was genomen. Alleen omdat dat in Het Volk zou uitlekken werd Van Moer, bij wijze van spreken aan de voet van de vliegtuigtrap, verwittigd dat hij met zijn koffers in Hasselt mocht blijven.

Dat de bond en passant de verrassende competitieleider Moeskroen van zijn trainer beroofde, was een andere bijkomstigheid. “Hij had best bij Moeskroen mogen blijven”, probeerde voorzitter Michel D’Hooghe zich later te bevrijden uit de wirwar van bochten waarin hij door de onhandigheid van zijn technische commissie en de loslippigheid van uitvoerend-comitélid Georges Ingelbrecht was terechtgekomen. “Wij wilden hem enkel vragen om bovenop zijn clubwerk al de interlands tegen Wales en Turkije voor zijn rekening te nemen.”

Om niet meer voor dergelijke pijnlijke feiten te worden gesteld, heeft D’Hooghe de zaken deze keer meteen zelf in handen genomen. Dat was ook niet zo moeilijk, want Georges Leekens kan allerminst rouwig zijn geweest om de mooie uitweg die hem is geboden: volgens sommige kranten een opstapvergoeding van tien miljoen frank, de kans om bij een nog beter betalende club aan de slag te gaan, verlost van het gezeur van een leger beperkte voetballers van wie de grootte van het ego omgekeerd evenredig is met die van hun kwaliteiten, verlost van de eeuwige en niet van inconsequentie gespeende kritiek van de pers, verlost van het risico op een afgang in Euro 2000, en verlost van de tegenkanting binnen de gescleroseerde structuren van de voetbalbond.

Leekens combineerde de functie van bondscoach met die van sportief directeur. En vooral in die laatste hoedanigheid haalde hij binnen de bond heel wat heilige “bevoegdheidsmuren” omver, en zichzelf dus heel wat vijandigheid op de hals. Georges baas en alle amateurs die het vroeger voor het zeggen hadden aan de kant, zo ongeveer moet binnen de bond de perceptie van allerlei initiatieven van Leekens zijn geweest.

Er kwam een professioneler maar ook duurder scoutingsapparaat, de medische staf werd fors versterkt en uitgebouwd, er werden lijnen getrokken voor de werking van het nieuwe jeugdcentrum in Tubeke, en zo meer. Dat klinkt allemaal evident, maar het was een revolutie in een instituut waar de bakens werden uitgezet door mensen die zich in hun vrije tijd met de bondswerking bezighielden. Wrijvingen en tegenkantingen ontstaan dan al over de aankoop van videocassettes, waarvan een of andere koddebeier uit de provincie Luxemburg zich afvraagt waarvoor dat nodig is. Kan je nagaan hoeveel tandengeknars er klonk toen Leekens allerlei mensen begon aan te werven om al zijn departementen met professionals op te vullen.

De zwier waarmee hij deze banale en minder banale beslissingen naar zich toetrok, heeft hem binnen de bond heel wat vijanden bezorgd. En het gestuntel van de nationale ploeg gaf die mensen de munitie die ze nodig hadden om deze arrogante kwast af te schieten.

Met het ontslag van Leekens waren plotseling twee functies vacant. Die van bondscoach was dezelfde middag opgevuld, die van sportief directeur blijft open. Volgens velen zou ze voorbehouden zijn voor Michel Sablon, een bondsman bij uitstek die de talloze gevoeligheden ongetwijfeld beter kent en aanvoelt dan Leekens. Alleen is Sablon voorlopig afgevaardigd naar het organisatiecomité van Euro 2000, en is er nog niet met hem gesproken. De komende tien maanden is er dus geen sportief directeur, wat aantoont hoe hoog men op de Houba de Stroperlaan wegloopt met een professionele manier van werken.

NEGENTIEN OEFENMATCHEN

Dat het is misgelopen met Georges Leekens – ondanks een wat vreemde pseudo-theoretische ballast in zijn denken en spreken een vakman – heeft de bond aan zichzelf te wijten. Toen Leekens van Van Moer overnam, op 21 januari 1997, werd gezegd dat zijn taak vooral was om een elftal te kneden voor Euro 2000.

In die periode was België nochtans volop in strijd voor de eindronde van de wereldbeker. Dat Leekens de Rode Duivels daar “op wonderlijke wijze” voor kwalificeerde, is een niet uit te roeien maar totaal verkeerde voorstelling van zaken, die ook vorige week weer in meerdere curricula opdook. Toen Van Moer werd ontslagen, hadden de Rode Duivels drie van de acht voorrondematchen gespeeld. Tegen Turkije en San Marino hadden ze gewonnen, tegen de voorgeprogrammeerde groepswinnaar Nederland verloren. Op dat moment was de tweede plaats in de groep, die minimaal recht gaf op een barragematch, allerminst veraf. Integendeel, ze lag voor het grijpen en Leekens heeft ze gegrepen. Onder meer dankzij uitstekende uitwedstrijden in Wales, Turkije, en Ierland. Dat het “tegen alle verwachtingen in” was, dat de Belgen zich kwalificeerden voor Frankrijk, is absoluut onjuist.

Toch zat die misvatting ook in het hoofd van de bondsleiding ingeprent. Vandaar dat Leekens met een totaal absurde opdracht de wei werd ingestuurd: een nieuw elftal klaarstomen voor Euro 2000. Zelfs die eindronde van de wereldbeker werd bijna als een verplicht tussendoortje beschouwd.

Wat een onzin. Een bondscoach moet geen elftal klaarstomen voor een toernooi dat pas één, laat staan twee, jaar later plaatsheeft. Dat kan je hooguit overwegen als je over een uitgebreide lichting jonge talenten beschikt. En dat doet België, hoeft het gezegd, niet. Aimé Jacquet bouwde een vernieuwde Franse ploeg voor la Coupe du Monde, en nam het risico om superspelers als Eric Cantona en David Ginola buiten zijn selectie te houden. Het heeft weinig gescheeld of hij was al vóór de wereldbeker afgedankt. Als het aan de kenners van de pers had gelegen, had Jacquet gehangen.

Dat het de taak van Leekens was om een elftal te vormen dat op Euro 2000 de tweede ronde zou halen, werd door bondsleiders herhaaldelijk expliciet gesteld. Bijzonder onvoorzichtig, met negentien (!) oefenmatchen op het programma. Want of de trainer al dan niet die taak heeft volbracht, kan uiteraard pas worden vastgesteld als het zo ver is, in juni 2000. En zo een eindronde is toch onvoorspelbaar. De uitslagen uit de oefenwedstrijden kunnen zeer snel al hun belang verliezen.

De opdracht voor een Belgische bondscoach moet veel simpeler zijn: selecteer de beste elf van het moment en zorg ervoor dat je geen enkele match verliest. Spelers vormen die twee jaar later op internationaal niveau meekunnen, laat je maar over aan de clubs. De taak van een bondscoach bestaat erin deskundig de vruchten te plukken van het dagelijkse gezwoeg en gewroet van zijn clubcollega’s. Geloof ons vrij: weinig beroepen zijn zo gemakkelijk. Alleen opletten voor de pers.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content