In tegenstelling tot Ecolo weet Groen! niet echt goed garen te spinnen bij de toenemende ecologische bewustwording, de malaise bij de meerderheidspartijen en de deconfiture van ons financiële systeem. Portret van een kleine partij die zich klaarstoomt voor een grote toekomst.

Zes tot een goede zeven procent van de stemmen. Dat is de score die Groen! in de laatste peilingen wordt toegedicht. ‘In de huidige omstandigheden is dat niet slecht’, zegt partijvoorzitster Mieke Vogels. ‘Maar je zult mij niet horen zeggen dat ik daar tevreden mee ben.’ Traditioneel voorspellen dergelijke polls de groenen ook ongeveer een procent meer dan ze uiteindelijk weten binnen te halen. Bovendien maken ze zich bij Groen! zorgen over de niet te stuiten terugval van de SP.A. Ze weten maar al te goed dat een deel van hun kiezers bij de volgende verkiezingen geneigd zal zijn om de socialisten van de ondergang te redden.

In de Kamer en de Senaat leveren de de-buterende parlementsleden ondertussen behoorlijk werk, maar ze moeten wel érg hard roepen om te worden gehoord. Nochtans mitrailleert de partij de media dag na dag met voorstellen. Over milieudelicten bijvoorbeeld, of over armoedebestrijding, een socialere jobkorting en de hervorming van de financiële sector. Maar veel van die ideeën worden amper opgepikt. ‘We hebben natuurlijk een jonge fractie, met mensen die aan het begin van hun politieke loopbaan staan’, zegt Kamerlid Wouter De Vriendt. ‘Het is ook erg moeilijk om op federaal niveau oppositie te voeren nu er amper wetsontwerpen worden ingediend. Alles draait rond de communautaire discussie.’ En als het over de staatshervorming gaat, zit haast niemand op de mening van Groen! te wachten. Zeker niet omdat daar nog altijd onenig-heid over bestaat binnen de partij. Zowel Europees Parlementslid en oud-VU’er Bart Staes als een aantal van zijn Vlaams-Brabantse partijgenoten zijn immers een pak Vlaamsgezinder dan de rest van Groen!

Ook met hun kritiek op de regering-Leterme weten de Vlaamse groenen maar heel af en toe op te vallen. Dat komt onder meer doordat de Lijst Dedecker tegenwoordig met alle aandacht gaat lopen. ‘Dedecker scoort door zijn anti-establishmenthouding en zijn constante verontwaardiging over het doen en laten van de meerderheid’, zegt een vooraanstaande groene. ‘Die rol zouden wij ook kunnen spelen, maar veel van onze jonge mandatarissen zijn ontzettend bang om met het halfzachte imago van Agalev geassocieerd te worden. We moeten ons er dan ook voor hoeden zelf geen establishmentpartij te worden, want dan zouden we onze bestaansreden wel eens kunnen verliezen.’

Vandaag zitten er in de parlementen en op het partijhoofdkwartier inderdaad mensen die de hoogdagen van Agalev niet meer hebben meegemaakt, en van Groen! zo snel mogelijk een moderne, professionele organisatie willen maken. ‘Onze partij is zo langzamerhand ontgroend’, zegt ondervoorzitter Wouter Van Besien. ‘Onze regerings- deelname, de daaropvolgende electorale afstraffing en onze tocht door de woestijn tussen 2003 en 2007 hebben de partij volwassener gemaakt. Nu zijn we het laatste restje naïviteit aan het afschudden.’ Sinds de verkiezingsnederlaag van 2003 lijkt de partij wel bescheidener te zijn geworden, maar de individuele parlementsleden zijn ambitieuzer dan ooit. Voor zichzelf, maar ook voor hun partij. ‘Nu is het aan ons jonge parlementsleden’, zegt Wouter De Vriendt. ‘Wij dragen de Agaleverfenis niet met ons mee en moeten de overgang naar een moderne partij belichamen.’

DICHTE HORIZON

Sinds het begin van de lopende regeerperiode mogen alle groene parlementsleden een halftijdse medewerker in dienst nemen en hoeven ze die niet langer af te staan aan de studiedienst van hun partij. Daardoor krijgen ze meer hulp bij de voorbereiding van hun specifieke dossiers, kunnen ze zich meer met hun eigen lokale achterban bezighouden en behoort zelfs dienstbetoon tot de mogelijkheden. ‘Dat klinkt wel positief, maar er zit ook een keerzijde aan’, zegt een invloedrijke groene. ‘Als alle medewerkers in een pool samenwerken, worden de verschillende dossiers vanzelf op elkaar afgestemd. Nu wordt er vaak heel versnipperd gewerkt én gecommuniceerd.’

De laatste maanden lijken de parlements-leden zich inderdaad allemaal op hun eigen domein terug te plooien zonder op een overkoepelend partijverhaal te varen. Geen nood, klinkt het op het hoofdkwartier, dat wordt eind november verholpen op het Horizoncongres in Blankenberge. Daar wil de partij een coherent verhaal schrijven, dat minstens tien jaar lang als leidraad kan worden gebruikt. ‘Het congres vormt het sluitstuk van een proces dat meer dan een jaar zal hebben geduurd’, aldus De Vriendt. ‘Al onze leden hebben de kans gekregen om hun mening te ventileren en we hebben ook voor externe input gezorgd om ons gedachtegoed te verrijken.’

Toch worden de Horizonteksten in brede lagen van de partij allerminst op gejuich onthaald. Sommigen hebben het moeilijk met ‘het hoge Bond Zonder Naamgehalte’ van de voorstellen, anderen vinden die dan weer te gratuit. Een voormalige mandataris: ‘Elke politieke partij heeft twee dingen nodig: een concreet programma én een langetermijnvisie. Het Horizondebat zou de grote lijnen voor de komende decennia moeten vastleggen: onze visie op de toekomst van de samenleving. Zoiets mag best wat radicaal zijn. Maar de teksten die nu op tafel liggen, zijn veel te veel op de korte termijn gericht.’

Ook inhoudelijk hebben sommigen het moeilijk met de toekomstdromen van de partij. Terwijl voormalig voorzitster Vera Dua voor een uitgesproken groene koers koos, wil haar opvolgster Mieke Vogels de partij immers in alle richtingen verbreden. ‘Ecologie houdt nu eenmaal ook een visie op de economie en op de organisatie van de hele samenleving in’, zegt Vogels. ‘Volgens mij zijn de meesten van onze leden blij dat we weer wat verbreden.’ Voor de federale parlementsleden is het in elk geval een hele opluchting dat ze het tegenwoordig over meer mogen hebben dan de typisch groene thema’s. ‘Met onze groene koers hebben we de partij gered’, zegt senator Freya Piryns. ‘Maar we hebben ook niet meer dan een goede 6 procent behaald, hè. Als we het in de toekomst beter willen doen, moeten we ons programma dus onvermijdelijk verbreden.’

Ziet de basis wel iets in die verbreding, dan heeft ze het al een pak moeilijker met de plotse opstoot van bedrijfsvriendelijkheid bij de partijtop. ‘Vroeger waren we niet voor economische groei, en nu pleiten we voor economische groei binnen ecologische en sociale grenzen’, beaamt De Vriendt. ‘We willen een partnerschap aangaan met ondernemers die kiezen voor ecologische innovatie, want zij geven zuurstof aan de samenleving. Dat moeten we durven toe te geven. Door Mieke Vogels tot voorzitster te verkiezen, is onze partij duidelijk die richting ingeslagen. Voor mij mag het zelfs nog een beetje meer zijn.’

Tien jaar geleden was zo’n discours bij Agalev nog vloeken in de kerk geweest, en ook vandaag is het veeleer de top dan de basis die overtuigd is van het economische verhaal. ‘Natuurlijk hebben we de hele achterban nog niet mee, en ik verwacht ook nog grote discussies op ons congres’, aldus Wouter Van Besien. ‘De meeste groenen kunnen zich wel vinden in de concrete maatregelen die we voorstellen, maar ze moeten nog meer worden overtuigd van het grotere verhaal dat erachter zit.’ Vooral van de grote, goed georganiseerde Gentse afdeling verwacht de partijleiding nog weerwerk. ‘Naast ons pleidooi voor ecologische productietechnieken moeten we er blijven op hameren dat we minder moeten gaan consumeren’, luidt het daar. ‘Op dit moment vallen de klappen aan socialis-tische kant. Daarom is het belangrijk dat we ons op ons groene programma focussen en niet te veel op sociaaleconomische thema’s. Dan zullen we misschien niet vooruitgaan, maar we zullen er ook geen stemmen mee verliezen.’

Het ziet er dus niet naar uit dat de groene basis het Horizonproject zonder slag of stoot zal aanvaarden. ‘Dat hoeft ook niet’, zegt senator Freya Piryns. ‘Die teksten zijn niet te nemen of te laten. Wij kunnen hier in Brussel wel doordrongen zijn van ons grote gelijk, maar wat zijn onze ideeën waard als ze niet gedragen worden door een brede achterban?’

WEG MET HET VINGERTJE

Aan het grote groene verhaal wordt dus nog volop geschaafd. Het eeuwige zwakke punt van de Vlaamse groenen is echter de manier waarop dat straks naar buiten wordt gebracht. Tussen 2003 en 2007 werd de partijcommunicatie sterk gestroomlijnd. Voorzitster Vera Dua werkte nauw samen met het communicatiebureau Link Inc, en de mandatarissen werden voor elk publiek optreden uitgebreid gebriefd. ‘In die periode wisten we precies welke punten in elke boodschap moesten zitten’, zegt Freya Piryns. ‘Ontelbare keren heb ik herhaald dat we het voor onze kinderen en kleinkinderen deden. Op den duur kon ik dat zinnetje niet meer horen. Maar het werkte wel om elke keer weer op dezelfde spijker te hameren.’

Na de verkiezingen van 2007 werd die strikte communicatiestrategie losgelaten. Sommigen voelden zich sterker dan ooit door de relatief goede verkiezingsuitslag en de partij hield zich in de aanloop naar de woelige voorzittersverkiezing maandenlang alleen maar met zichzelf bezig. ‘We waren in de wolken omdat we weer vertegenwoordigers in de Kamer en de Senaat hadden’, zegt een parlementslid. ‘We geloofden dat het volstond om elk met onze eigen dossiers bezig te zijn en daar individueel over te communiceren.’ Aanvankelijk dacht de partijtop zelfs geen communicatiebureau meer nodig te hebben. ‘Een foute beslissing van Mieke en haar adviseurs’, zegt een mandataris. ‘Vandaag kan geen enkele politieke partij zich nog veroorloven om het zolang zonder communicatieadvies te doen.’ Dat zag op den duur ook de partijleiding in en onlangs ging Groen! in zee met het Antwerpse bureau Germaine, dat onder meer instond voor de recente WWF-campagne.

Want Groen! wil aan haar imago sleutelen. Het belerende vingertje moet verdwijnen en de groene boodschap moet een pak positiever worden uitgedragen. ‘In het verleden hebben we te veel gewezen op de dingen die foutlopen’, zegt Europees Parlementslid Bart Staes. ‘Het is natuurlijk noodzakelijk om te blijven herhalen dat het westerse economische model onhoudbaar is geworden en dat we naar een ecologische New Deal moeten evolueren. Maar we kunnen de mensen beter ons positieve alternatief voorhouden dan een doemscenario.’ Ook de partijleiding lijkt helemaal voor dat nieuwe optimisme gewonnen te zijn. ‘Het voorbije jaar heb ik veel inspanningen gedaan om het vingertje te vervangen door een verhaal van hoop’, aldus Vogels. ‘Maar zo’n nieuw profiel heeft tijd nodig om te rijpen.’ Nogal wat progressieve kiezers hebben het vanouds immers moeilijk met het schoolmeestergedrag van veel ecologisten. ‘Wij hebben inderdaad lange tijd de neiging gehad om de lat te hoog te leggen voor onze kiezers’, aldus Van Besien. ‘We gaven de mensen het gevoel dat ze hypocriet waren als ze op ons stemden en tegelijkertijd in een bedrijfswagen rondreden en met het vliegtuig op vakantie gingen. Ondertussen hebben we geleerd dat we meer begrip moeten opbrengen voor de dagelijkse praktijk. Als je geen geld hebt, is het bijvoorbeeld heel normaal dat je voor de goedkoopste koelkast kiest, ook al is die allesbehalve milieuvriendelijk. Het is de politiek die ervoor moet zorgen dat de goedkoopste producten ook het best zijn voor ons milieu.’

GENERATIEWISSEL

De meeste jonge mensen die het nu bij Groen! moeten gaan maken, hebben de regeringsdeelname (en de uitschuivers) van hun partij niet meegemaakt. Daarom vinden ze het belangrijk dat de boegbeelden van toen de partij blijven adviseren. ‘Een partij mag zich nooit van haar geschiedenis afscheuren’, zegt Mieke Vogels. ‘Het adagium van verjonging en vernieuwing, dat de politiek al tien jaar beheerst, heeft ondertussen zijn grenzen bereikt. Op korte termijn kun je misschien wel de vruchten plukken van een snelle en verregaande generatiewissel, maar dat blijft niet duren. Kijk maar naar de SP.A.’

Alleen bestaat nu wel het gevaar dat die oude Agalev-coryfeeën de jonge generatie blijven overschaduwen. Vogels mag dan hebben beloofd om jonge mensen een kans te geven, in de praktijk is zij nog steeds met een straatlengte voorsprong de populairste groene. ‘Vroeger werd de partij geleid door een collectief orgaan. In de ogen van de kiezers bestond Agalev uit Jos Geysels, Vera Dua, Mieke Vogels en Magda Aelvoet’, zegt een vooraanstaande groene. ‘Vandaag is er alleen Mieke. Daarom ben ik er lang niet meer zeker van dat de huidige parlementsleden de toekomst van Groen! zullen uitmaken. Het zou me niet verbazen als ook zij een soort overgangshofhouding blijken te zijn, net als de tussengeneratie die na de verkiezingsnederlaag van 2003 tussen de plooien is ge-vallen.’

Mieke Vogels is natuurlijk een sterke persoonlijkheid, die overal waar ze binnenstapt meteen in het middelpunt van de belangstelling staat. Nogal wat partijleden hebben moeten wennen aan de enthousiaste, eigengereide stijl van hun nieuwe voorzitster. Bovendien hadden sommigen het bijzonder moeilijk met de manier waarop ze vorig jaar de macht greep. Vooral de groep die de kandidatuur van Bart Staes steunde, hield een kater over aan die voorzittersverkiezing. Toen Vera Dua haar vertrek aankondigde, zag het er immers naar uit dat Staes de scepter bijzonder vlotjes van haar zou kunnen overnemen. Maar toen gooide pletwals Mieke Vogels zich, onder meer op aansturen van de voorzitter van het partijbestuur Luc Barbé, in de strijd en haalde het voorzitterschap binnen. Onder meer de Limburgse groene Flor Orij kon dat maar moeilijk verteren. Net voor de zomer schreef hij in een uitgelekte nota dat Vogels te polariserend is en haar persoonlijk belang boven dat van de partij stelt.

Orijs kritiek werd nogal gemakkelijk afgedaan als een zure oprisping uit de getormenteerde Limburgse partijafdeling, maar hij blijkt niet de enige te zijn die de huidige partijleiding sceptisch bekijkt. Zo hadden velen van het begin af aan het gevoel dat Vogels met een bijzonder grove borstel door de partijstructuren wou vegen. ‘Ze wou alles veranderen maar merkte al gauw dat dat niet altijd haalbaar of wenselijk was’, zegt een Antwerpse groene. ‘Nu vindt ze het warm water opnieuw uit, en werkt ze met een sterke partijsecretaris en een opgewaardeerde studiedienst. Maar eerst heeft ze wel een jaar verloren.’

Na de jaren onder een Gentse partijvoorzitster ligt ook het huidige Antwerpse overwicht nogal wat groenen zwaar op de lever. ‘Sinds Mieke Vogels voorzitster is, heeft het zwaartepunt binnen de partij zich naar Antwerpen verlegd’, zegt een Oost-Vlaamse partijsoldaat. ‘Het probleem met Antwerpse politici is dat ze vaak niet beseffen dat de politieke situatie in hun stad heel specifiek is. Het werkt niet om de ervaringen daar naar heel Vlaanderen te extrapoleren.’

EEN RESEM ONBEKENDEN

Het zijn de Vlaamse en Europese Parlementsleden die volgend voorjaar als eersten de peilingen aan de werkelijkheid moeten toetsen. Wat Europa betreft, lijkt het voor de hand te liggen dat Bart Staes, die het beste Vlaamse Europarlementslid wordt genoemd, de lijst zal trekken. Pas op het Horizoncongres wordt over die eerste plaats gestemd, maar het ziet er voorlopig niet naar uit dat iemand het tegen Staes zal durven op te nemen. ‘Ik heb er zin in’, zegt Staes. ‘Alle Europese groene partijen hebben voor de verkiezingen een gemeenschappelijke basistekst: A New Green Deal. Natuurlijk kunnen alle partijen hun eigen accenten leggen. Er komt ook een gemeenschappelijke campagne met dezelfde boegbeelden. Waarschijnlijk wordt onze kandidaat-commissaris Daniel Cohn-Bendit.’

Het ziet ernaar uit dat de Vlaamse verkiezingen een pak moeilijker worden. De zeskoppige Vlaamse fractie is tegenwoordig niet langer de meest dynamische club van Groen! Oud-minister Jef Tavernier stapt uit de nationale politiek, en ook Vera Dua is niet meer van plan om naar het Vlaams Parlement terug te keren. Jos Stassen is dan weer veel van zijn enthousiasme verloren sinds hij de partij als campagneleider naar de federale verkiezingen van vorig jaar mocht sturen. ‘Jos is ongelooflijk geschoffeerd en gekwetst’, zegt een parlementslid. ‘Ondanks al zijn inspanningen in de verkiezingscampagne heeft een aantal mensen binnen de partij hem erg kwalijk genomen dat de resultaten niet zo goed waren als de peilingen hadden voorspeld.’ ‘Ze riskeren nu naar de Vlaamse verkiezingen te moeten stappen met Mieke Vogels, fractieleider Rudi Daems en een rist onbekenden’, zegt een groene sympathisant. ‘Ze zullen er nog spijt van krijgen dat ze een paar goede jonge mensen, zoals Els Keytsman, aan de kant hebben geschoven.’ In elk geval zullen ook alle federale mandatarissen in de campagne moeten stappen.

Vooral de jonge generatie speculeert al stilletjes over een eventuele Vlaamse regeringsdeelname. De partij zal tegen volgend voorjaar al vijf jaar uit de regering weg zijn, heeft weer een stuk van haar maagdelijkheid herwonnen en zit boordevol plannen. ‘Op dit moment lijkt het me nog te vroeg om weer in een regering te stappen’, sust Mieke Vogels. ‘Maar als we de volgende verkiezingen echt grandioos zouden winnen, is dat wel bespreekbaar. Als wij nodig zijn in een coalitie, zullen we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen. Ook nu hebben we concrete punten die we willen verwezenlijken, net zoals we dat tijdens onze eerste regeringsdeelname hebben gedaan. Ik ben nog altijd trots op wat ik in de paars-groene regering als Vlaams minister van Welzijn heb kunnen realiseren. Zéér trots zelfs.’

DOOR ANN PEUTEMAN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content