Er waait een nieuwe wind door de VRT. Een frisse. Maar de echte mediaoorlog komt er nu pas aan.

Sandra de Preter en Luc Van Den Brande, respectievelijk ceo en voorzitter van de VRT, verkondigden vorige week eendrachtig de nieuwe missie van de openbare omroep: maatschappelijke relevantie is belangrijker dan marktaandeel. Er komt dus minder Sporza en meer Ketnet, zelfs op een apart derde kanaal. Er wordt niet meer ge-boden op de peperdure sportrechten, mega-lomaan entertainment à la Peter Live wordt geschrapt en TerZake wordt belangrijker dan De rode loper.

Dat het ooit anders was, bleek vorige week nog eens in een hilarisch interview met Tony Mary in P-Magazine. ‘Als we hadden gewild dan hadden we VTM zo van de kaart geveegd’, zegt hij. Mary lijdt in het interview aan een verregaande vorm van hersenverweking. Zijn pleidooi voor meer volksontwikkeling, zijn opmerking dat het VRT-nieuws onder zijn bewind veel meer verschilde van het VTM-nieuws dan nu en de manier waarop hij de graaicultuur onder zijn bewind minimaliseert (ondanks vernietigende rapporten van het Rekenhof), doen verhopen dat de man nooit een autobiografie gaat schrijven. Tenzij ze samen met een polygraaf wordt verkocht. Mary (en zijn schaduw Aimé Van Hecke) hadden maar één doel voor ogen: de grootste worden. Dat is een doel dat een openbare omroep niet moet nastreven. Die moet maatschappelijke meerwaarde leveren en geen economische.

Sandra de Preter (die duidelijk dikke maatjes is met minister van Media Ingrid Lieten, SP.A) gooit het over een andere boeg. De nieuwe beheersovereenkomst die de VRT met de Vlaamse overheid wil sluiten moet de eindtermen van de openbare omroep definiëren. Nieuws, duiding, educatie, cultuur zullen daarin belangrijker zijn dan ontspanning en sport. Een nichezender zal de VRT onder De Preter niet worden. Ze beseft maar al te goed dat je de kijker moet verlekkeren met Blokken en daarna moet belonen met Man Bijt Hond als je hem ook naar Het Journaal wilt laten kijken. Maar dan mag Het Journaal wel iets meer zijn dan een verfilmd persoverzicht. Van een redactie met meer dan 250 journalisten mag de kijker toch meer eigen nieuws verwachten. De laatste VRT-primeur moet zowat de zaak-Khaled geweest zijn en die dateert uit 1991.

De private omroepen reageren sceptisch op de nieuwjaarstoespraak van De Preter. Ze willen niet dat de VRT zich te veel op het internet waagt. Ook het regionale nieuws zou hij aan hen moeten overlaten. Bovendien blijven ze schieten op MNM dat geen ‘maatschappelijke relevantie’ zou hebben en dus niet zou thuishoren bij de VRT. Hun kritiek is ingegeven door de frustratie dat de VRT 38 procent van zijn middelen uit de reclamemarkt mag halen. Begrijpelijk, want private media kunnen niet overleven zonder reclame.

De VRT moet andere manieren vinden om zijn overheidsdotatie aan te vullen met private middelen. De Preter trok vorige week in de aanval. Ze wil dat Telenet en Belgacom meer betalen voor de VRT-programma’s in hun digitaal pakket. Zij maken nu monsterwinsten (233 miljoen voor Telenet in 2009 en 900 miljoen voor Belgacom) met content waarvoor ze alleen een beetje auteursrechten betalen.

Zonder de VRT zou het zenderaanbod van Belgacom of Telenet weinig abonnees kunnen bekoren. En als de VRT ten strijde trekt, kan dat ook goed zijn voor de andere Vlaamse omroepen die al even onontbeerlijk zijn voor de distributeurs.

En als Belgacom en Telenet niet willen dokken, mogen ze nog altijd proberen hun digitale abonnementen te verkopen met Njam, SyFy en Playboy Channel als grote publiekstrekkers.

‘Content heeft zijn waarde’, zegt Sandra de Preter. Het wordt de strijdkreet voor alle media die het volgende decennium willen overleven.

door Karl van den Broeck

Zonder de VRT zou het zenderaanbod van Belgacom of Telenet weinig abonnees kunnen bekoren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content