Minister van Justitie Laurette Onkelinx werkt aan een nieuwe en strenge wapenwet. Tot ongenoegen van wapenliefhebbers, die vinden dat zij er beter aan zou doen de illegale wapenhandel aan te pakken. Helaas is dat een sector waar haast niemand greep op heeft.

Niemand weet zelfs maar bij benadering hoeveel vuurwapens er in België circuleren. Volgens het officiële wapenregister zijn het er precies 643.346. Er zijn 181.114 vergunningen voor het bezit van een vuurwapen uitgereikt.

Dat lijkt veel, maar het aantal illegale wapens zou nog een stuk hoger liggen. Sommige – niet gespecificeerde – bronnen houden het erop dat er niet minder dan twee miljoen wapens in ons land zijn. Er zouden dus minstens dubbel zoveel illegale als legale wapens circuleren. In theorie zou een op de vijf Belgen dus een wapen in huis hebben, maar omdat vele wapenliefhebbers meer dan één wapen bezitten moet dit cijfer worden bijgestuurd. Waarschijnlijk heeft ongeveer een op de twintig Belgen een of meerdere vuurwapens.

In haar antwoord op een recente parlementaire vraag van Nele Jansegers (Vlaams Belang) geeft minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) wat concrete cijfers over het illegale wapenbezit in ons land. De laatste tijd neemt de politie jaarlijks zo’n 6000 illegale vuurwapens in beslag – dat zijn 61 wapens per 100.000 inwoners of ruim drie keer meer dan in Nederland. Vooral in Brussel en – het zal niet verbazen – Charleroi worden veel illegale wapens geconfisqueerd.

Veiligheid is een sterk politiek thema geworden sinds een Vlaamse partij een – vaak onterecht – gevoel van onveiligheid in de hoofden van veel mensen heeft gehamerd. Rechtszaken zoals die tegen juweliers die op hun overvallers schoten, hebben ook de netelige kwestie van de wettige zelfverdediging hoog op de agenda gebracht. De roep om meer individuele middelen ter bescherming van lijf en eigendom klinkt steeds luider.

Toch wil Onkelinx de omgekeerde richting uit: ze wil wapenbezit ontmoedigen door de wapenwet te verstrengen, tot ongenoegen van wapenhandelaars en lobby’s van wapenbezitters. Zo zijn jagersverenigingen ontevreden, omdat Onkelinx een vergunning wil voor de aankoop van een jachtgeweer, terwijl er zelden of nooit incidenten zijn met geweren. Nu moeten jagers alleen een vergunning hebben als ze hun geweer ook willen gebruiken, niet als ze het als decoratie tegen de muur willen hangen.

Onkelinx wil de strengere wet nog dit jaar door het parlement loodsen. Ze wil een grotere controle op wapenhandelaars, en een maandenlange aanvraagprocedure (inbegrepen medisch onderzoek) voor wie een wapen wil zonder dat hij lid is van een jagersvereniging of een schietclub. En ze wil die hele procedure voor elke wapenbezitter om de vijf jaar herhalen.

‘Ze is volledig verkeerd bezig’, stelt Jacques Pletinckx, al meer dan 35 jaar groothandelaar in wapens en gerechtsdeskundige in de ballistiek. ‘Ze zal de vrijheid van de burger nog meer beknotten. En ze zal de markt voor illegale wapens, waarop volstrekt geen controle bestaat, stimuleren. Wij zijn het ermee eens dat er een sluitende registratie voor wapens en hun gebruikers moet komen, en dat gebruikers moeten bewijzen dat ze met een wapen kunnen omgaan. Maar wij verzetten ons tegen een wet die het de wapenliefhebber nodeloos moeilijk maakt. De wetgever gaat er blijkbaar van uit dat er niks meer kan misgaan als hij alles verbiedt. Dat is uiteraard een utopie.’

Bijl en hamer

Het is een eindeloos debat: leidt een strengere controle op het vuurwapenbezit al dan niet tot een daling van de criminaliteit? Argumenten pro en contra vliegen over en weer. In Zwitserland krijgen militairen na afloop van hun dienst hun wapen mee naar huis, en toch is de criminaliteit er laag. Finland kent per kop van de bevolking het hoogste wapenbezit ter wereld, maar ook daar is de criminaliteit beperkt.

In het Verenigd Koninkrijk kwamen er strenge beperkingen op het bezit van wapens nadat een legaal wapenbezitter in 1996 in het Schotse Dunblane zestien schoolkinderen en hun lerares had doodgeschoten. Sindsdien zou het illegale wapenbezit er meer dan verdubbeld zijn en zou de criminaliteit met 30 procent zijn gestegen.

Tegenstanders van wapenbezit verwijzen vooral naar gevaarlijke gezinssituaties en naar de kleine criminaliteit. Het risico op drama’s binnen een gezin wordt kleiner als er geen wapen is dat door een depressieve tiener of een woeste partner kan worden gebruikt. Of dat kan worden gevonden door spelende kinderen. En veel gelegenheidsovervallers gebruiken wapens die ze ergens bij een inbraak aantroffen.

Daar worden dan cijfers tegenover geplaatst waaruit moet blijken dat voor zelfmoord en kleine criminaliteit meestal andere middelen dan vuurwapens worden gebruikt. In Duitsland wordt volgens sommige studies 92 procent van de zelfdodingen níét met een vuurwapen uitgevoerd. Criminaliteitscijfers wijzen er uit dat bij kleine overvallen het vaakst een mes werd gebruikt (47 procent), en in 17 procent van de gevallen een illegaal vuurwapen. De rest waren vooral ‘gelegenheidsinstrumenten’ (zoals bijl of hamer). Slechts in 1 procent van de gevallen werd een legaal wapen ingezet.

De schaarse beschikbare Belgische cijfers blinken uit door vaagheid. Tegenwoordig sterven er jaarlijks gemiddeld 367 mensen door een vuurwapen. Nergens wordt verduidelijkt of het om legale dan wel illegale wapens ging.

‘De meeste vuurwapens worden nooit voor zulke zaken gebruikt’, zegt wapenhandelaar Pletinckx. ‘Zelfs ongevallen met wapens zijn uitzonderingen. Ik heb in mijn lange loopbaan slechts twee ongevallen met een wapen meegemaakt. Veel wapenliefhebbers gebruiken hun wapens trouwens nooit. Ik kreeg hier onlangs een Colt terug, een pistool dat ik in 1973 had verkocht. Daar was nooit mee geschoten.’

‘Het is niet omdat je een wapen hebt dat je het ook gebruikt’, bevestigt Monique Bruinsma van het Nederlandse instituut IVA Beleidsonderzoek en Advies, verbonden aan de Universiteit Tilburg. ‘Maar áls het gebruikt wordt, zijn de letsels natuurlijk meteen veel zwaarder. Hoe kleiner het aantal mensen dat aan een wapen kan komen, hoe minder ernstige letsels er bij incidenten zijn. De confrontatie met een vuurwapen bij een overval of een bedreiging werkt bovendien traumaverhogend voor de slachtoffers.’

De Browning van FN

Bruinsma is een van de weinige mensen met zicht op het vuurwapenbezit in Nederland. Al jarenlang pluist ze statistieken uit en ondervraagt ze criminelen en gesprekspartners uit ‘doelgroepen’ om het vuurwapenbezit in kaart te brengen. Ze schreef de voorbije jaren twee heldere rapporten over haar bevindingen, en haar derde verslag is op komst. Haar werk heeft ook grote relevantie voor de wapenhandel in ons land. Want de Browning van de Belgische wapenfabriek FN is met 21 procent het meest gevonden illegale pistool in Nederland (vóór de Kroatische HS en de Duitse Walther).

Uit Bruinsma’s cijfers blijkt dat in Nederland jaarlijks 30 mensen per 100.000 te maken krijgen met een incident waarin een vuurwapen (in 98 procent van de gevallen een pistool of een revolver) wordt gebruikt. In een vijfde van de gevallen wordt er geschoten. Op slechts de helft van deze incidenten volgt een aanhouding, waarbij het wapen in amper een kwart van de gevallen in beslag wordt genomen.

‘Dat is een groot probleem’, zegt Bruinsma. ‘De politie heeft bij een opsporing of een arrestatie te weinig aandacht voor het wapen. Ze ondervraagt de verdachten zelden over de herkomst van hun wapens. Zo blijft het natuurlijk moeilijk om de handel goed in kaart te brengen. En we weten dat de meeste criminelen wanneer nodig vrij snel aan een nieuw wapen komen.’

Wereldwijd circuleren er zo’n 639 miljoen kleine wapens. Ongeveer 80 procent van de handel is legaal, 15 procent zit in een schemerzone (bijvoorbeeld regeringen die wapens leveren aan rebellenbewegingen in het buitenland), 5 procent betreft illegale wapens. De meeste illegale wapens zijn legale producten die gestolen worden (zoals het wapen dat gebruikt werd voor de moord op PS-politicus André Cools) of gerecycleerd in het illegale circuit. Soms worden legale wapens omgebouwd tot illegale – zo is het tegenwoordig blijkbaar mode dat alarmpistolen (uit onder meer Italië) in vooral Portugal omgebouwd worden tot bruikbare schietwapens.

De belangrijkste manier om legale wapens illegaal te maken is het zogenaamde zwartwassen: op papier wordt een wapen legaal verkocht, maar het ding komt uiteindelijk terecht bij iemand anders dan de officiële koper. In 1996 rolden Belgische en Nederlandse politiediensten een zwartwascircuit op, waarin twee Belgische wapenhandelaren een sleutelrol speelden. Door fraude met de papieren en met de serienummers op de wapens hadden ze niet minder dan 5000 pistolen en revolvers illegaal geëxporteerd. In totaal zouden er in die periode ongeveer 20.000 stuks zwartgewassen zijn. Een aantal handelaars is overigens voor zwartwasserij (onder meer van Tsjechische Skorpion-pistolen) veroordeeld.

Ook Carl De Schutter, de wapen- freak die ooit handelaar was – hoewel Pletinckx en zijn collega’s hem nooit als wapenhandelaar kenden – en die nu in de cel zit omdat hij mee schuldig bevonden is aan de moord op veearts Karel Van Noppen, verklaarde dat hij begin jaren negentig ongeveer 20.000 handwapens illegaal op de Nederlandse markt bracht. De Schutter is een beruchte praatjesmaker, maar volgens de Nederlandse politie is het mogelijk dat hij in dit geval niet opschepte.

Bruinsma’s rapporten bevatten nog nuttige informatie over België. Zo is het in ons land een tijdje de gewoonte geweest om de wapenwet te omzeilen door in plaats van intacte wapens wapenónderdelen te verkopen, zelfs via wapenbeurzen. Die hoefden niet te worden aangegeven. Werknemers van FN smokkelden ook jarenlang onderdelen van vooral HP-pistolen uit de fabriek, die dan in het illegale circuit tot intacte wapens werden samengesteld en verkocht.

‘We gaan ervan uit dat het smokkelcircuit vanuit België nog altijd bestaat, maar dat het toch minder belangrijk geworden is dan in de jaren negentig’, stelt Bruinsma. ‘We gaan er ook van uit dat er maar een heel zwakke band is tussen het legale en het illegale circuit. De munitie voor illegale wapens wordt meestal wel legaal gekocht. Het is trouwens helemaal niet zo makkelijk om een illegaal wapen te vinden als vele mensen denken. Alleen als je zelf dicht genoeg aanzit tegen de criminele circuits die zulke wapens verspreiden, zul je er makkelijk aan komen.’

Pantserdoorborend

Ook wapenhandelaar Pletinckx verzet zich met klem tegen het op één hoop gooien van legale en illegale handel. ‘Er zijn ooit wel een paar rotte appels geweest, ook in de schietclubs, maar wij zijn een cleane sector. In het Oostblok zijn er al fabrieken die wapens leveren zonder serienummer. Vanuit het Oostblok is een echte smokkel op gang gekomen, met wapens die in autobussen en vrachtwagens worden binnengebracht. Jullie denken toch niet dat de bende van Charleroi haar kalasjnikovs en machinepistolen bij ons komt halen. In het Oostblok kan ze zo’n wapen voor 100 euro kopen. En de wapens die de criminelen inzetten worden almaar zwaarder. Nu gebruiken ze al pantserdoorborende munitie – waarom zouden wij zoiets in godsnaam te koop aanbieden? Er worden zelfs al antitankwapens als de RP7 en 9 ingeschakeld bij overvallen op geldwagens.’

Pletinckx en zijn collega’s ergeren zich aan wat zij de criminalisering van de wapenliefhebber noemen: ‘De zware criminaliteit is wat de mensen bang maakt, en terecht. Maar de overheid schiet op de verkeerde doelen. Door de zware restricties die ze ons wil opleggen, maakt ze van ons misdadigers in de ogen van de publieke opinie. Terwijl wij niet de oorzaak zijn van de problemen met criminelen in de maatschappij, integendeel.’

Er zijn de afgelopen vijftien jaar talloze voorstellen en vertragingsmanoeuvres geweest om de legale wapenhandel te ontmoedigen. Het begon met een rondschrijven van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback (SP.A) naar de politie en de provinciegouverneurs om de toekenning voor wapenvergunningen te vertragen. Er was de ongelukkige regionalisering van in- en uitvoervergunningen voor wapens na het incident met de export van Minimi-machinepistolen van FN naar het ‘democratische’ Nepal. Het duurde vele maanden voor toenmalig Vlaams minister van Economie Patricia Ceysens (VLD) daar een ietwat behoorlijke regeling voor had uitgewerkt.

Vooral de politieke partij Spirit probeert zich op dit thema te profileren, met als ultieme doel: geen wapens in huis. De partij verzet zich tegen het idee dat wapenbezit voor een grotere veiligheid zorgt, en stelt dat cijfers bewijzen dat wapens in huis zelden tegen indringers, maar meestal tegen medebewoners gebruikt worden. En als ze dan toch eens op een indringer worden gericht, dan betreft het dikwijls buitensporig geweld, zoals in het geval van de West-Vlaamse man die een groentedief in zijn tuin neerschoot.

Els Van Weert (nu federaal staatssecretaris) had ooit zelfs het lumineuze idee om jagers te verplichten hun wapen binnen te brengen bij een centrale, door de politie gecontroleerde opslagplaats, waar ze het dan konden gaan halen telkens als ze het nodig hadden. Schietclubfanaten zouden geen munitie meer in huis mogen hebben, maar ze in de club zelf in bewaring moeten geven. Maatregelen waarvan kenners beweren dat ze alleen bijdragen tot een nog makkelijkere bevoorrading van het illegale circuit. Want concentraties van wapens en munitie zijn geliefkoosde doelwitten van criminelen.

‘Daar komt nog bij dat de registratie momenteel geen enkel onderscheid maakt tussen soorten wapens of munitie’ stelt Pletinckx, die zelf voorstander is van het Italiaanse systeem, waarbij de aanvrager na het vervullen van de formaliteiten binnen twee weken zijn vergunning krijgt. ‘Het is even moeilijk om een semi-automatische FAL te kopen als een pistool of een revolver. Dat kan toch niet. Er zit geen lijn in wat wordt voorgesteld. Er wordt zelfs geen onderscheid meer gemaakt tussen jagers en sportschutters. Er wordt gewoon verboden.’

Volgens Pletinckx zouden de autoriteiten beter de bestaande wetgeving uitmesten, in plaats van ze nog ingewikkelder te maken. De eerste wapenwet in ons land dateert van 1933. Die voerde een vergunning voor handvuurwapens en militaire wapens in, die moest worden verleend door de politiecommissaris. Die wet bleef ongewijzigd tot in 1989, toen om politieke redenen de long rifle verboden werd. Ook de riotgun – ‘een lelijk en onpraktisch wapen dat helaas een mythe werd’, aldus Pletinckx – werd verboden omdat hij door de Bende van Nijvel was gebruikt.

Amnestie voor wapens

In 1991 kwam er een aanpassing van de wet, waarin onder meer voorzien werd in een eenmalige amnestie voor illegale wapens. Niemand schijnt nu te weten wat dat initiatief toen opleverde, maar geweldig succesvol kan het niet geweest zijn, want Onkelinx wil in haar nieuwe wet opnieuw een soort eenmalige amnestie voor niet-vergunde wapens inschrijven. In 1991 werd ook het centraal wapenregister opgericht, dat nog altijd niet behoorlijk schijnt te functioneren. Een wapenhandelaar moet nu de identiteit van een koper via een formulier 9 aan de politie doorgeven, die vervolgens de politie in de woonplaats van de koper op de hoogte brengt van de aanwezigheid van het wapen.

‘Ze hebben in 1991 ook alle wapens met randpercussie vergunningsplichtig gemaakt’, schampert Pletinckx. ‘Dat zijn wapens met een in de rand van de kogel ingebouwde ontsteking. Maar daar zijn kalibers bij waarmee je nog geen mus kunt doodschieten. Op die manier hebben ze ook de boer die om hygiënische redenen in zijn stal op ratten en duiven schiet mee in de zak van de trafikanten gestoken. Terwijl er anderzijds in de wet nog altijd gesproken wordt over oorlogskalibers die al sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer gebruikt worden, zoals de oude Amerikaanse 30.06 munitie die overal in de wereld gedemilitariseerd is en een geliefd jachtkaliber is, behalve in ons land.’

Minister Onkelinx is zich er uiteraard van bewust dat ze met een strengere wapenwet geen grotere greep zal krijgen op de échte criminaliteit, hoewel ze de straffen op het bezit van illegale wapens strenger wil maken: zwaardere boetes (25.000 in plaats van 250 euro) en een celstraf van een tot vijf jaar, in plaats van drie maanden tot een jaar.

In haar antwoord op de parlementaire vraag van senator Jansegers maakt Onkelinx zich ook sterk dat de opspoorbaarheid van wapens zal verbeteren. Ons land heeft daartoe op 11 juni 2002 een protocol van de Verenigde Naties ondertekend, maar dat is nog niet geratificeerd. Voorts stelt de minister nogal krachtig dat de illegale wapenhandel een prioriteit is zowel in een kadernota van de regering over Integrale Veiligheid als in het Nationaal Veiligheidsplan van de politiediensten.

Ze volgt daarbij een wel bijzonder vaag driesporenbeleid. Ze wil meer gerichte politiecontroles tegen malafide wapenhandelaars die van zwartwassen worden verdacht, meer expertise bij de politie, en een efficiëntere detectie van bevoorradingsbronnen voor illegale wapens en snellere identificatie van daders met het oog op hun aanhouding.

Misschien moet de minister eerst eens te rade gaan bij veiligheidsonderzoekster Monique Bruinsma van de Universiteit Tilburg, want die heeft al wat ervaring in de strijd tegen illegale wapenhandel. ‘Wij hebben bijvoorbeeld een duidelijk profiel kunnen schetsen van de mensen die illegale wapens verhandelen en gebruiken. Het gaat in de overgrote meerderheid van de gevallen om mannen, van wie bijna 90 procent al criminele antecedenten had en van wie de meesten werkloos zijn. Bepaalde allochtone milieus en woonwagenbewoners zijn sterk oververtegenwoordigd in vergelijking met hun aanwezigheid in de maatschappij. We hebben drie groepen kunnen identificeren die samen verantwoordelijk zijn voor driekwart van de incidenten met vuurwapens. We adviseren nu om veel gerichtere controles naar wapens uit te voeren in die groepen. De politie probeert dat te doen door preventief te fouilleren op straat, maar meestal vindt ze dan alleen maar messen. De vuurwapens worden gewoonlijk thuis of in de wagen bewaard. Wij suggereren dus om actief thuis te gaan zoeken bij die risicogroepen, zeker in het kader van meldingen van huishoudelijk geweld. Want ook dat wordt vaak gepleegd, zo blijkt uit onze cijfers, door mensen uit de criminele sfeer.’

Door Dirk Draulans en Frank Demets

Wapenhandelaar Jacques Pletinckx: ‘Onkelinx zal de vrijheid van de burger nog meer beknotten én de markt voor illegale wapens stimuleren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content