Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

De restauratie van Antonello da Messina’s ‘Calvarieberg’.

Welke burgemeester liet het Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen topstukken na van Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hans Memling, Jean Fouquet, Simone Martini en Antonello da Messina? Het was ridder Florent van Ertborn in 1840. Het openbaar kunstbezit meer toegenegen is geen burgervader sindsdien meer geweest. De museummensen waren al lang blij dat ze het Ertbornse erfgoed min of meer ongeschonden konden bewaren. Helaas al bijna even lang ontbrak het hen aan een adequate visie op conservatie en restauratie van schilderijen. Zo werd Antonello’s Calvarieberg, een oogappel van de ridder, in het verleden zo gruwelijk aangepakt, dat het woord aanslag op z’n plaats is. De Italiaanse kunstenaar, beïnvloed door de prille olieverfschilderkunst van de Vlaamse Primitieven, maakte dit meesterwerkje (60,5 x 43,5 cm) in 1475, een jaar voor zijn dood. Hij liet de wereld slechts 46 schilderijen na.

Het werk is geschilderd op populierenhout dat de neiging heeft om krom te trekken. Om dat te beletten voorzagen de vroegere restauratoren boven- en onderkant van het paneel van latten, met schroeven in het tere hout bevestigd. Als gevolg daarvan is het hout beginnen te splijten, waardoor ook de verflagen werden opengereten. Dat bespoedigde het verval van de Calvarieberg. Men overschilderde en verniste naar hartenlust. Opnieuw onoordeelkundig. De gebruikte olieverf lost niet op, en het vernis is danig verkleurd. Met de jaren leek het kruisigingstafereel zich almaar meer af te spelen bij de helledonkere hemel vlak na Jezus’ dood in plaats van in de stralende lucht van Antonello. ‘De helft van de compositie bestaat uit lucht’, zegt restaurator Susan Farnell, ‘en dat is bewust gedaan, om de illusie van ruimte te creëren rond de kruisen. Helaas was het ook de meest beschadigde partij van het schilderij.’

Vanwege de onoplosbare olie was ze gedwongen om, onder de microscoop, met een scalpel de overschilderingen millimeter voor millimeter te verwijderen. De oorspronkelijke verflaag die ze vrij legde, bevond zich in een verrassend goede staat, zodat ze de retouches tot een aanvaardbaar minimum kon beperken. Farnell, die voor het museum van Antwerpen eerder al De verloren zoon van Rubens en Memlings Man met de munt restaureerde, had volle 380 werkdagen nodig voor de klus. Haast was niet echt geboden, want het museum is zelf voor onbepaalde tijd aan restauratie toe. In afwachting mag Antonello opdraven in Meesters in het MAS, de grote openingsexpo van het nieuwe Museum aan de Stroom. Of ze niet bang is dat het van zijn korset bevrijde schilderij zal kromtrekken? ‘Nee. Het zal slechts een beetje bewegen, en zijn nieuwe lijst laat wel enige speling toe’, zegt Susan Farnell zelfverzekerd.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content