DOOR FRANS VERLEYEN
DIT IS EEN AFSCHEID AAN DE K die binnenkort nog slechts in klandestiene geschriften gebruikt zal mogen worden, en niet langer in clandestiene. Meer dan veertig jaar lang was ze, samen met de kw van kwota, de z van modernizering en de ks van sukses, het heldere symbool van wat al die tijd ?progressieve” spelling heette. Ze had niet de voorkeur, maar mocht. Nu heeft helaas een succesvolle cultuurkamp plaatsgevonden in de hoofden van de taalpausen, de Groot-Nederlandse ministeries en hun trawanten die de burger via politieke maatregelen mogen voorschrijven van welke letters of tekens onze woorden gemaakt zijn.
Veel onvrede is gerezen over de gebrekkige consequentie bij het toepassen van de in donkere studeerkamers en aan ruziënde bewindstafels bedachte algemene regels. De diaken blijft wat hij was maar geeft voortaan dia conaal onderricht over het leven van Christus. De Kristus, op papier even scherp getekend als zijn eigen kruis, verdwijnt achter een zacht Helleens keelgeluid met ch. Straks kunnen beroepskwissers in elke taalquiz mooie prijzen halen bij het etaleren van hun spitsvondigheden. Ze mogen immers naar hartelust manoeuvreren maar niet langer maneuvreren met het kippeëi van Columbus dat voortaan een kippenei moet heten.
Over spelling kan men eindeloos mediteren. Britten zeggen ?kommenwelt” en schrijven Commonwealth, wat een groot mysterie zal lijken voor iemand die de oude wortels van een taal niet kent. In die geest hebben ook de Nederlandse en Vlaamse woordenmakers hun richtlijnen gegeven. De nu vastgelegde eenheidsspelling is er een van intellectuelen die weten waarom er een h in de bibliot heek moet, want de Grieken stopten hun biblion (boek) immers weg in een thèkè (bewaarplaats) die niet met de kale letter t van bijvoorbeeld talent ( talanton) maar met een aangeblazen ?thau” begon.
Voor academisch gevormde mensen is die kennis een aangenaam, de geest strelend bezit. Daarom hebben de grote Hollandse literatoren en essayisten sterk aangedrongen op het bewaren van het alchemistische schrijfgeheim dat bijvoorbeeld in het woord ?gynaecoloog” (vrouwenarts) besloten ligt. Daar zat een verdedigbare redenering onder : als culturele erfenis mag een taal best met wat plechtigheid en voorname omgangsvormen bejegend worden. De tijd van nu is al oppervlakkig genoeg, laten we de geestelijke nivellering ergens doen ophouden.
Tegenover die opvatting staat het ongemak van veel kinderen en hun leraars. Zij betreuren dat wel vijfhonderd lesuren besteed moeten worden aan de studie van die raadselachtige spelling met haar gebrek aan vastheid en overvloed aan uitzonderingen. Hun didactisch ideaal was eigenlijk de fonetische schrijfwijze : de letters dienen de uitgesproken klanken te volgen, zoals in buro en met odeklonje als vreesaanjagend voorbeeld.
Vooral de Noord-Nederlandse taalgebruikers, argwanend op de hoogte van de Vlaamse en dus germanofiele neiging om sporen van het Frans uit hun schriftbeeld te weren, wezen die ?democratische” gedachtengang af. De herinnering aan de Latijnse oorsprong van vele woorden mag volgens hen niet verloren gaan. Dat is een achtenswaardige stelling, al kan de ietwat nonchalante onderwijswereld boven de Moerdijk daar ooit nog spijt van krijgen.
Bijna een kwarteeuw geleden besliste de redactie van uw weekblad, in de lijn van de beste Vlaamse kranten, de progressief genoemde k-spelling te gebruiken. Zij deed dat destijds in de hoop op een snelle afwikkeling van de toen al twintig jaar aanslepende strijd tussen de c en de k of q, de s en de z, het geëmmer met het trema of het streepje. Zij verwachtte een spoedige ontknoping ten gunste van de moderniteit, van een taallievende en toch zakelijke orthografie de eerbare middenweg tussen gezond verstand en classicisme.
Politici, ambtenaren, uitgevers, drukkers, kamergeleerden en andere letterzifters hebben die behoefte aan een linguïstisch bevredigende en toch bruikbare spelling naast zich neergelegd. Na de recente openbaring van hun invallen, waarin geen rechte lijn te herkennen valt, moet iedereen beginnen blokken op producten met een c maar traktaten met een k, op ?teevee” naast ?cd” en op het inmiddels alom uitgespuwde rugge nmerg. De etymologische logica, die zogezegd zwaar doorwoog bij het doorhakken van een aantal knopen, heeft er evenmin toe geleid dat de farmacoloog dan maar opnieuw zijn Griekse ph zou opnemen of dat de Arabische couscous aan het ietwat belachelijke woordbeeld koeskoes ontsnapt.
Het zal jaren duren vooraleer twintig miljoen Nederlandstaligen hun woorden weer met vaste hand op papier kunnen zetten. Nog meer tijd zullen de buitenlanders nodig hebben om hun Dutch of Flämisch opnieuw foutloos te hanteren. Aan dat laatste hebben de spellingmonniken wellicht niet eens gedacht, wat kan wijzen op een provinciale inborst. Uit niets blijkt hun bekommernis voor het feit dat een taal ook ?ons” Nederlands zeker in de computerbeschaving een instrument voor internationaal schrijfverkeer is.
Van volgende week af schakelt Knack manhaftig over op wat de nieuwe regels willen. Officieel krijgt iedereen de tijd om daar tot september 1997 mee te wachten, maar dat betekent slechts uitgesteld lijden. Het correct intikken van deze pagina alleen al, vergde nogal wat nerveus geblader in de pas heruitgegeven groene bijbel die op sommige punten nu al afwijkt van de gloednieuwe driedelige Van Dale. Taalklasjes mogen zich alvast toeleggen op het ontdekken van in dit Woord Vooraf gebeurlijk verdwaalde schrijffouten. Iedereen zal nog moeten wennen aan de nieuwe toestand en ondertussen blijven vergissingen menselijk.
ONPLEZIERIGE VERANDERINGEN kunnen het leven weliswaar vergallen maar niet uitdoven. Over enkele dagen viert dit blad zijn vijfentwintigste verjaardag, op 18 februari om precies te zijn. Iets minder dan duizend driehonderd Knack-nummers geleden kreeg Vlaanderen er vlak na de geagiteerde jaren zestig een nieuw medium bij, een nieuwsmagazine. Met mateloze inspanningen van talloze integere mensen werd dit cultuurpolitieke informatieproject sindsdien in ons perslandschap opgebouwd. Daaraan zal worden voortgewerkt, in om het even welke spelling die ons nog te wachten staat.