Een prognose over de mogelijke ontwikkelingen van de maand februari.

Voor zover de geluiden van onze rusteloze wereld tot mij doordringen, zijn de vooruitzichten voor deze uitzonderlijke sprokkelmaand zonder meer schitterend. Eerst en vooral is er de extra dag op 29 februari, zodat nu eindelijk, na vier jaar wachten, zij die op deze dag geboren werden kunnen verjaren. Voorts is er het vooruitzicht van een dag extra dichter bij uw pensioen te zijn en de niet te versmaden bijkomende intrest die uw spaarboekje opbrengt. Goed, het is niet veel, om de waarheid te zeggen, het is minder dan ooit, maar wie het klein niet begeert moet maar zien van in het EU-korps binnen te geraken.

De misnoegden zouden beter een voorbeeld nemen aan onze wakkere staatslieden, die in dit gratis aangeboden etmaal een opkikker zien die de groei van onze bloedarmoedige economie een 0,4 procent leverextract inspuit. In Brussel wordt er reeds victorie gekraaid omdat dit meenemertje zomaar in de schoot gegooid wordt en, naar ik uit officieuze bron verneem, plannen de kabinetten Economische Zaken en Financiën een ?0,4 procent-fuif” om deze meevaller waardig te vieren.

Ik las het reeds in de krant en er gaan ook elders stemmen op om de volgende tien jaar een schrikkeldag in te voeren en dan op de eerstvolgende 29 februari de kalender tien dagen terug te draaien. Want men kan niet eeuwig doorgaan met aan het jaar dagen toe te voegen, anders zijn we oud doch jong van jaren en liggen we onder de zoden eer we er erg in hebben. Tien jaar is genoeg en dan tien dagen achteruit, dus een soort van omgekeerde Gregoriaanse ingreep op de jaarkalender.

De vraag rijst nu of tijdens die tien schrikkeljaren ook een dag aan een echt schrikkeljaar moet toegevoegd worden om het van de gewone jaren te onderscheiden, zodat dus februari dertig dagen zou tellen en er een ?0,8 procent-fuif” zou inzitten. Velen zijn hiervoor, maar evenzovelen zijn er faliekant tegen. Alweer een werking van een afgeleide van de wet van Murphy die luidt ?wanneer er een beslissing moet genomen worden, kan er geen beslissing genomen worden”. Deze afgeleide klinkt heel simpel maar werkt feilloos.

De tegenstanders van de dertig dagen februari-schrikkelmaand brengen tegen het systeem in dat er over een periode van tien jaar nu eens twee schrikkeljaren voorkomen, dan weer eens drie. Namelijk in het geval men vanuit een schrikkeljaar begint te tellen. Waardoor in het eerste geval twee extra dagen aan de tien jaar zouden toegevoegd worden, in het tweede drie. Waardoor op het einde van het schrikkeldecennium de kalender dertien dagen moet teruggedraaid worden, zodat februari dan slechts vijftien dagen zou tellen, waardoor dan weer het lentepunt dat toch op 21 maart gebetonneerd ligt, nu op de achtste maart plaats vindt, wat heel wat geharrewar met de veranderlijke feestdagen met zich zou meebrengen.

Schuiven wij de correctie voor ons uit naar het einde van het jaar, dan is het nog erger, er ontbreken dan dertien dagen in december, waardoor Kerstmis en nieuwjaar uit de boot vallen. Weegt een ?1,2 procent-fuif” daar tegen op ?

Ja, zeggen de voorstanders, neen zeggen de tegenstanders waardoor de afgeleide van de wet van Murphy alweer in werking treedt.

Laten we het niet moeilijker maken dan het al is, opperen de voorstanders en vertrekken we van twaalf schrikkeljaren achter elkaar in plaats van tien. Zo hebben we vier februari’s met dertig dagen tegen drie in de tienjarige cyclus. Dat vereenvoudigt de zaken want zowel 12 als 4 geeft bij deling een heel getal als uitkomst. Dit heeft een dubbel voordeel, want de economie stuift nu met een extra 6,4-schrikkelprocent vooruit en er wordt tevens tegemoet gekomen aan diegenen die niet zo vertrouwd zijn met breuken en het werken met getallen achter de komma, want in ons voorstel zouden we graag nog in een aantal schrikkeluren voorzien als begeleidende maatregel die de groei tot 8 procent omhoog duwt. En mogen wij vernemen waar deze extra uren een onderkomen zullen vinden ? Zegt nu de tegenpartij met rimpels in het voorhoofd tot voorbij de haargrens.

Na enig overleg en gezucht is er een die schuchter begint te spreken, indien we ze over de twaalf jaren gelijkmatig uitsmeren is dat amper voelbaar, want waar gaat het hier om ? Het gaat hier om vier dagen of 96 uren. Die kunnen we onmogelijk in een klont aan een willekeurige februari-maand toevoegen, want in dat geval wordt februari de langste maand van het jaar in plaats van de kortste.

Ah neen, roept de tegenpartij, als wij iets doen, dan mag en moet het klaar en duidelijk aan de burger medegedeeld worden. Onze leuze ?open kaart” is geen holle frase. Na enig onderling overleg zijn beide partijen het eens. Eenmaal om de twaalf jaar is er een sprokkelmaand met 34 dagen, die daarom de megamaand zal worden, niet dat dit iets bijzonders wil zeggen, dan wel omdat het woord mega vandaag trendy is.

?Laten we even recapituleren,” zegt de voorzitter. ?We hebben nu twaalf schrikkeljaren achter mekaar, waarvan vier extra schrikkeljaren plus één mega maand, dat maakt 12 + 4 + 4 dus 20 extra dagen. Wanneer gaan we die aanzuiveren ? Na de eenmalige twaalf jaar of…”

?Laat dat nu nog geen zorg zijn, dat is voor later, tijd genoeg,” zegt er iemand. Daarop gaat de vergadering eensgezind en tevreden uiteen.

Gommaar Timmermans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content