In het paleis is de aflossing van de wacht begonnen. Men maakt zich op om het tijdperk van Jacques van Ypersele, zo niet van koning Albert af te sluiten. Een diplomatieke beweging zonder voorgaande verbergt een doordachte paleisstrategie van de regering.

Beroepsdiplomaat en voormalig ambassadeur in Kigali en Kinshasa Frank De Coninck wordt de nieuwe hofmaarschalk van koning Albert. Hij volgt Jan Willems op, die de functie sinds 1997 uitoefent. Over de benoeming van De Coninck werd binnen de regering lang onderhandeld en ook met het hof was er intens en veelvuldig overleg. Het ging immers over meer dan de (niet-onbelangrijke) post van hofmaarschalk. De echte inzet was de opvolging van kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou, zo niet de troonsbestijging van prins Filip.

Gegeven de levensbeschouwelijke evenwichten komt de politieke of ideologische familie die de hofmaarschalk levert doorgaans niet in aanmerking om ook het kabinet van het staatshoofd te leiden. Hoewel De Coninck een atheneumverleden heeft, beschouwt Buitenlandse Zaken hem als een CVP’er. Sommigen betwisten dit etiket omdat hij zich nooit volgens partijpolitieke lijnen heeft opgesteld. In tegenstelling tot velen in de christelijke volkspartij verketterde hij de Rwandese president Paul Kagame niet en distantieerde hij zich altijd van de Hutu-versie van de genocide.

Met De Coninck als hofmaarschalk heeft de christelijke familie de twee belangrijkste posten in het paleis in handen. Zoals genoegzaam bekend behoort ook van Ypersele, die een overtuigd gelovige is, tot dezelfde familie. Dat onevenwicht is slechts aanvaardbaar als het van korte duur is en van Ypersele binnen zeer afzienbare tijd door een Franstalige, bij voorkeur vrijzinnige wordt opgevolgd. Over de precieze datum van dit vertrek wil niemand iets kwijt, maar volgens eensluidende indiscreties is er een deal dat van Ypersele korte tijd na het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie wordt uitgewuifd. Op 5 december van dit jaar wordt van Ypersele trouwens 65 jaar.

Sinds vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) bijna twee jaar geleden de stilte rond de kabinetschef van de koning doorbrak, kwam de opvolgingskwestie meer dan eens in de regeringstop aan bod. De benoeming van de nieuwe hofmaarschalk bracht de discussie in een stroomversnelling. De taalkundige, politieke en filosofische identiteit van de hofmaarschalk heeft immers directe gevolgen voor die van de kabinetschef. De SP kon op begrip van het hof rekenen als ze het traditionele evenwicht wou herstellen: een vrijzinnige hofmaarschalk versus een gelovige kabinetschef. Enige tijd zag het ernaar uit dat Lode Willems, momenteel ambassadeur in Londen en in een vorig leven kabinetschef van Willy Claes (SP), de nieuwe hofmaarschalk zou worden. Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL), die tijdens de Pinochet-affaire met Willems hard in aanvaring kwam, was het idee eerst genegen, maar veranderde vervolgens van mening. Hij kreeg het uiteindelijk voor elkaar dat de discrete CVP’er De Coninck de verantwoordelijkheid over de ‘publieke activiteiten’ van het staatshoofd krijgt.

DE MENINGEN VAN DE PRINS

Voor Michel is het mooi meegenomen dat hij over Afrika een aanspreekpunt op het paleis krijgt. Hoewel de hofmaarschalk zich volgens André Molitor in La fonction royale niet met politieke, administratieve en militaire zaken hoort in te laten, komt het de minister van Buitenlandse Zaken goed uit dat een Afrika-deskundige zich in de onmiddellijke buurt van de koning ophoudt. Michel, die niet altijd even gemakkelijk met diplomaten kan samenwerken, heeft De Coninck tijdens de Yerodia-affaire leren waarderen. Hij benoemde hem eind vorig jaar tot hoofd van de Afrika-desk op het departement en tot reizend ambassadeur voor de Grote Meren.

Met de benoeming van De Coninck ligt het profiel van de opvolger van Van Ypersele vast. Het wordt een zoektocht naar een Franstalige, gematigde vrijzinnige en als dat niet lukt, een gematigde PSC’er die op de centen kan letten. Grégoire Brouhns, secretaris-generaal bij Financiën en tot voor kort verantwoordelijk voor de Belgische schatkist, komt dan nadrukkelijk in het vizier. Niet iedereen is daar gelukkig mee. Volgens sommigen stond Jan Grauls, die op dit ogenblik directeur-generaal is van de dienst Bilaterale en Economische betrekkingen, al klaar om de job van Van Ypersele over te nemen. Hij is de zoon van Jan Grauls senior die jarenlang secretaris van de ministerraad was. Volgens collega-diplomaten is Grauls deskundig en militant katholiek. Alleszins kan hij op de zeer actieve steun van de CVP-top rekenen, die zijn dossier vorige week nog met verve op de canapé bij minister Michel heeft bepleit. Zolang deze coalitie aanblijft, is het vrijwel uitgesloten dat Grauls naar het paleis vertrekt. Hij kent er als voormalig adjunct-kabinetschef en diplomatiek adviseur van prins Filip nochtans goed de weg en kan er op veel sympathie rekenen.

De grote manoeuvres rond het paleis hebben natuurlijk met die andere opvolgingskwestie te maken. In het paleis manifesteert de kroonprins zich steeds nadrukkelijker als troonpretendent, met eigen standpunten en opinies. Dat de prins meningen heeft, is ongetwijfeld nieuws en hoeft niet meteen te verontrusten. In de mate dat ze van weinig zelfkennis getuigen en veel gelijkenis vertonen met het missionaire gedachtegoed van Boudewijn en Fabiola, is er wel reden tot omzichtigheid. In hoge regeringskringen zijn er lieden die op dit vlak geen enkel risico willen lopen. Als de kroonprins vlugger dan verwacht de troon bestijgt, moet de entourage alle waarborgen geven en hoort de kabinetschef voor een filosofisch tegenwicht te zorgen. Ook om die reden maakt Grauls, die tot de conservatieve vleugel van de christen-democratie behoort en wiens passage op het paleis in roze kringen veel kwaad bloed zette, nauwelijks nog kans. Mogelijk vertrekt Grauls voor enige tijd naar de Heilige Stoel, tenzij minister Michel opnieuw vriend en vijand verbaast en betrokkene toch nog tot kabinetschef promoveert. Niet van de koning, maar van de minister zelf. Sinds Michel op Buitenlandse Zaken zit, heeft hij al met twee kabinetschefs gewerkt en beiden kwamen uit een andere politieke partij dan de minister. Eerst was er Alain Rens (PS) die enkele maanden tussen Brussel en Parijs pendelde, toen kwam Pierre Champenois die van PSC-signatuur is en ooit tot de Atlantische ultra’s behoorde. In opvolging van Rens die op 1 september met pensioen gaat, vertrekt Champenois binnenkort naar Parijs. De minister is bijgevolg op zoek naar een topmedewerker.

DE BOCK NAAR EUROPA

Opmerkelijk aan deze intrigerende stoelendans is dat hij haast naar het tweede plan wordt verdreven door een diplomatieke beweging zonder voorgaande. Wegens het Belgische EU-voorzitterschap blijven vele diplomaten langer dan de normale drie tot vier jaar op hun post. In 2002 volgt dan een inhaalbeweging – in totaal wisselen tweehonderd diplomaten van standplaats – en vorig weekeinde voerde Michel de laatste arbitrages door. De directieraad van het departement mag dan wel wikken, er is maar één man die beslist en dat is de minister. Een van de blikvangers is het vertrek van Frans Van Daele als permanent vertegenwoordiger bij de Unie. In Washington zal hij Alex Reyn als ambassadeur opvolgen en dat is ongetwijfeld een erkenning voor bewezen diensten. Ondanks zijn CVP-affiliatie en zijn uitstekende relatie met voormalig premier Jean-Luc Dehaene (CVP) werd Van Daele door premier Guy Verhofstadt (VLD) en minister Michel zeer gewaardeerd. De huidige secretaris-generaal van het departement Jan De Bock wordt na het voorzitterschap de nieuwe permanente vertegenwoordiger. Nu de SP niet langer een Europees commissaris of een minister van Buitenlandse Zaken kan leveren, wordt De Bock – een koel, analytisch brein – de belangrijkste antenne van de Vlaamse socialisten in de Europese politiek. Of de SP met die informatie veel zal aanvangen, is maar de vraag. Met uitzondering van Frank Vandenbroucke geeft geen enkel SP-kopstuk blijk van veel Europese betrokkenheid of dadendrang. De leiding van het departement Buitenlandse Zaken komt vanaf volgend jaar in handen van Alex Van Meeuwen die momenteel Michels Europese adviseur is.

In de meeste Europese hoofdsteden krijgen de Belgische ambassades volgend jaar nieuwe titularissen. Luc Teirlinck (VLD) ruilt Pretoria voor Den Haag in, terwijl Dominique Struye, de voormalige Europese medewerker van Dehaene, Berlijn verlaat om in Evere Thierry de Gruben als NAVO-ambassadeur op te volgen. Deze laatste vertrekt dan weer naar Londen om er het werk van Willems voort te zetten. Hij slaagde erin om van België opnieuw een gesprekspartner van het Foreign Office te maken en voor premier Guy Verhofstadt (VLD) vele deuren te openen bij Tony Blair. Lode Willems komt in de plaats van Struye in Berlijn, terwijl zijn broer Jan, de huidige hofmaarschalk, op uitdrukkelijk verzoek van de koningin naar Rome vertrekt. Daar volgt hij de vader van Amélie Nothomb op die op 1 juni met pensioen vertrekt. Jan Willems is niet alleen acht jaar ouder dan Lode, hij heeft ook een andere partijkleur en bekent zich tot de CVP. Hoewel ze tot de oppositie behoort en het buitenlands beleid van de minister vaak op de korrel neemt, werd de CVP bij deze stoelendans zeer goed bediend. De oppergaai – het kabinet van de koning – zal haar echter ontsnappen en daarvoor wou Michel graag een prijs betalen.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content