De touwtrekkerij over de toekomst van de vaste komitees van toezicht op de politie- en inlichtingendiensten wordt stilaan ridikuul.
EEN JAARGELEDEN al stapte voorzitter Freddy Troch van het vast komitee van toezicht op de politiediensten, het zogeheten Komitee-P, naar de biezondere kommissie van kamer en senaat, die dit komitee begeleidt, en ook het vast komitee van toezicht op de inlichtingendiensten, beter bekend als het Komitee-I. De problemen van het Komitee-P, die Knack op 25 januari 1995 ten dele onthulde en die gewezen onderzoeksrechter Troch zes dagen later in de beslotenheid van de begeleidingskommissie meer dan bevestigde, werden er sindsdien alleen maar erger op.
Intussen zag ook voorzitter Véronique Paulus de Châtelet haar Komitee-I uiteenspatten, al zorgde zij daar, in tegenstelling tot haar ambtsgenoot Troch, persoonlijk voor. Omdat de gemengde begeleidingskommissie, de ontbinding en de vorming van een nieuwe assemblée in acht genomen, al die tijd niet bij machte bleek de problemen van beide komitees tot hun essentie te herleiden en op te lossen, ridikulizeert de kommissie stilaan het hele parlement en de regering. De problematiek is namelijk nog meer gepolitizeerd geraakt dan de vaste komitees van toezicht zelf. En dat is meer dan dergelijke kontrole-instanties zich kunnen veroorloven, indien de bewakers van de bewakers tenminste nog een greintje geloofwaardigheid willen behouden.
De parlementaire kommissie onder leiding van senator Frank Swaelen (CVP) en kamerlid Robert Delathouwer (SP), die eind deze week moet konkluderen, wordt om te beginnen gekonfronteerd met een oekaze van PS-voorzitter Philippe Busquin. Die zou bereid zijn Véronique Paulus de Châtelet (de dochter van de vroegere adjunkt-kabinetschef van koning Boudewijn) niet langer voor te dragen als de opvolgster van de Luikse prokureur-generaal Léon Giet, maar wil haar zeker niet laten vallen als voorzitster van het Komitee-I. Paulus’ eigenwijsheid, die haar voordien al als rechter in Brussel en Nijvel kenmerkte, leidde echter tot een zo ruime interpretatie van haar bevoegdheden aan het hoofd van het Komitee-I, dat enkele leden ervan sindsdien opstapten en anderen eraan denken hetzelfde te doen. Ook leeft zij op oorlogsvoet met Bart Van Lijsebeth, de als CVP’er gekatalogeerde baas van de Staatsveiligheid, en met de CVP zelf : onder meer omwille van haar parallel en voortvarend onderzoek naar zogezegd alarmerende berichten die de militaire inlichtingendienst op 22 april 1994 doorgaf aan de Staatsveiligheid, maar die daar tot begin juli zonder gevolg bleven. Het betrof intussen onjuist gebleken inlichtingen handelden over de betrokkenheid van de Zaïrese president Mobutu Sese Seko bij de raketaanslag van 6 april op het vliegtuig waarin de Ruandese en de Burundese presidenten omkwamen.
TABULA RASA.
Door de onvoorwaardelijke steun van de PS aan Véronique Paulus wordt het nu echter moeilijker dan ooit om Georges Pyl en Walter De Smedt als leden van het Komitee-P naar huis te sturen. Om hen is het nochtans allemaal begonnen. Het probleem, dat begin vorig jaar beperkt begon met de ongewenste intimiteiten op het werk van ondervoorzitter Pyl en enkele gortige voorbeelden van zijn SP-leenplicht, werd spoedig gekoppeld aan de onenigheid tussen hem en De Smedt. Die wordt door de VLD gesteund. En zo kregen de CVP én haar komiteevoorzitter Troch zowel de SP als de VLD tegen zich en bleef de affaire aanmodderen. Tot vandaag toe. Behalve Agalev stemden alle andere partijen eind maart 1995 in het parlement nochtans voor de afzetting van de twee, al kan elk rechtgeaard jurist zich afvragen of de eigengereidheid van gewezen onderzoeksrechter De Smedt voldoende reden vormt om hem te ontslaan.
Intussen implodeerde ook het Komitee-I : twee van de vijf leden en het hoofd van de enquêtedienst trokken er weg, bepaalde vervangers wilden niet aantreden en de resterende leden blijven met voorzitter Paulus opgezadeld.
Zelfs indien dit ten overstaan van sommige leden van de komitees I en P unfair zou zijn, dan nog lijkt het verantwoord iedereen naar huis te sturen. Want als ze al geen misstappen begingen, blijken bijna alle leden ongeschikt om de bewakers te bewaken. Ofwel missen zij de nodige ervaring als speurder ofwel de vereiste onafhankelijkheid. Omdat beide komitees onder het parlement ressorteren, zijn partijpolitieke benoemingen nog te begrijpen. Partijpolitieke tussenkomsten in het dagelijkse werk van de kontrolekomitees daarentegen vallen onmogelijk goed te praten. Zowel het parlement als de regering hebben daardoor trouwens het gezag van beide komitees zelf ondergraven. Mocht onder meer daarom hun ontbinding politiek moeilijk haalbaar ogen, dan denkt de roomsrode meerderheid aan een fusie én afslanking van de vaste komitees van toezicht op de politie- en inlichtingendiensten. Zo zouden alvast de voorzitters Paulus en Troch op post kunnen blijven. Verdienen zij, in het licht van hun al bestaande bestuursmoeilijkheden, de bijkomende bevoegdheden, waaraan wordt gedacht, wel ? Zelfs het opgeven van de nu vereiste consensus binnen de vijfkoppige komitees lijkt zowel met de huidige als met mogelijk nieuwe strukturen een riskant initiatief, gezien het profiel van alle betrokkenen.
Frank De Moor
De steun van de PS aan Véronique Paulus de Châtelet als voorzitster van het Komitee-I hypotekeert menige redelijke oplossing.