Het Vlaams Blok is niet meer. Het werd Vlaams Belang. Hoe Vlaams is het rechtse conservatisme van deze partij? Veel ideeën die door de kopstukken en bevriende denkers worden aangedragen, blijken ontsproten in Amerikaanse denktanks.

Het was een schriele vrouwenstem die misschien wel als een orakel sprak. Zo’n stem die klonk vanuit de buik, onbedachtzaam maar niet onredelijk. De vrouw stond in de massa tussen enkele honderden Vlaams Blok-kaderleden en -sympathisanten die zondag in het Hortahuis in Antwerpen bijeenkwamen om de omvorming van het Vlaams Blok tot Vlaams Belang mee te maken.

Ze had trouwens geluk gehad. Er waren 1400 uitnodigingen verstuurd, maar de uitbater van het Hortahuis besloot om slechts 750 mensen binnen te laten. Omwille van de brandveiligheid. Partijkopstukken die naar binnen liepen, kregen gejoel te horen van de mensen die buiten moesten blijven. ‘Geen privileges!’, ‘Vergeet de dokwerkers niet, makker!’

In de zaal benadrukte Filip Dewinter dat er ondanks de opheffing van het Vlaams Blok, niets veranderde aan het wezen van de partij. ‘In tegenstelling tot wat in de media beweerd wordt, betreft de oprichting van een nieuwe Vlaams-nationale partij geen cosmetica-operatie, maar een manicure: we scherpen de klauwen en slijpen de tanden om efficiën- ter, beter en krachtiger dan ooit uit de hoek te komen’, aldus Dewinter.

Het nieuwe logo werd onthuld met trompetgeschal: een grijze leeuwenkop met witte achtergrond, in een zwart en geel vierkant.

De nieuwe naam schalde door de zaal: ‘Vlááááms Belang!’

‘We blijven de partij ánders dan alle andere, we blijven de consequent rechtse Vlaams-nationale partij, wij blijven de partij die nooit ôeigen volk alléén” heeft gezegd, maar die altijd, ook al mogen we het niet zeggen, ôeigen volk éérst” zal blijven denken’, zei interim-voorzitter Frank Vanhecke.

Bij denken wilden de aanwezigen het niet houden. Niet eens bij gewoon ‘zeggen’. De massa in de zaal begon te scanderen. Sommigen legden hun sigaret te smeulen in de asbak om hun rechterhand omhoog te kunnen steken. Anderen balden hun vuisten. Iedereen riep.

‘Eigen volk eerst! Eigen volk eerst! Eigen volk eerst!’

Toen dat geschreeuw verstomde, klonk die ene schriele vrouwenstem, bijna als een natuurlijke nagalm: ‘Eigen Belang eerst!’

Iedereen moest lachen.

Op het congres werd zwaar uitgehaald naar de uitspraak van het hof van cassatie en er werden vergelijkingen gemaakt die niet helemaal opgingen.

‘Terwijl men in Nederland de vrije meningsuiting vermoordt met kogels, vermoordt men in België de vrije meningsuiting met vonnissen en arresten van de rechtbank. Als democraten maken wij ons ondergeschikt aan de rechtsstaat en zullen wij ons schikken naar de gevolgen van het arrest van de rechtbank. Maar ik weiger te aanvaarden dat het Vlaams Blok een racistische partij zou zijn geweest’, zette Filip Dewinter de toon.

Het begrip vrije meningsuiting werd, zoals zo vaak de voorbije week, verkracht om retorische redenen. Volgens de uitvinder van de term, John Stuart Mill, moest men het recht op vrije meningsuiting gebruiken om wijs te worden. Stuart Mill schreef: ‘Het is spijtig voor het gezond verstand van de mensheid, maar men kent de feilbaarheid van zijn oordeel in de praktijk veel minder gewicht toe dan in theorie.’ Over die gedachte werd niet gesproken.

Filip Dewinter zei botweg: ‘We moeten de kracht hebben om door te gaan met als enig motto: Erop, en inderdaad… erover! Uiteraard heeft het Vlaams Blok fouten gemaakt. En hebben we soms geprovoceerd? Ik kan het weten.’ Opnieuw moest iedereen lachen. Er klonk zelfs applaus. Dewinter wachtte het luwen van het handgeklap af en ging verder: ‘Om uiteindelijk de vrije meningsuiting en de democratie te dienen. En het debat op gang te brengen. En wij zullen dan het misschien wel in het verleden en – vergeef het mij – allicht ook in de toekomst, nog wel een aantal keer te scherp formuleren zeker. Het zij zo.’

Filip Dewinter verwees daarmee zelf naar wat partijleden zondag ‘zijn kwajongensstreken’ noemden. Vlak na de uitspraak van het hof van cassatie vorige week dinsdag had Dewinter voor de televisiecamera’s verklaard dat zij die een hoofddoek dragen, tekenen voor een terugkeer. Dat de krant De Morgen dacht dat daarmee een schisma in de gloednieuwe partij gebrandmerkt werd tussen hen die een ‘propere partij’ wilden en die ‘een rauwe partij wilden’, vonden enkele kopstukken lachwekkend. Philip Claeys, Europees parlementslid voor het Vlaams Blok: ‘Zo’n kwajongensstreek en scherpe formulering heeft zijn nut. De kiezers van het eerste uur moeten zich nog altijd door onze partij aangesproken voelen. Wij vertalen onze eensgezind gedragen ideeën volgens de persoonlijkheid van de kopstukken. Het is onze rijkdom dat wij complementaire figuren hebben als Dewinter, Annemans en Vanhecke.’

Interim-voorzitter Frank Vanhecke zei dat het Vlaams Blok met bitterheid werd ontbonden. Hij verwittigde ook: ‘In de kringen van de commentatoren heeft men niet het minste besef van wat het Vlaams Blok was en is.’ En verder: ‘Al bij al beschouw ik die veroordeling van 9 november als een bijzonder grote onderscheiding, waarop wij eigenlijk allen fier mogen zijn.’ Hij deed een plechtige belofte: ‘Wij veranderen van naam, maar niet van streken.’ Hij beloofde een aanval ’tegen de sluipende dictatuur van de politieke correctheid’ en de komst van een onafhankelijke Vlaamse staat.

Filip Dewinter beëindigde zijn toespraak met de woorden van de gewezen Amerikaanse president Ronald Reagan: ‘ You ain’t seen nothing yet!’

Eerder had hij in de pers al een revolutie aangekondigd als de PS aan de macht zou komen door van voorzitter Elio Di Rupo een premier te maken.

Een lokale Vlaams Blok-militant, die jaren voetbalploegen had getraind, zei met een pint in de hand: ‘Ik zie het mij nog meemaken: Filip Dewinter for President.

Zo sprak men dus in die Hortazaal. Dewinter had zelfs nog een keer de symboliek van hun aanwezigheid daar beklemtoond: ‘Dit Hortahuis, kijk naar de gebinten, afkomstig van het vroegere socialistische Brusselse Volkshuis, dat de socialisten zelf lieten verkommeren. Hier heropgebouwd in Antwerpen, de hoofdstad van het Vlaams Blok. Hier staan wij.’

Ze waren er allemaal, in die Hortazaal: de Vlaams Blokkers die kwamen uit een kern van oude socialisten, telgen uit Daensistische nesten, nog altijd uiterst actieve leden van het Davidsfonds, tot de hardere werkers in heemkundige kringen. ‘We gaan samen verder om groter te worden’, zei kamerfractieleider Gerolf Annemans. ‘Ik roep iedereen buiten het vroegere Vlaams Blok op om met ons samen die weg op te gaan. Het is een plechtige oproep, aan mensen die nooit wat met het Vlaams Blok te maken hadden, maar die toch beseffen dat het zo niet verder kan, ik roep hen op om op dit moment van het Vlaams Belang van zich te laten horen.’

Ook Annemans citeerde een Amerikaanse president: ‘Thomas Jefferson heeft het als volgt verwoord: wanneer het volk de regering vreest, heerst de tirannie. Wanneer de regering het volk vreest, heerst de vrijheid.’ Dat hij Jefferson, de voorvechter van de rechten van de individuele staten, die in 1776 de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring schreef, slechts gedeeltelijk citeerde, zei hij er niet bij. Met die uitspraak ijverde Jefferson voor wapenbezit en voor een soort militie buiten de macht van het centrale bestuur om. ‘De belangrijkste reden voor het volk om wapens te dragen, is om zich te beschermen tegen de tirannie van de regering’, gaat het citaat verder. Soms is citeren gevaarlijk. Soms veelzeggend.

Annemans verweet de juristen die zijn partij veroordeelden wegens racisme, politieke waterdragers te zijn. ‘De namen van alle juridische hoofdrolspelers uit dat proces staan voorgoed in het geheugen van déze jurist gegrift: ze zijn gewaarschuwd.’

En hij sloot zijn toespraak af met de woorden van de jonge Albrecht Rodenbach, het boegbeeld van de Vlaamse bevrijdingsstrijd. Het klonk plechtig, anno 2004.

Vooruit de jonge Vlaamse schaar

Vooruit door het beginnend jaar,

Vooruit! Eenieder hou zich sterk!

Vooruit met ons misprezen werk,

Vooruit tot spijt van wie ’t benijdt

Vooruit spijts laster en verwijt

Vooruit spijts onverschilligheid

En lafheid en kwaadwilligheid

Spijts ontrouw en spijts misverstand,

Spijts vijand en spijts dwingeland,

Vooruit!

Hou Zee!

‘Hou zee! Hou zee! Hou zee!’, scandeerde de massa.

Het klonk anachronistisch in een tijd waarin ook het Vlaams Blok/ Vlaams Belang zijn ideeëngoed moet bedden in een modern denkkader. ‘Hou zee!’, in een transatlantisch verkeer van rechtse gedachten. Ook het Blok vindt zijn gedachtegoed op de weelderige wei van hedendaagse conservatieve bewegingen, die zo divers zijn, maar soms zo met elkaar verbonden dat er altijd wel een of ander bruikbaar boeket te plukken valt.

Het was Annemans zelf, die de nieuwe beginselverklaring van het Vlaams Blok uittekende. Daarin staat het rechtse Vlaams-nationalisme en rechts-nationalisme centraal. ‘De partij erkent de vrije mens zoals hij is en verwerpt ideologieën die van de maakbaarheid van de mens uitgaan.’ In haar statuten legt de partij de nadruk op begrippen als ‘identiteit’ en wil ze ‘de multiculturele vergissing ongedaan maken’. Ze wil waarden en normen uitdragen als ‘vrijheid’, ‘recht en orde’, ‘politiek in het algemeen belang’, ‘solidariteit’ en ‘het gezin’.

Annemans: ‘In het waarden- en normendebat ben ik sterk uitgegaan van wat in Amerikaanse kringen van de neo- conservatieven al lang wordt gezegd. Ik kan die beïnvloeding niet ontkennen.’

Hij liet zich inspireren door filosofen als Edmund Burke, zegt hij, door een bron van ideeën die de rechterzijde vandaag opnieuw verkent en vormgeeft.

En hij haalde zijn ketchup bij Amerikaanse neoconservatieve denktanks als American Enterprise Institute, een orgaan waarmee bijvoorbeeld ook de afgewezen Europese kandidaat-commissaris Rocco Buttiglione verbonden is. ‘Ik heb Buttiglione ook op mijn website verdedigd’, zegt Annemans.

‘Deze zomer ben ik lange tijd in Wash- ington geweest en ik heb veel interessante mensen ontmoet. Het is de bedoeling dat soort studiereizen meer te gaan maken. Ik zal niet beweren dat daar de lamp brandt, maar met de overwinning van Bush hebben we toch gezien dat zij daar tien jaar vooruitlopen.’

Officieel wil Annemans zijn contacten niet bevestigen: ‘Die mensen zouden geschaad worden door een link met het Vlaams Blok. We worden in Amerika nog steeds geassocieerd met de oude demonen uit onze beginperiode. In debatten over bijvoorbeeld de joden en de vrouwen wordt de partij nog steeds bezwaard, hoewel het al veel minder is dan vroeger. We slepen dat stigma als een last mee door de wijze waarop men ons hier langs de linkerzijde bevecht. Zij bezwadderen ons met zaken die voor Amerika ontoelaatbaar zijn.’

Die eenzaamheid, het is me wat. Ook Vlaanderen heeft een aantal conservatieve denkers die zich verzamelen in clubs, die hun ideeëngoed uitdragen op eigen websites of die lezingen organiseren. Maar weinigen willen zich openlijk verbinden met het Vlaams Blok/ Vlaams Belang.

Een van hen is jurist en hoogleraar aan de KU Leuven en Universiteit Antwerpen Matthias Storme, lid van de N-VA en voorzitter van het Algemeen Verbond der Vlaamse Academici. Hij is lid van Pro Flandria, de Vlaamsgezinde debatclub die bestaat uit intellectuelen vanuit verschillende hoeken. In maart 2003 stuurden 28 leden na de beslissing van het Centrum-Leman om het Vlaams Blok wegens racisme naar het hof van cassatie te sturen een open brief naar de kranten. Ze riepen op tot een nieuwe aanpak van het Vlaams Blok. ‘Een rechtbank mag niet worden misbruikt voor een politieke afrekening die men langs politieke weg niet aankan’, zo stelde de brief.

Annemans: ‘Matthias en ik zijn al twintig jaar persoonlijk bevriend. Wij wisselen al jaren elkaars geschriften uit. Matthias is een briljant denker. Zijn toetreding tot de N-VA heeft onze vriendschap niet geschaad. Maar ik hou hem graag stand by om de Vaclav Havel van de Vlaamse republiek te worden.’

Matthias Storme houdt officieel de boot wat af: ‘Ik zie soms wel dat mijn ideeën ingang vinden. Iedereen kan mijn geschriften lezen. En ach, als Gerolf en ik spreken, gaat het echt meestal over koetjes en kalfjes.’ Ook dat kan dichterlijk zijn.

Philip Claeys, de hoofdredacteur van het tijdschrift Vlaams Blok Magazine en Europees parlementslid, ziet ook een belangrijke functie weggelegd voor een vereniging als Pro Flandria: ‘Een zeer belangrijke taak zelfs. Zoals de communisten hun fellow travellers hadden, kan er ook zoiets bestaan voor onze beweging. De ideeën van Matthias Storme komen onze partij ten goede.’

Die medereizigers of sympathisanten moeten niet noodzakelijk lid zijn van de partij. ‘Ze hoeven niet op ons te stemmen, maar wel elk op hun terrein ideeën verkondigen, die in het verlengde liggen van wat wij zeggen. Alleen zo kunnen wij tonen dat wij niet geïsoleerd staan. We hebben lang gewerkt aan een doordringing van de brede geledingen van de samenleving. Het is belangrijk dat men ziet dat onze partij ook aansluiting heeft met de academische wereld en met mensen die verantwoordelijke functies hebben binnen de maatschappij.’

Niet onbelangrijk was de beslissing van professor emeritus Erik Suy – ook een lid van Pro Flandria én van N-VA – om op vraag van het Vlaams Blok als expert te zetelen in het Vlaams Vredesinstituut. Suy, prof aan de KU Leuven, was van 1974 tot 1987 adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde Naties en directeur-generaal van de VN in Genève. Hij is ruim 15 jaar voorzitter van de VTB-VAB.

Suy verklaarde dat hij die taak opneemt als goede Vlaming en niet als Blokker en onderstreepte dat hij zetelt als onafhankelijke expert. ‘Daarmee is een taboe doorbroken’, aldus het Vlaams Blok.

Er wordt ook gelonkt naar de denktank Nova Civitas, waarin mensen als Boudewijn Bouckaert actief zijn. Claeys: ‘Hij is wel liberaal, maar conservatief en zeer Vlaamsgezind, en volgens mij een voorstander van een onafhankelijk Vlaanderen. Hij staat zeer dicht bij wat het Vlaams Blok zegt en denkt, en wellicht zal dat nog meer het geval worden in de toekomst. Hij zal steeds dichter bij ons komen te staan.’

De liberaal Bouckaert beschouwt zich inderdaad als een fellow traveller van het Vlaams Blok, hoewel hij maar langs één kant meereist: ‘Op bepaalde vlakken deel ik hun mening.’ Wat betreft het streven naar Vlaamse onafhankelijkheid bijvoorbeeld. ‘Maar daarin zijn ze niet exclusief. Het is ook de wens van de N-VA.’ Waar hij het Vlaams Blok in steunt, is hun verzet tegen de politieke correctheid: ‘De grenzen van de vrije meningsuiting moeten eens herbekeken worden.’ Net als de conservatieve waarden van het gezin. ‘Ik ben het niet eens met bepaalde stromingen binnen de VLD, die een homohuwelijk erkennen.’

Een groot meningsverschil met de partij gaat over wat Bouckaert ‘hun confrontationele houding ten opzichte van migranten’ noemt. Bouckaert zegt het zat te zijn dat ‘de linkse intellectuele elite het Vlaams Blok als criminelen beschouwt’.

Dat betekent echter niet dat hij zich bij het Vlaams Belang zal aansluiten. ‘Ik heb geen enkele reden om uit de VLD te stappen. Ik ijver wel voor een naar elkaar toegroeien van rechts in Vlaanderen.’ Hij heeft een droom, a dream, ‘dat wij vanuit Nova Civitas één partij kunnen creëren, die bestaat uit het Vlaams Belang, de rechtervleugel van de VLD en de rechtervleugel van CD&V. Een partij die minstens even sterk is als de PS in Wallonië. Een partij die te vergelijken is met de Republikeinen in de Verenigde Staten, even rechts, maar niet rechtser dan dat.’ Bouckaert denkt dat hij een derde van de VLD’ers in die droom kan laten delen.

De beginselverklaring van het Vlaams Belang is volgens Claeys ‘elegant geformuleerd’. ‘De rauwe kantjes zijn eraf. En het is inderdaad wel wat geënt op wat we terugvinden bij het American Enterprise Institute.’ Of bij conservatieve denktanks als de Nederlandse Edmund Burke Stichting. Dat die laatste steeds meer de media-aandacht opzoekt en krijgt, is een cadeau voor het Vlaams Blok. ‘Wij kunnen die revival van conservatieve ideeën alleen maar toejuichen.’

Het ‘intellectuele’ kader van het Vlaams Blok was sowieso verouderd. In de loop van de jaren tachtig inspireerden leden van de partij zich nog op de denkbeelden van de Nouvelle Droite in Frankrijk met rechtse filosofen als Alain de Benoist en een instelling als GRECE. Hoewel hun aandacht voor het heidendom en het anti-amerikanisme volgens Claeys slechts in beperkte mate ingang vonden in Vlaanderen, leerde de partij wel om via allerlei soorten contacten in het maatschappelijk leven een ‘soort culturele strijd te voeren en te proberen invloed te krijgen’.

Claeys: ‘Nu betekent die Nouvelle Droite in mijn ogen niets meer.’ Voor rechts Europa is er alleen nog het Duitse tijdschrift Junge Freiheit. ‘Dat blad komt iedere week aan op ons secretariaat.’

Het American Enterprise Institute mag dan belangrijk zijn voor Vlaams Blok-leden, zeker zo belangrijk is de rechts-conservatieve Amerikaanse Heritage Foundation. Die stichting, opgericht in 1973, profileert zich als een denktank die ‘de conservatieve politieke beginselen gebaseerd op vrije markt, beperkte overheidsinmenging, individuele vrijheid en traditionele Amerikaanse waarden’ wil promoten.

Claeys: ‘Voormalig Vlaams parlementslid Emiel Verrijken heeft enorm veel contacten met die stroming in de Verenigde Staten. Hij bezocht verschillende keren seminaries van de Heritage Foundation, het American Enterprise Institute en het CATO Institute. Ook Filip Dewinter legt nu contacten met de Heritage Foundation en satellietorganisaties errond. Interessant voor ons zijn FAIR (Federation for American Immigration Reform) en het netwerk Townhall. com.’

Wie de websites van die organisaties bekijkt, ontdekt een web van rechts conservatisme. Claeys: ‘We hebben er organisatorisch zeer veel van te leren. The Heritage Foundation levert niet alleen ideeën, maar ventileert haar mening ook via allerlei websites over allerlei maatschappelijke thema’s. Daarbij worden verbanden gelegd met alle mogelijke conservatieve bewegingen in de Verenigde Staten.’

Er werden al wat werkbezoeken aan de VS gebracht. ‘Vorig jaar bezocht ik samen met Dewinter een seminarie dat georganiseerd werd door Pat Buchanan, de schrijver van het boek Where the right went wrong, die met zijn ver- eniging The American Course werkt rond de immigratieproblematiek. Daar hebben we contacten gelegd met een lid van het Huis van Afgevaardigden, Tom Tancredo uit Colorado. We hebben veel van de Amerikanen te leren, niet alleen inhoudelijk, maar ook over de manier waarop zij campagne voeren. Filip Dewinter is al jaren geabonneerd op het tijdschrift Campaigns and Elections. Hij wil zeker terug naar de VS en hij wil ook mensen van ginder uitnodigen naar hier.’ Tom Tancredo staat bekend om zijn conservatisme, zijn wat lacherig retorisch talent, zijn kunst om constant in de media te verblijven en zijn harde immigratiestandpunten. ‘Tja, we moeten er eens dringend werk van maken om een Vlaams Blok-delegatie op topniveau naar Washington te sturen. We werken er volop aan. Maar eerst hebben we hier andere katten te geselen.’

You ain’t seen nothing yet.

Door Anna Luyten

‘Ik droom van een partij die te vergelijken is met de Republikeinen in de Verenigde Staten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content