‘DE KALENDER IS VEEL TE ZWAAR’

MICHY BATSHUAYI (MET DIMITRI DAESELEIRE VAN SINT-TRUIDEN) 'Standard kiest voor de jeugd, maar blijft een ambitieuze club. Je kunt jongeren kansen geven en tegelijk prijzen winnen.' © SMETS/PHOTO NEWS

Standard, de laatste Belgische vertegenwoordiger in de Europa League, neemt het donderdag op tegen Hannover 96. En hoopt op een even sterke play-off 1 als vorig jaar.

Het was een ruw ontwaken voor het Belgische voetbal op vrijdag 24 februari. Anderlecht uitgeschakeld tegen het nochtans niet overdonderend spelend AZ. Club Brugge kansloos geëlimineerd tegen Hannover 96, en dat terwijl het er in de heenmatch lang zo goed had uitgezien. Standard gelukkig wel door, maar zonder overschot tegen Wisla Krakau, bezig aan een zwak seizoen in de Poolse Ekstraklasa. Drie tegenstanders waarvan elke analist op voorhand zei: geen walk-overs, maar toch te pakken voor Belgische topclubs.

Hebben we ons dan zo verkeken op de kwaliteit van de Belgische teams? Of op die van de tegenstand? Jean-François De Sart, technisch directeur van Standard Luik, heeft een heel andere verklaring. Een die de leiding van de Jupiler Pro League niet graag zal lezen. ‘Het ligt aan de kalender, die is veel te zwaar. Standard zit al aan 45 officiële wedstrijden, en we zijn amper begin maart. Het belangrijkste moet dus nog komen. Dat betekent dat je in feite verplicht bent een kern van vijfentwintig titularissen te betalen, wat met ons budget onmogelijk is. En voor onze concurrenten evenzeer. In het huidige systeem kunnen onze clubs hun kansen niet voor 100 procent verdedigen. Door de competitiehervorming verzwakt het Belgisch voetbal zichzelf.’

In veel buitenlandse competities speelt men ook zestig wedstrijden of meer, maar dat maakt volgens De Sart de Belgische rekening niet. De kalender is te ambitieus voor de aanwezige middelen, meent hij. De clubs lossen het op door hun spelers uit te wringen, waardoor ze opgebrand aan de aftrap staan in de echt belangrijke afspraken. ‘De Belgische topclubs moeten onvermijdelijk aanvaarden dat het sommige momenten in het seizoen minder zal zijn. Als die vallen in een beslissende periode, kun je tegenkomen wat Anderlecht en Club meemaakten tegen AZ en Hannover. Het is niet anders. Het nieuwe systeem dwingt ons tot in het extreme te periodiseren.’

Laten we dan hopen dat Standard klaar is voor de nieuwe confrontatie met Hannover 96, donderdag op Sclessin. Tegen Club Brugge bleek alvast dat de Duitsers de afgelopen maanden grote stappen vooruit hebben gezet. Het leek een snediger, sterker en kwieker Hannover dan dat waartegen Standard 4 op 6 behaalde in de groepsfase van de Europa League.

Jean-François De Sart: In drie maanden tijd kunnen ploegen een heel ander gezicht krijgen. Hannover is een spits gaan halen bij Manchester United, die zal zeker een versterking zijn. Sowieso wil ik niet te veel terugdenken aan onze eerdere confrontaties tegen Hannover. Directe uitschakeling is anders voetballen dan in een minicompetitie. Bovendien zat het ons toen ook allemaal een beetje mee. Onze thuismatch tegen Hannover was wellicht de beste die we dit seizoen hebben gespeeld. Maar wie zegt dat we opnieuw dat niveau halen?

Ook Standard is vernieuwd. De winteraankopen Serge Gakpé en Birkir Bjarnason vallen erg mee, en er is de verdere ontbolstering van spelers die vorige zomer amper bekend waren, zoals Michy Batshuayi, William Vainqueur en Gohi Bi Cyriac. Is Standard, zonder dat iemand er erg in heeft, weer aan het bouwen aan een grote ploeg?

De Sart: Dat is uiteraard de bedoeling. De zomer was moeilijk. We wisten pas laat wie bleef en wie zou vertrekken. Maar ik denk dat we uiteindelijk een kern hebben kunnen samenstellen waar potentieel in zit en die inderdaad het beste nog niet heeft laten zien.

Wanneer gaat uw ploeg dat dan wel doen? Vorig jaar stuntte Standard in de play-off en veroverde het vanuit de achtergrond nog bijna de titel. Een gewiekste seizoensplanning die u dit jaar wilt herhalen?

De Sart: Zoiets kun je niet plannen. Vorig seizoen hadden we het geluk dat belangrijke spelers die in de reguliere competitie weinig aan spelen toekwamen, net op tijd de goede vorm vonden. De sleutelwedstrijd was uit op Anderlecht, waar we wonnen met een B-ploeg. Dan krijg je natuurlijk vertrouwen. Toen het de weken daarna ook nog meeviel, begon je te voelen dat er nog iets in zat. En ja, dan word je mentaal ijzersterk, natuurlijk.

Ik verwacht niet dat we dit jaar weer zo’n parcours kunnen afleggen. De play-off van vorig jaar was uitzonderlijk. Wij konden ook alleen maar schitteren omdat Anderlecht en AA Gent compleet de pedalen verloren. De kans is klein dat dit hen weer overkomt.

Maar we hebben wel goede moed. Jelle Van Damme keert terug uit blessure. Zijn fysieke impact en mentale sterkte geven Standard iets extra’s. Onze kapitein is drie maanden out geweest en zal fris zitten. Dat kan in de play-off een gevoelige troef zijn, zeker naar het einde toe.

Is Standard wel klaar om te oogsten? Het team is jong en is nog niet volledig op elkaar ingespeeld. Zou het kunnen dat de piek van dit nieuwe Standard pas later komt – volgend seizoen, bijvoorbeeld?

De Sart: Standard kiest voor de jeugd, maar blijft een ambitieuze club. Het ene sluit het andere niet uit, dat hebben we hier al bewezen. Je kunt jongeren kansen geven en tegelijk prijzen winnen. Wij hebben de ambitie om ieder jaar minstens twee jeugdspelers te laten doorstromen naar de A-kern. En eens ze in de A-kern zitten, krijgen ze ook de gelegenheid om zich te tonen. Dat zijn geen loze woorden, dat is een filosofie waar wij heel ver voor willen gaan. Waarom hebben we Aloys Nong en Mbaye Leye laten vertrekken? Niet omdat die niet voldeden, maar omdat we vonden dat Michy Batshuayi en Paul Mpoku meer speelkansen verdienden. Dat is een keuze en tegelijk ook een signaal aan onze jeugd. Als je ervoor werkt, zul je kansen krijgen bij Standard.

Jonge spelers missen ervaring. Ze maken vaker fouten.

De Sart: Ja, maar ze zijn ook enthousiaster. En Standard is enthousiasme. Dat is de cultuur van de club, die mag je nooit verloochenen. Onze supporters houden van spelers die alles geven. Een fout maken mag, als je maar vecht voor elke bal.

Is de nieuwe lichting zo goed als de vorige?

De Sart: Dat valt te bezien. Niemand weet naar welk niveau die jonge talenten zullen groeien. Hannover en de play-off zullen ons leren hoe de ploeg omgaat met resultaatvoetbal. Want moeten winnen is nog iets heel anders dan mogen winnen. Dat is het verschil tussen wat een echte topper brengt en iemand die het net niet heeft.

In de zomer verloren we de as van de ploeg: Axel Witsel, Eliaquim Mangala, Steven Defour en Mehdi Carcela waren onze beste vier spelers. Hun vertrek was een belofte van het vorige bestuur waar wij niet op wilden of konden terugkomen. Ik moet eerlijk zeggen: we vreesden in het tussenseizoen dat het een overgangsjaar zou worden. Op 1 september, na de transferperiode, hebben we de kern geëvalueerd en hebben we vastgesteld dat die sterk genoeg was om Europees ver mee te doen en in België de top te volgen. Ik denk dat ik nu al mag zeggen dat we ons niet vergist hebben. Dat bewijst tegelijk nog maar eens dat onmisbare spelers niet bestaan.

Hoe hebt u zo snel vervangers gevonden? Standard teerde lang op de contacten van Luciano D’Onofrio. Die vielen weg.

De Sart: Dat is een race tegen de klok geweest. Plots stonden we daar, zonder scoutingcel, met onze beste vier spelers die vertrokken. We hebben in juli en augustus bergen werk verzet, speler na speler bekeken en op basis daarvan onze keuzes gemaakt. Het lijkt nu allemaal mee te vallen, maar eerlijk is eerlijk: de echte evaluatie mag je pas na het seizoen maken.

Het is dit jaar opvallend rustig bij Standard. Mogen we dat koppelen aan de wissel in de bestuurskamer?

De Sart: Roland Duchâtelet is geen man die graag bruuskeert. Hij hecht veel belang aan het menselijke contact en weet conflicten in de kiem te smoren. Zoals vorige zomer, toen onze fans zich roerden omdat ze vreesden dat Standard te veel van zijn pluimen liet in de transferperiode. Zoiets kan gemakkelijk ontsporen, maar onze voorzitter heeft kalm en helder zijn plannen uiteengezet. Hij zei: ‘Geef het bestuur en de nieuwe ploeg vertrouwen en ik beloof u dat iedereen zijn best gaat doen en dat we er gaan komen.’ Tot nu toe heeft hij niet ontgoocheld, meen ik.

Ziet u Standard tot het eind meestrijden voor de titel?

De Sart: Realistisch gezien niet. Anderlecht wordt kampioen. Als hen dat met deze kern niet lukt, dan hebben ze ginder grote fouten gemaakt. Pas op, wij willen wel en we gaan er hoe dan ook tot de laatste snik voor vechten, maar het klassement liegt niet. Op dit moment zie ik in België geen team dat Anderlecht kan uitdagen.

U was lang bondscoach van de Belgische beloften en werkte toen met al die jonge talenten die nu het mooie weer maken bij de Rode Duivels. Hoe goed zijn de jonge Belgen?

De Sart: Als een Belg vroeger naar het buitenland ging, zat hij er bijna altijd op de bank. Nu hebben we sterkhouders in de allergrootste topclubs. En wat vooral veranderd is: de Rode Duivels beschikken nu voor elke positie over meerdere, kwalitatief sterke opties. Een paar jaar geleden waren er twee of drie plekken in het elftal waarover twijfel bestond. Maar nu… De beste verdedigers van Manchester City en Arsenal zijn Belgen, hè. En in de aanval en het middenveld hebben we zo mogelijk nog meer kwaliteit. En in het doel is het ook al top, het kan werkelijk niet op.

We moeten wel stoppen met zeggen: ‘Oh, ze zijn zo jong, geef ze nog een paar jaar…’ Want dat is onzin. De Duitse nationale ploeg is jonger dan de onze. Alleen staan zij wel op het EK en wij niet. En hoe komt dat? Door individuele fouten, een gebrek aan efficiëntie en focus. Op dit niveau wordt dat afgestraft. Met een beetje meer concentratie hadden de Belgen in de vorige campagne zeker vier punten meer moeten hebben. Ik denk aan het gelijkspel in Azerbeidzjan, of die pijnlijke 4-4 tegen Oostenrijk. En er waren nog matchen waar er veel meer in zat.

De Rode Duivels hadden moeite om de cruciale minuten te beheersen die je in elke wedstrijd hebt. Aan een gebrek aan ervaring kan dat niet liggen, want een resultaat vasthouden en in positie blijven wanneer het even moeilijk wordt, dat zijn zaken die een voetballer op zijn veertiende al leert. En kijk eens waar onze Rode Duivels spelen: ervaring hebben ze toch genoeg? Nee, de excuses zijn al lang op.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Anderlecht wordt kampioen. Ik zie geen team dat hen kan uitdagen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content