Lance Armstrong kan straks de eerste renner in de geschiedenis worden die zes keer de Ronde van Frankrijk heeft gewonnen. Allicht moet hij vooral afrekenen met de Duitser Jan Ullrich, al vijf keer tweede in de Tour.

Geen renner die meer bekommerd lijkt om zijn ploegmaats dan Lance Armstrong. Hoewel de Amerikaan neigt naar despotisme, en gedreven wordt door het verwoestende egoïsme dat de kopman kenmerkt, predikt hij een hechte teamgeest en wil hij dat zijn teamgenoten zich goed voelen. Toen US Postal een paar maanden geleden liet weten op het einde van dit seizoen af te haken, maakte Armstrong er een erezaak van om nog voor de start van de Tour een nieuwe broodheer te vinden. In volle voorbereiding op de Ronde van Frankrijk vloog hij naar de Amerikaanse Oostkust om daar het multimediabedrijf Discovery Communications als nieuwe hoofdsponsor te presenteren. Dat moest binnen het team rust en sereniteit brengen en bij de helpers alle vragen over de toekomst bannen.

Toch is de Ronde van Frankrijk, die zaterdag in Luik met een minimale Belgische bezetting van start gaat, in mist gehuld. In de voorbereidingswedstrijd Dauphiné Libéré kregen we een verzwakte Lance Armstrong te zien, die in de klimtijdrit op de Mont-Ventoux werd overvleugeld door de Spaanse rasklimmer Ibán Mayo. Niettegenstaande Armstrong dat zelf niet als een maatstaf zag, gewaagden sommige wielercommentatoren razendsnel van het mogelijke einde van een tijdperk.

Die conclusie is op zijn minst voorbarig. Het past bij de tactiek van Armstrong om zijn tegenstanders nu en dan eens zand in de ogen te strooien. Een mindere prestatie op de Mont-Ventoux zou een afleidingsmanoeuvre kunnen zijn om de druk te verlichten. Aan de andere kant etaleerde de Amerikaan in het klimwerk niet echt de soepele pedaaltred die hem anders kenmerkt.

De onduidelijkheid over Armstrongs vormcurve was de wereld nog niet uit of het boek L.A. Confidentiel van de Franse journalist Pierre Ballester en diens Britse collega David Walsh lag in de rekken. Daarin wordt Armstrong beschuldigd van dopinggebruik, zij het louter op basis van insinuaties. Zo is er het verhaal van de Ierse ex-verzorgster Emma O’Reilly over de producten die Armstrong haar zou hebben gevraagd. Het is onwaarschijnlijk dat een slimme renner als Armstrong zijn eventuele geheimen aan een verzorgster toevertrouwt.

De Amerikaan ontkrachtte alle vermoedens met klem. Hij sprak van een bewust uitgebracht bericht, van een poging om hem te destabiliseren. Nadat hij eerdere beschuldigingen over dopinggebruik liet voor wat ze waren, ondernam hij nu juridische stappen. Armstrong wilde in het boek een waarschuwing vermeld zien dat bepaalde pagina’s lasterlijk zijn, maar die vraag werd door de rechter in kort geding verworpen. Eerder bleek Lance Armstrong nochtans niet bang om zelf de dopingproblematiek aan te kaarten. Zo stelde hij zich openlijk vragen bij de opmerkelijke bloei van de Spaanse wielrennerij. Later trok hij zijn woorden wel weer in.

Een Brugs restaurant

Je moet over de mentale kracht van Lance Armstrong beschikken om je in zo’n klimaat van twijfel op de Tour voor te bereiden. Maar nadat Armstrong zijn teelbalkanker overwon, kan niets hem nog uit evenwicht brengen. Ontelbare keren heeft hij al verteld dat iemand die na de laatste chemotherapie kronkelend van de pijn over de grond rolde om alle gifgassen die in zijn lichaam waren gepompt, kwijt te raken, alle andere dingen die gebeuren, kan relativeren. Ook de echtelijke problemen waarmee hij vorig jaar kampte, en die uiteindelijk in een wel erg zakelijk afgewerkte echtscheiding uitmondden. Sindsdien heeft Armstrong een liaison met de Amerikaanse rockzangeres Sheryl Crow, wat door de media wel wordt gesmaakt. Het maakt hem nog ontoegankelijker voor de buitenwereld, al verbazen mensen die hem buiten de koers ontmoeten, zich over zijn vriendelijkheid en onbevangenheid. Zo schrok iedereen over zijn spontane manier van omgaan met fans die hem en Crow enkele maanden geleden onverwachts tegen het lijf liepen in een Brugs restaurant. Maar wanneer Lance Armstrong in de koers verschijnt, trekt hij een muur rond zich op, en wordt de bus van de renners van US Postal na een wedstrijd hermetisch afgesloten. Niets mag de concentratie verstoren.

Onder meer in die attitude verschilt Armstrong van die andere renner die straks op de Franse wegen zijn grootste antagonist moet worden: Jan Ullrich. Anderhalve week geleden won de Duitser na een echte thriller de Ronde van Zwitserland en toonde hij weer helemaal terug te zijn. Alle overtollige kilo’s werden er de afgelopen maanden afgetraind, het scherpe gelaat van Ullrich heeft iets huiveringwekkends.

Weinig renners die zo barsten van klasse als deze voormalige DDR-burger. Toen Ullrich in 1997 voor het eerst de Ronde van Frankrijk won, meende zelfs de doorgaans voorzichtige Eddy Merckx dat alleen Ullrich het record van vijf Touroverwinningen van de tabellen zou vegen. Maar de carrière van de krachtpatser nam een totaal andere wending. Nadat hij zich aanvankelijk in ijltempo ontdeed van de sluier van het communisme en een andere levensstandaard hem in zijn prestaties stimuleerde, balanceert hij constant tussen gevoelens van hoop en wanhoop. Twee jaar geleden tuimelde de met knieproblemen worstelende Ullrich in een depressie, reed tegen overdreven snelheid een peperdure Porsche in de prak en werd in een discotheek betrapt op xtc-gebruik. Het leverde hem een schorsing op van zes maanden. De Duitse pers, die van oudsher zwart-wit denkt, nagelde het voormalige godenkind aan de schandpaal.

Ullrich verlengde zijn contract bij Telekom niet, ging naar een andere Duitse sponsor, Coast, en belandde na problemen met de betalingen bij het Italiaanse Bianchi. Een tweede plaats in de Ronde van Frankrijk, na heldhaftig verweer tegen Armstrong, die met privé-perikelen worstelde, plaatste hem weer op een troon. Duitsland sloot hem opnieuw in de armen. Ullrich werd vóór wereldkampioen Formule 1 Michael Schumacher uitgeroepen tot Sportman van het Jaar.

In dat soort omstandigheden is er veel mogelijk in het naar vedetten hunkerende Duitsland. Telekom, intussen omgedoopt tot T-Mobile, ontving de verloren zoon met open armen en honoreerde hem vorstelijk met een jaarsalaris van 2,5 miljoen euro. Bovendien mocht Ullrichs persoonlijke mentor Rudy Pevenage meekomen. Eén jaar eerder had Pevenage de ploeg verlaten om Jan Ullrich te volgen. Dat zorgde voor veel innerlijke wrevel en een fel dispuut met manager Walter Godefroot, die zich door Pevenage, die hem verzekerd zou hebben een sabbatjaar in te lassen, belogen en bedrogen voelde. Dat Godefroot, een man zonder rancunes, weigert zich met Pevenage te verzoenen, betekent evenveel als het gegeven dat dezelfde Pevenage tot op heden niet over deze affaire wil praten.

Sprekende pop

Er bestaat een merkwaardige band tussen Jan Ullrich en Rudy Pevenage. Toen de Duitser in 1997 zijn eerste en tot dusver enige Ronde van Frankrijk won, schonk hij Pevenage een gele trui met een opmerkelijke boodschap. Ullrich sprak de wens uit zolang mogelijk met Pevenage te kunnen samenwerken ‘omdat er weinig mensen zo goed zijn als jij’. Toch wekt de Oost-Vlaming de indruk de sprekende pop van Ullrich te zijn. Er wordt hem verweten de Duitser naar de mond te praten en als een lakei achter hem aan te lopen. Pevenage moet bovendien vaststellen dat behalve Ullrich, niemand in het wielermilieu zijn kant kiest in de controverse met Walter Godefroot. Dat zadelt hem op met een gevoel van achterdocht. Zelfs een onschuldig interviewtje van twintig lijnen wil hij voor publicatie eerst nalezen. En toen Ullrichs ex-trainer Peter Becker onlangs in een interview brandhout maakte van Pevenage, belde die de auteur van het artikel kwaad op. Iemand die zich goed in zijn vel voelt, reageert anders.

Niettemin zou het een zegen zijn voor de Ronde van Frankrijk als Jan Ullrich zijn vroegere niveau weer zou bereiken. Zijn vijf tweede plaatsen in de Tour ten spijt wordt het hoog tijd dat hij op zijn dertigste presteert naar zijn talent. Dat dit de afgelopen jaren niet lukte, rekent Rudy Pevenage, die ongetwijfeld het beste voorheeft met Ullrich, zichzelf niet aan: hij beweert dat zijn beschermeling dikwijls neigt naar gemakzucht en dat een harde hand bij hem niet helpt. Dat is vreemd voor een renner die destijds binnen het strakke en gedisciplineerde DDR-systeem werd gevormd. De trainingen waren zo meedogenloos dat alleen de allersterksten overleefden. In die tijd moest Jan Ullrich vaak afgeremd worden. Zijn eerzucht was grenzeloos en Peter Becker, Ullrichs ex-trainer, vertelde herhaaldelijk weinig sportmensen te hebben ontmoet die zich zo op dat ene doel konden fixeren als zijn voormalige pupil. Anderzijds constateerde Becker dat Ullrich wel eens somber is en dat hij juist dan nood heeft aan iemand die hem kordaat weer op weg zet. Pevenage ziet dat anders. Hij vertelde ooit dat Ullrich in de maanden januari en februari voor een muur staat en dat de obsessionele gedachte dat hij de Tour moet winnen bij hem tot een soort vraatzucht leidt. Dat resulteert telkens weer in een spectaculaire gewichtstoename, waartegen kennelijk niemand iets kan beginnen. Ook dit jaar vocht Jan Ullrich lang tegen het overgewicht. Hij zette tijdens het voorjaar niet één deftige prestatie neer. In de Waalse Pijl reed hij zo slecht dat hij besloot niet te starten in Luik-Bastenaken-Luik, een wedstrijd die hem nochtans op het lijf is geschreven.

Toch leek Ullrich nooit te panikeren. Terecht, zoals in de Ronde van Zwitserland bleek. Maar die wedstrijd valt uiteraard in geen enkel opzicht te vergelijken met de Tour. De Duitser kan in ieder geval rekenen op een ijzersterke ploeg, ook al verdwijnt met de geblesseerde Kazak Alexander Vinokourov (vorig jaar derde) een belangrijke pion van het tactische schaakbord. Het wordt ook interessant om na te gaan welke rol Rudy Pevenage de komende weken mag spelen. Die volgt de Tour als consulent van de Duitse televisiezender ARD en mag ’s ochtends en ’s avonds met Ullrich praten. De volgwagen is, zo stelde Godefroot in het begin van het seizoen als voorwaarde, voor hem verboden terrein. Het blijft een vreemde constructie.

Een ander profiel

Deze Ronde van Frankrijk, met een lange aanloop naar de Pyreneeën, ziet er heel anders uit dan de edities van de afgelopen jaren. Er staat slechts één lange, vlakke tijdrit geprogrammeerd, op de voorlaatste dag in Besançon, over een afstand van 55 kilometer. Het vuurwerk moet er vooral in de bergen komen, waarbij de klimtijdrit naar Alpe D’Huez (op 21 juli, vier dagen voor het einde) een absoluut hoogtepunt moet worden. Dat speelt niet in de kaarten van Ullrich, die in het gebergte over veel minder explosiviteit beschikt dan Lance Armstrong. Maar het bevoordeelt vooral Spaanse klimmers als Ibán Mayo en Roberto Heras. Vraag blijft natuurlijk of zij lichamelijk sterk genoeg zijn om de Tour drie weken lang door te komen zonder inzinking. En of hun ploeg voldoende krachtig is om de wedstrijd eventueel te controleren. Datzelfde geldt ook voor de Amerikaan Tyler Hamilton, die vorig jaar met een sleutelbeenbreuk als vierde eindigde in de Ronde van Frankrijk en de pijngrens dus even gemakkelijk doorbreekt als Lance Armstrong.

Over de ploeg moet Lance Armstrong zich, ondanks het vertrek van Roberto Heras, weinig zorgen maken. En in de volgwagen zit met Johan Bruyneel één van de sluwste ploegleiders uit het peloton. Het is opmerkelijk hoe beiden zijn uitgegroeid tot een echte twee-eenheid. Ze worden vooral verbonden door een grote drang naar perfectionisme. De West-Vlaming is een detailfreak, terwijl Armstrong ook in zijn voorbereiding barrières doorbreekt. Zo verkende hij dit jaar bijvoorbeeld een aantal keren de klim naar Alpe d’ Huez, terwijl hij die col in zijn carrière toch al een keer of vijftien beklom. Maar een tijdrit, zo zegt Armstrong, is fysiek en mentaal verschillend en vraagt een totaal andere concentratie. Die zin voor detail heeft Lance Armstrong altijd gekenmerkt. Zijn geldingsdrang blijft immens. Sterker zelfs: in zijn beroepsernst zit iets angstaanjagends.

Door Jacques Sys

Weinig renners die zo barsten van klasse als Jan Ullrich.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content