Marleen Teugels
Marleen Teugels Marleen Teugels is onderzoeksjournalist en auteur. Haar onderzoeksartikelen verschijnen hoofdzakelijk in het tijdschrift Knack. De voorbije zes jaar is ze als docent onderzoeksjournalistiek verbonden aan meerdere journalistieke opleidingen.

Waarom blijven vrouwelijke burgerlijk ingenieurs witte raven? Zijn mannen er misschien voor in de wieg gelegd, of lijdt het beroep onder een verkeerde beeldvorming?

Naar aanleiding van de viering van 100 jaar Vrouwenraad brengt Knack in 2005 een hele artikelenreeks.

Vrouwen zijn er nog altijd te weinig in het vak van de burgerlijk ingenieurs. Is dat een logisch gevolg van biologische verschillen tussen de seksen, zoals de bekende Amerikaanse antropologe Helen Fisher suggereert? Vergt het ingenieursberoep ruimtelijk inzicht en kennis van de mechanica, vaardigheden die rechtstreeks aan het mannelijke testosteronniveau zijn gelieerd? Burgerlijk ingenieur Hilde Helsen (manager Kemira) en bio-ingenieur Ingrid Ghys (organisatiemanager Athlon Car Lease) zijn allebei actief lid van de werkgroep Vrouw en Ingenieur bij de KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging). Met de visie van Fisher zijn ze het niet eens.

HILDE HELSEN: Helen Fisher gaat uit van het archetypische beeld dat ingenieurs technici zijn. In het verleden hadden ingenieurs hoofdzakelijk technische functies. Nu is dat anders. Met de ingenieursopleiding kun je heel verschillende richtingen uit. Ik heb zelf met rubberlaarzen en helm in een fabriek gewerkt. Vandaag heb ik een hogere managementfunctie bij een Fins chemisch bedrijf. Burgerlijk ingenieurs klimmen gemakkelijker dan vroeger naar de top.

Vergist Helen Fisher zich dan?

HELSEN: Mannen hebben doorgaans een beter ruimtelijk inzicht dan vrouwen, alleen is dat niet de enige competentie waarover ingenieurs moeten beschikken. Ingenieurs zijn mensen die met veel doorzettingsvermogen problemen moeten doorgronden en oplossen.

INGRID GHYS: Zoals veel bio-ingenieurs ben ik als kwaliteitsingenieur begonnen in de voedingsindustrie. Ik stond in voor de verbetering van bedrijfsprocessen. Daarna kon ik zelf over de richting van mijn carrière beslissen. De denkpatronen die ik gebruikte om efficiëntieproblemen op te lossen, zijn ook in andere industrietakken bruikbaar. Zoals in de leasing van auto’s, een domein waarin ik nu actief ben.

Zijn de vrouwen in alle ingenieursrichtingen even schaars?

GHYS: Nee. Burgerlijk ingenieurs zijn nog altijd hoofdzakelijk mannen (zie grafiek), maar bij de bio-ingenieurs en de burgerlijk ingenieurs-architecten zijn de vrouwen in de meerderheid. Waarom de vervrouwelijking daar zo succesvol is, is nog onduidelijk. Staat het beroep van bio-ingenieur dichter bij het leven? Of, kun je daarin meer regelmatige uren presteren in een lab? Worden vrouwen ingenieur-architect omdat ze liever creatief bezig zijn? Die feiten verdienen het onderzocht te worden.

Krijgen vrouwelijke ingenieurs evenveel kansen om een technische job te doen als mannen?

HELSEN: Helaas, nee. Tijdens mijn opleiding heb ik bij Bekaert stage gelopen. Toen ik er solliciteerde, kreeg ik te horen dat het bedrijf geen vrouwen wenste in de productieafdeling. Wel kon ik onmiddellijk aan de slag bij de afdeling research and development. Net nog overkwam een jonge vrouwelijke collega hetzelfde. Officieel ontkent Bekaert vrouwen anders te behandelen dan mannen.

In sommige industrietakken bestaan dus duidelijke vooroordelen tegenover vrouwen?

HELSEN: Inderdaad. De oliebusiness bijvoorbeeld is een heuse machowereld. Daarvan hebben ook veel mannen last. Veel hangt ervan af of je snel kunt scoren bij het management. Dat bepaalt je verdere carrière.

Geraken vrouwelijke ingenieurs moeilijker aan de top?

GHYS: In sommige bedrijven realiseert men zich niet dat ook vrouwen ambitieus kunnen zijn. Zij moeten dit veel explicieter aangeven dan mannen. En ze bewijzen hun managementkwaliteiten het best door een MBA te halen, bijvoorbeeld. Mannen hebben die extra bewijsstukken niet nodig. Tegelijkertijd onderschatten vrouwen vaak hun eigen competenties.

Moeten vrouwen assertiever worden?

GHYS: Op een bepaald moment kreeg ik van een headhunter te horen dat een bedrijf voor een specifieke vacature een man zocht. Ik zei hem dat ik beantwoordde aan het vereiste profiel. Uiteindelijk wilden ze toch met mij spreken.

HELSEN: Aan de universiteiten halen vrouwelijke ingenieurs mooiere cijfers, ze blinken vaak uit in empathie en in crisismanagement. Toch stapt een deel van hen niet in het ingenieursberoep. Ze blijven op de universiteit hangen, of stappen in het onderwijs.

Helpen contacten met andere vrouwen op weg naar de top?

GHYS: Netwerken op een informele manier is ongelooflijk belangrijk. Netwerken met vrouwen is interessant om specifieke problemen op tafel te kunnen gooien.

HELSEN: Vaak beginnen jonge burgerlijk ingenieurs als enige vrouw tussen mannen. Ze hebben niemand om over hun problemen te praten. Vrouwen (en mannen) kondigen om 17.30 uur heel nadrukkelijk aan naar een MBA te vertrekken, terwijl andere vrouwen om 17.55 uur wegsluipen om hun kinderen op te halen in de crèche. Wij zeggen hen dat iedereen het recht heeft om voor zijn kinderen naar huis te gaan. Het netwerk Vrouw en Ingenieur biedt vrouwen een maatje om over dergelijke problemen te praten. We organiseren zeer laagdrempelig cursussen en symposia.

Proberen jullie ook de vervrouwelijking bij de burgerlijk ingenieurs wat te stimuleren?

HELSEN: Waarom haken zo veel vrouwelijke burgerlijk ingenieurs tijdens hun carrière af? Het leek ons de moeite dit wetenschappelijk te onderzoeken. Het Europees Sociaal Fonds zag zo’n onderzoeksproject helemaal zitten. We hebben geprobeerd om het vanuit de KVIV op de sporen te krijgen.

GHYS: De KVIV moest slechts 15 procent van het onderzoek zelf betalen. Uiteindelijk bleek ze niet bereid het financiële risico te dragen. We zijn nu op zoek naar andere financieringsmogelijkheden.

Hoe het tij te keren?

HELSEN: Er is nood aan een imagocampagne waaruit duidelijk blijkt dat burgerlijk ingenieurs geen techneuten zijn en dat ze met hun beroep vele richtingen uit kunnen. De advocaten hebben ooit hun beroep voorgesteld in het secundair onderwijs. Ik ben altijd bereid om een uurtje les te geven. Ons netwerk wil dit samen met de scholen organiseren.

Marleen Teugels

‘Tijdens mijn opleiding heb ik bij Bekaert stage gelopen. Toen ik er solliciteerde, kreeg ik te horen dat het bedrijf geen vrouwen wenste in de productieafdeling.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content