‘De ideologie van de IS leeft voort in de hoofden en in de moskeeën’

SABRATHA, LIBIË 'We hebben hard gevochten voor onze vrijheid. 43 agenten van onze veiligheids-dienst kwamen om.' © BELGA
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

De Libische stad Sabratha werd onlangs met veel moeite heroverd op de terreur-beweging IS. Maar volgens de burgemeester van Sabratha blijft de situatie precair.

Op 19 februari bombardeerden de Verenigde Staten een IS-kamp bij Sabratha, een stad ten westen van Tripoli. Vijf dagen later namen de jihadisten wraak. Eerst overvielen ze vlak voor zonsondergang een auto aan de rand van de stad en doodden daarbij vijf lokale politiemannen. Rond twee uur ’s nachts namen 200 IS-strijders het centrum in. Twaalf agenten werden onthoofd, hun lijken werden door de onthutste bewoners aangetroffen bij de controleposten langs de hoofdweg.

De triomf van de IS was echter van korte duur. Lokale milities, gelieerd aan de regering in Tripoli, konden de jihadisten na zware gevechten weer verdrijven. Sabratha herademde. Aan de grenzen van de stad is het echter nog altijd onrustig.

Bij de bevrijding van de stad werden de lijken van twee Italiaanse gijzelaars ontdekt die afgelopen juli met twee andere collega’s waren ontvoerd. De twee andere gijzelaars werden levend en wel bevrijd. Knack sprak vanuit Tripoli met Hussein al Dawadi, de burgemeester van Sabratha.

Hoe verliep de bevrijding van de twee gijzelaars?

HUSSEIN AL DAWADI: Tijdens de aanval van onze veiligheidstroepen op de IS verbleven de vier Italianen samen in een gebouw. Het was een zwaar gevecht dat lang duurde en sommige jihadisten wisten te ontsnappen. Toen we uiteindelijk gingen kijken, vonden we de lichamen van twee gijzelaars. Of ze door de IS werden gedood of tijdens de strijd met ons is nog niet bekend maar volgens de forensische arts zijn de lichamen doorzeefd met kogels. Kort daarna hoorden we dat een aantal IS-leden zich in een woning schuilhield. We omsingelden het huis en openden het vuur. Eenmaal binnen troffen we in de kelder de twee andere Italiaanse gijzelaars levend aan, samen met een Marokkaans koppel dat door de jihadisten was aangesteld om de Italianen te verzorgen.

De gevechten gaan nog steeds door. Is de IS nog niet volledig uit Sabratha verdreven?

AL DAWADI: Sabratha zelf is compleet bevrijd. De jihadisten duiken wel op aan de rand van de stad en in de omliggende dorpjes. In Sabratha gaat het leven weer zijn gewone gang. Maar helemaal verdwenen is de IS niet: de ideologie leeft voort in de hoofden van een aantal bewoners en in de moskeeën. Onze ogen zijn geopend, we kunnen er niet meer omheen: de IS heeft zijn voet stevig in de Libische aarde geplant.

Vorige maand ontkende u nog dat er een IS-trainingskamp bij Sabratha was. U beweerde dat er in de hele regio geen enkele islamist te vinden was.

AL DAWADI: Ik heb nooit beweerd dat er geen islamisten in Sabratha aanwezig waren, wel dat het trainingskamp niet bestond. Ik noem één gebouw met extremisten geen kamp.

Hoe kon de IS Sabratha binnenvallen zonder enige tegenstand?

AL DAWADI: Wie zegt dat we ons niet verdedigd hebben? Tijdens de gevechten zijn 46 agenten van onze veiligheidsdiensten omgekomen, 43 daarvan waren afkomstig van Sabratha. We kregen steun van buitenaf, maar we hebben zelf hard gevochten voor onze vrijheid. De jihadisten zijn in het midden van de nacht binnengevallen, ze hebben onze politie totaal verrast. Niemand had verwacht dat ze zo snel in het centrum konden raken.

De regering in Tobroek (Libië heeft twee regeringen, een in Tripoli en een in Tobroek) noemde de aanval van de VS op het trainingskamp een flagrante schending van de soevereiniteit van de Libische staat. Vindt u dat ook?

AL DAWADI: Ik heb niets te zeggen op nationaal vlak, maar wij zitten wel met de problemen. We vallen onder de regering van Tripoli maar eerlijk gezegd laat die ons behoorlijk in de steek. Tripoli steekt geen poot uit om ons te helpen. We zijn aangewezen op onze eigen verdediging. Maar we redden het. Voorlopig toch. Zestig procent van de omgeving is vrij van islamisten. De resterende veertig procent hopen we binnen twee weken te verdrijven.

Joanie de Rijke

‘De Libische regering in Tripoli laat ons in de steek, we zijn aangewezen op onze eigen verdediging.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content