Volgens recent onderzoek zou de straling van een gsm toch kanker kunnen veroorzaken. De gsm-industrie geeft dat toe, maar ook weer niet helemaal.

Voor de allereerste keer geven de gsm-producenten toe dat hun toestellen een gevaar inhouden voor de gezondheid. De straling van een gsm-apparaat zou tot een verhoogd risico op hersentumor leiden. De producenten zeggen het zelf niet met zoveel woorden, maar het Amerikaanse onderzoekscentrum Wireless Technology Research (WTR) doet dat wél, en de fondsen van het WTR worden geleverd door… de gsm-producenten. Het gaat om de eerste relevante resultaten van onderzoek met mensen, beweert Dr. George Carlo, die aan het hoofd staat van WTR. Totnogtoe werd alleen met ratten en ander ongedierte grondig onderzoek verricht naar elektromagnetische straling.

Voor de volledigheid: uit de tests van Carlo blijkt voorts dat er bij ratten afbraak van DNA optreedt. Wat erop zou kunnen wijzen dat radiofrequenties genetische schade veroorzaken, zegt Carlo, al erkent hij dat die stelling nog moet worden getoetst aan testresultaten.

De frappantste vaststelling is wel dat een min of meer intern orgaan als het WTR nu zelf met onheilsberichten komt. De gsm-producenten kunnen dus nog moeilijk blijven doen alsof er niets aan de hand is. De manier waarop ze op het slechte nieuws reageerden, geeft trouwens aan dat ze er niet op voorbereid waren. Ze vinden dat het onderzoek moet worden overgedaan én ze hebben vragen bij de deskundigheid van het centrum. Een budget van zowat een miljard frank zou niet volstaan om een wetenschappelijk onderbouwd en betrouwbaar onderzoek af te leveren. Kennelijk vinden de producenten hun eigen medische research plotseling niet meer betrouwbaar. Het is wel zo dat om de gezondheidseffecten op lange termijn – zoals kanker – te bestuderen er vanzelfsprekend ook onderzoek op lange termijn nodig is en men daar nu dus nog niet echt uitsluitsel over kan geven. Maar de producenten blijven in hun promotiecampagnes steevast verwijzen naar studies die zeggen dat er geen gevaar is, terwijl negatieve resultaten worden afgedaan als onbetrouwbaar. Wat is er geworden van het voorzichtigheidsprincipe?

Terwijl ze de gevaren minimaliseren, dienen bedrijven als Ericsson, Alcatel en Hitachi wel aanvragen in voor patenten die doen vermoeden dat we niet alles mogen weten. Zo wordt er gewerkt aan een antenne die “voorkomt dat de gebruiker enige gezondheidsschade oploopt”. Of er wordt gewag gemaakt van een “veilige afstand” tussen gebruiker en stralingsbron. Gewoon een ongelukkige verwoording, luidt het excuus, en de gebruiker hoeft zich verder absoluut geen zorgen te maken.

EEN SCHILD OVER HET TOESTEL

De gevolgen van de gsm-straling variëren van concentratiestoornissen en versnelde veroudering van de ooglens tot aantasting van het afweersysteem en kanker. Andere studies houden het bij een verhoogde bloeddruk of een onschuldige hoofdpijn. Bellen met een recent type mobilofoon op het 1800 MHz-netwerk, zou trouwens voor meer hoofdpijnklachten zorgen dan de bekende gsm die zich beperkt tot 900 MHz. Wat de stelling bevestigt dat heel hoge (en heel lage) frequenties schadelijk zijn voor het menselijk weefsel. De mens is bovendien een goede geleider van elektromagnetische stralen, wat in dit geval ook niet zo best is.

Wie gezond wil bellen, kan een “straalafweerder” gebruiken in de vorm van een schild over het gsm-toestel. Zo’n schild beschermt niet tegen de stralen van de zendmasten, maar zorgt er tenminste voor dat je hersenpan minder snel opwarmt wanneer je de gsm tegen je oor drukt. Reden tot paniek? Wel, het blijft raadzaam om voor ogen te houden dat tien minuten telefoneren in de auto (met het bijbehorende praktische ongemak en concentratieverlies) veel gevaarlijker is dan honderd uur mobiel bellen in de tuin. En weet ook dat de straling van een gsm niets voorstelt in vergelijking met die van een microgolfoven.

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content