Dankzij de dvd is de droom van de thuisbioscoop werkelijkheid geworden. Maar hoe tover je die prachtige beelden te voorschijn: via een plasmatelevisie, een LCD-scherm of een projector?

Mensen die beweren dat een big screen-televisietoestel overdreven duur is, verkopen onzin. Ze zouden eens moeten weten hoe eenvoudig het plots wordt om vrienden te vragen om op je huis te komen passen terwijl je op vakantie gaat. En een babysit vinden vormt ook nooit meer een probleem. Een simpele kosten-batenanalyse maakt duidelijk: je tv-toestel kan niet groot genoeg zijn.

De kijkersvraag is echter: kies je voor een LCD-televisie of een plasmascherm? Met plasma haal je afmetingen tot 43 inch (109 cm) diameter voor 8000 euro, wat voor LCD-schermen voorlopig onbereikbaar is. Maar plasma heeft als grote nadeel dat stilstaande tv-beelden in het scherm branden en daar zichtbaar blijven. Het is dus geen goed idee om in slaap te vallen bij een zender die na afloop van het laatste programma overschakelt naar een testbeeld of bij een dvd-film die na de aftiteling het scherm gevuld houdt met een foto van de hoofdrolspelers. Maar ook als je wakker blijft, kun je in de problemen komen. Met name wanneer je kijkt naar een kanaal dat zijn logo constant in een hoek van het scherm afbeeldt. Je wordt dus zo ongeveer gedwongen om te zappen.

Wat fabrikanten graag vergeten te vermelden, is dat plasmaschermen ook onderhevig zijn aan sleet. Na zowat tienduizend kijkuren zijn ze aan vervanging toe, zelfs als je de hele tijd hebt gezapt. Voor een gezin dat vier of vijf uur per dag voor de televisie zit, is zo’n duur toestel bijgevolg niet echt een aankoop voor het leven. Zeker niet wanneer het in huis is gehaald om meer te kunnen kijken. Maar er is ook goed nieuws: Pioneer en Philips creëren met hun plasma-tv’s een ware home cinema-ervaring, terwijl LG al een zeer behoorlijk 42-inchmodel heeft voor de ‘spotprijs’ van 4500 euro.

LCD-schermen, die vloeibare kristallen in plaats van fosfor gebruiken, zijn kleiner en daardoor ook goedkoper. Het prijsverschil heeft te maken met de lagere ontwikkelingskosten: veel voorafgaand onderzoek is de voorbije jaren al door de fabrikanten van computerschermen gedaan.

Het dure want onherstelbare probleem van de ‘dode’ beeldpunten in het scherm, veroorzaakt door falende transistors, is grotendeels van de baan. Die dode pixels vormden precies de oorzaak van de hoge productiekosten in het verleden: een deel van de productie verdween meteen in de vuilnisbak. Het zwakke punt blijft de onnatuurlijke kleurweergave, zeker bij goedkope modellen. Als nu ook die kleurweergave beter wordt en de afmetingen toenemen, is de kans reëel dat LCD het duurdere plasma helemaal uit de markt duwt. Zo ver is het nog niet, maar de schermen van LG (23 inch diameter en 2000 euro) en Philips (een instapmodel tegen 1000 euro) helpen om de consument te overtuigen. Sharp levert de kwaliteit die de merknaam suggereert, alleen is de prijs allesbehalve ‘scherp’. Een scherm met een diameter van 22 inch kost 2500 euro. Voor het topmodel van 37 inch betaal je zelfs 8500 euro.

ONTPLOFFINGEN ZONDER RUIS

Toch wat duur? De projector of beamer, tot voor kort enkel terug te vinden in vergaderzalen, is uitgegroeid tot een volwaardig alternatief voor de supergrote televisieschermen. De verhoogde kwaliteit en de verlaagde prijzen van de projectors hebben de deur geopend naar de thuismarkt. Het apparaat breekt met ons traditioneel idee van de kijkkast, maar Sony geeft met het stijlvolle en praktische design van de Cineza alvast te kennen dat het de projector ook in de huiskamer ziet staan. Aan 2500 euro kan de Cineza zeker concurreren met plasma- en LCD-schermen.

Dat zowel pc-fabrikanten (HP, Dell) als audio- en videoproducenten (Sony, Philips) zich in de strijd mengen, is zeker in het voordeel van de klant. Want die krijgt meer kwaliteit voor minder geld. Let wel op: behalve de projector moet je ook nog luidsprekers en een projectiescherm kopen, waardoor je voor een volledige opstelling toch nog behoorlijk veel geld neertelt. Daar komt bij dat de dure lamp in een projector al na 2000 uren gebruik aan vervanging toe kan zijn. In een verduisterde kamer kun je de lamp zachter laten branden, waardoor die minder snel slijt. Het toestel maakt dan ook minder lawaai omdat de ventilator minder werk hoeft te verrichten. Met dat lawaai, dat vroeger wel eens ongemak veroorzaakte, gaat het trouwens de goede kant op: de nieuwe generatie toestellen is onder de kritische grens van 50 decibel gedoken. Philips slaagt er zelfs in om het volume tot 28 decibel te beperken. Dat is nagenoeg geruisloos. Zo kun je tenminste volop genieten van die ontploffingsscène.

LCD: Liquid Chrystal Display

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content