Hoewel de Volksunie verder alle kanten opstuitert, is de redding van het Lambermont-bis akkoord een stap dichterbij. VLD-voorzitter Karel De Gucht trok Geert Bourgeois (VU) over de streep, althans ‘voorlopig en gedeeltelijk’.

Met spanning wordt uitgekeken naar het advies van de Raad van State over het communautair akkoord, en met name over de geplande overheveling van de voogdij over gemeenten en provincies naar de gewesten. Dat rechtscollege vergaderde gisteren in verenigde (Nederlands- en Franstalige) kamers. Mogelijk ligt daar een addertje onder het gras. Eentje waar premier Guy Verhofstadt noch VLD-voorzitter De Gucht greep op heeft.

De situatie is behalve spannend ook vermakelijk, voor wie de humor ervan inziet. Verhofstadt kan maar beter hopen dat Jean-Luc Dehaene (CVP) en Herman Van Rompuy (CVP) met terugwerkende kracht gelijk krijgen van de Raad van State. Anders komt Lambermont-bis in gevaar.

Voor de oorzaak van die speling van het lot moeten we terug naar 1999. Tijdens de laatste weken van Dehaene-II boog de meerderheid zich over de lijst van grondwetsartikelen die onder een volgende regering konden worden herzien. De Franstaligen, beducht voor een verdere staatshervorming, stonden een minimale lijst voor. De Vlaamse partijen, gestuwd door Luc Van den Brande (CVP) en het Vlaams parlement, zagen dat ruimer.

Dehaene zat geprangd tussen zijn Vlaamse flank en de PS die vooral niet wilde dat artikel 162 voor herziening vatbaar werd verklaard. Dat artikel, over ‘de ondergeschikte besturen’, zou de weg effenen voor de regionalisering van gemeente- en provinciewet. En de PS huiverde bij de gedachte dat de Vlaamse regering zo haar greep op de faciliteitengemeenten in de Brusselse rand zou vergroten. Op z’n minst moest eerst de rondzendbrief van Vlaams minister Leo Peeters (SP) worden ingetrokken.

Het was vice-premier Herman Van Rompuy (CVP) die de Gordiaanse knoop ontwarde. De voogdij over de lokale besturen, zo suste hij de Vlaamse gelederen, kon ook worden overgeheveld zonder de grondwet te herschrijven. Hij beriep zich daarvoor op de mening van constitutionalist André Alen, mede-auteur van menige staatshervorming. Alen had die mening tot dan toe nergens publiek geformuleerd en hij kwam zeer tegen zijn zin terecht in een politieke polemiek. Door Van Rompuys manoeuvre zag hij zich genoodzaakt om tekst en uitleg te geven in een vrije tribune in De Standaard. Ook al is het nog altijd zijn stelling, dat het zonder grondwetswijziging kan, het brengt hem twee jaar later opnieuw in verlegenheid (zie verder).

Terzijde, ook Karel De Gucht (VLD) nam als Vlaams parlementslid en jurist in 1999 de stelling van Alen en dus van de CVP over. Hij verwachtte overigens dat de nieuwe regering eerst de ‘pesterijen’ van Peeters’ brief zou afzwakken (of waarom De Guchts uitlating in De zevende dag onlangs géén lapsus was).

DESAVOUERING

Artikel 162 bleef dus vergrendeld. In de geest van Alen begon Verhofstadt-I enkele maanden geleden aan zijn communautair akkoord. Vandaag vreest de VLD dat de Raad van State (‘bestaande uit één liberaal en véél CVP’ers’) de lijn-Alen, nota bene assessor bij dat rechtscollege, zal verlaten. En dus zal zeggen dat Lambermont-bis toch niet kan worden uitgevoerd zonder wijziging van artikel 162. Wat niet meer kan tot 2003.

Dat zou behalve een desavouering van Alen en de CVP van 1999, ook een struikelblok voor Verhofstadt vandaag zijn. Alen besloot vorige week, geholpen door lichte druk van collega’s, om de vergadering van de Raad van State gisteren niet bij te wonen. Te delicaat.

Verwerpt de Raad van State de stelling-Alen, dan is er nog altijd geen man overboord. Het advies is niet bindend en het zou niet de eerste keer zijn dat de staatshervormer het naast zich neerlegt. Wel bestaat dan de kans dat de zaak wordt aangevochten bij het Arbitragehof, wiens arresten wel bindend zijn. Daar komt het dan misschien terecht op het bureau van… André Alen. Die is vorige week door de regering aangesteld als nieuwe rechter bij dat Hof.

‘Als de regionalisering van de gemeente- en provinciewet straks toch niet kan,’ zegt Karel De Gucht, ‘dan gaat evident ook het andere luik van het akkoord niet door.’ Geen geld dus voor het Franstalige (en het Vlaamse) onderwijs.

Zo’n vaart zal het evenwel niet lopen. Zoals gezegd, een negatief advies is niet onoverkomelijk. Hooguit geeft het de oppositie iets meer kracht om paars-groen te beschadigen. Al hoeft de VLD dan maar rijkelijk te citeren uit de verklaringen van Herman Van Rompuy van april 1999.

Verhofstadt zal in een iets roeriger politiek klimaat verder op zoek moeten gaan naar ja-stemmen voor zijn akkoord. Springt de overeenkomst tussen Bourgeois en De Gucht toch nog af, dan heeft Verhofstadt nog altijd genoeg aan vier VU-stemmen -als het FDF dan ten minste meestemt.

Heel stilletjes wordt er ten slotte ook nog gerekend op steun van de PSC. Joëlle Milquet kan het in Franstalig België onmogelijk gaan uitleggen waarom ze het onderwijs de beloofde miljarden zou ontzeggen. En trouwens, de PSC was in 1999 ook blij toen Van Rompuy met dat konijn uit Alens hoed kwam aandragen.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content