Volgens een Leuvense enquête blijft politiek dienstbetoon een kwalijke traditie. Maar Vlaams parlementslid Mieke Van Hecke eist nu eerherstel voor dit Belgische fenomeen.

EEN ONDERZOEK naar de invloed van het politiek dienstbetoon van de Vlaamse parlementsleden stelt dat deze taaie traditie hun werk in Brussel niet bepaald ten goede komt. ?De actieve dienstbetoners zijn juist minder actief in het parlement,? besluit de Leuvense politoloog Sam Depauw. ?De relatie is negatief. Soms streeft men zelfs, bewust of onbewust, geen collectieve oplossingen in het parlement meer na, want dat zou het eigen dienstbetoon kunnen fnuiken?. Vlaams parlementslid Mieke Van Hecke, die de CVP-werkgroep ?Nieuwe Politieke Cultuur? leidt, is door de studie danig in haar wiek geschoten : ?Het wordt altijd zo sloganesk voorgesteld. Ik vraag eerherstel voor politiek dienstbetoon, voor politieke benoemingen, en voor politieke cumul tot op zekere hoogte. Ben ik daarom nu een vijand van de democratie ? Laten we de misbruiken uitroeien, maar niet het hele abc van onze politieke cultuur weggooien.?

Na de verkiezingsschok van 1991 werd het dienstbetoon algemeen met de vinger gewezen als een van de redenen waarom de traditionele politiek zijn geloofwaardigheid verloor : het verankerde het beeld dat alles kon gearrangeerd worden. Sam Depauw hield een enquête bij 101 Vlaamse volksvertegenwoordigers over hun dienstbetoon, en vergeleek de resultaten met hun werkzaamheden in het parlement. Bijna de helft noemt dienstbetoon een belangrijke functie, en achttien procent zelfs hun eerste bestaansreden : ?Dat zijn de echte backbenchers die zich vooral lokaal waarmaken.? Zo’n dertig procent doet niet aan dienstbetoon. De anderen behandelen op jaarbasis gemiddeld zo’n 700 dossiers en besteden er wekelijks zes tot acht uren werk aan. ?Dat beeld wordt nog vertekend doordat ze meestal een medewerker hebben die er haast voltijds mee bezig is. Velen halen zo wel duizend dossiers, met toppers tot vijfduizend en meer.?

RIJSTROOK.

Toch lijkt er ook volgens Sam Depauw een lichte daling te zijn ingezet : ?Enerzijds omdat dienstbetoon nu in een slecht daglicht staat, alsof het allemaal gesjoemel is. Anderzijds is met de afschaffing van de legerdienst een klassiek reservoir weggevallen, en valt er in de crisis ook weinig tewerkstelling te versieren. Bovendien verzet een stuk van de administratie zich nu tegen tussenkomsten.? Dat wil niet zeggen dat dienstbetoon geen succes meer zou hebben. ?Zo’n 18 tot 30 procent van de burgers maakt er gebruik van. Dat zijn zeker niet alleen marginalen, maar een doorsnede van de bevolking. Zo’n 50 tot 75 procent van de vragen om een oplossing worden succesvol beantwoord. Dat maakt er de structurele aantrekkelijkheid van uit : dienstbetoon heeft een hoog succesgehalte, een lage drempel en een geringe kostprijs. Alleen bij zware gunsten wordt nog ooit een partijkaart gevraagd, maar meestal kost het slechts een voorkeurstem.?

Ongeveer de helft van de cliënten zou de dienstbetoner effectief in het stemhokje belonen. Slechts één op tien zegt expliciet dat dienstbetoon geen reden is om iemand een stem te geven. ?Er zijn opportunisten die het puur instrumenteel gebruiken. Maar over het algemeen is dienstbetoon electoraal veel lonender dan het werk in het parlement. Dankzij de voorkeurstemmen kan men lokaal een onafhankelijk koninkrijkje opbouwen, terwijl men nationaal vooral de partijtucht moet volgen. Dienstbetoon levert directe bevrediging en dankbaarheid op, terwijl het parlementaire leven vaak erg frustrerend is.? Nadelen zijn dat dienstbetoners de administratie ?verstikken? er wordt een aparte rijstrook voor de gunstelingen geschapen, terwijl de normale weg dichtslibt en dat er soms manifest onwettige gunsten worden gevraagd. ?Volgens onderzoek ging het bij een Volksunie-parlementslid om vijf procent en bij een SP’er om acht procent extra-legale gunsten.?

De enquête van Sam Depauw toont vooral aan dat het wetgevende en controlerende werk in het parlement geenszins beïnvloed wordt door de onderwerpen die tijdens het dienstbetoon aan bod komen : ?Politici stellen hun zitdag graag voor als het dokterskabinet van de samenleving, waar zij de vinger aan de pols van de maatschappelijke problemen houden, om die daarna in het parlement aan te pakken. In de praktijk blijkt dienstbetoon weinig of geen inspiratiebron te zijn. Wetten gaan trouwens voor 85 procent van de regering uit, en in 1991-’92 zelfs voor 100 procent. De parlementsleden dienen gemiddeld maar 1,5 wetsvoorstel per jaar in, dat slechts tien procent slaagkansen heeft. Ook interpellaties, mondelinge en schriftelijke vragen worden niet of nauwelijks door dienstbetoon geïnspireerd. Dienstbetoon blijft de allerindividueelste expressie van het allerindividueelste probleem.?

INTEELT.

Toen Vlaams parlementsvoorzitter Norbert De Batselier bij zijn aantreden een openingsspeech hield, vroeg de CVP hem om het hoofdstuk over politieke cultuur te schrappen. Daarop stelde een CVP-werkgroep zelf een erecode voor Vlaamse volksvertegenwoordigers op, die nu aan de andere fracties wordt voorgelegd. Coördinator is Mieke Van Hecke, tevens schepen in Beervelde : ?Een Vlaams mandaat en een lokaal mandaat gaan volgens mij goed samen. Dienstbetoon is ook iets dat juist op lokaal vlak wél de politiek inspireert : als er een put in de straat zit, of het jeugdlokaal heeft een nieuwe verflaag nodig, hoor je dat het eerst op je zitdagen. Maar ook in Brussel speelt het wel degelijk mee. Vergeet niet dat wij ook invloed hebben op kabinetten en ministers en zo meewerken aan de wetsontwerpen. De bijsturing van de Vlarem-milieuwetgeving is zeker door het dienstbetoon gebeurd. En recent is een probleem bij de benoemingsstop voor 55-jarige leraars via het dienstbetoon van een CVP-lid bij de onderwijsminister aangebracht.?

Volgens Mieke Van Hecke verkleint het dienstbetoon juist de kloof tussen burger en politicus : ?Dienstbetoon heeft de laagste drempel. Iedereen kan met ons komen praten. Wij zijn de hedendaagse pastoors. Die aanspreekbaarheid moet juist behouden worden. De bevraging van politici is veel groter dan vroeger. Twintig jaar geleden was een minister nog een onbereikbaar figuur. Nu zie je hem op de pensenkermis naast de deur. Als je het directe contact met de basis afsnijdt, moet je het helemaal van het media-effect hebben. Ik ben toch in beeld geweest wordt dan de enige drang.? Dienstbetoon is, volgens haar, vooral eerstelijnshulp : ?Een belastingformulier invullen, een brief helpen schrijven, een simpele doorverwijzing : dat is ruim de helft van m’n werk. Onderschat toch de non-assertiviteit van de burger niet. Het is een reële nood op het terrein, waarvoor je je niet kan afsluiten. Trouwens, als schepen krijg ik evenveel tussenkomsten van die partijen die dienstbetoon verbieden, zoals Agalev en het Vlaams Blok.?

Dienstbetoon heeft volgens Mieke Van Hecke essentieel een ombudsfunctie, een controlerende functie en een marketingfunctie. ?Uiteraard moeten de misbruiken uitgeroeid worden. Tussenkomsten in de administratie mogen, volgens ons, alleen nog om naar de stand van een dossier te informeren, niet om een dossier voor te trekken. Extra-legale gunsten moeten gebannen worden. Vooral stedebouw en ruimtelijke ordening zijn daar nu het terrein bij uitstek voor. Daar zijn wetgeving en reglementering opzettelijk vaag gehouden, zodat er veel mogelijk is in een grijze zone. De oplossing is, volgens mij, dat de administratie enerzijds duidelijke regels opstelt, anderzijds alle tussenkomsten in het dossier bijhoudt.? Hetzelfde geldt voor politieke benoemingen : ?Elke tussenkomst of aanbeveling moet in het administratief dossier van de kandidaat bijgehouden worden. Een maximale doorzichtigheid van de procedure is vereist.?

Het systeem zelf moet dus zeker niet verboden worden : ?Het is mijn overtuiging dat politieke benoemingen noodzakelijk zijn. Voor het ideologisch evenwicht en als dam tegen het corporatisme. Anders krijg je de inteelt van een kastestelsel, zoals bijvoorbeeld in de magistratuur in Nederland. Alleen met politieke benoemingen wordt iemand aangewezen die zich politiek moet verantwoorden voor de beslissingen. Ik geloof ook niet dat men in examens alles kan onderzoeken. In de Vlaamse administratie heb je nu examens tot een bepaald niveau, en daarboven politieke benoemingen. Dat moeten we behouden.? Vorige week meldden enkele kranten nog dat de lijsten, waaruit het Vast Wervingssecretariaat contractuelen voor de overheid selecteert, bijna volledig door de kabinetten en administraties worden samengesteld, en dat politici daarbij hun kandidaten naar voren schuiven.

De kleine mandataris wordt volgens Mieke Van Hecke meegesleurd door de modderstroom die door de politiek raast : ?Ten onrechte, want ik zie daar veel noeste arbeid en vrijwilligerswerk. Zoals dienstbetoon, waarvoor men geen enkele materiële tegenprestatie krijgt. Toegegeven, ik krijg elk seizoen gekuiste boontjes van een dankbare buurvrouw, maar dat is dan ook het enige. Ik heb de tijd nog geweten dat men voor een politieke benoeming in de magistratuur zijn eerste maandwedde aan de CVP moest afdragen. Nu sturen we alleen nog maar een herinneringsbriefje in verkiezingstijd.? Twee jaar geleden prees de CVP wel aan om de werkwijze van Marc Olivier te veralgemenen : dat parlementslid schreef al zijn cliënten aan om partijlid te worden. Mieke Van Hecke : ?Zelf vraag ik de mensen nooit naar een partijkaart. Maar soms laat ik achteraf wel eens iemand van de partij bij hen thuis langsgaan.?

SCHAAMLAPJE.

De aan het Vlaams parlement door de CVP voorgelegde proeve van erecode is maar een vrijwillige engagementsverklaring, net zoals de deontologische code die de SP recentelijk voor de eigen mandatarissen goedkeurde. Sommige SP-bonzen hadden zelfs gevraagd om dienstbetoon als vorm van ?politieke prostitutie? te verbieden, maar in de uiteindelijke tekst wordt het juist aanbevolen : ?De mandataris is verplicht op georganiseerde wijze contact te houden met de bevolking. Bij het uitoefenen van het dienstbetoon neemt hij/zij de beginselen van gelijkheid, rechtvaardigheid en wettelijkheid als absolute regel.? Ook voor benoemingen mag hij nog aanbevelingen doen, zij het gestaafd ?met functioneel-kwalitatieve argumenten?. De mandataris moet elk jaar verslag over zijn dienstbetoon aan de partij uitbrengen. De code is, bij gebrek aan verplichting en sanctionering, in feite een schaamlapje, zei de geestelijke vader ervan, Vlaams parlementslid Tuur Van Wallendael.

De Leuvense onderzoeker Sam Depauw is het daar volmondig mee eens : ?Vrijblijvende codes veranderen niets aan de structurele wortels van dienstbetoon. Ik vraag niet om dienstbetoon te verbieden, zoals sommige partijen nu doen. Dan duwt men het helemaal in de schemerzone. Dienstbetoon is natuurlijk een vorm van politieke participatie, maar het duwt de burger in de rol van een bedelaar, die een gunst afsmeekt, en de politicus in de rol van een handelsreiziger. Men kan het dienstbetoon beter structureel inbouwen in administraties en ombudsdiensten. Het OCMW kan iemand evengoed een brief helpen schrijven. Moet een parlementslid daar zijn dure tijd in stoppen ?? Een pertinente vraag voor Mieke Van Hecke, die ervoor pleit als laatste punt van de CVP-code om van de zondag een verplichte rustdag voor politici te maken. Moeilijk toch, als men een Vlaams mandaat, een lokaal mandaat én dienstbetoon combineert ? ?Helemaal niet. Dat is een kwestie van goeie organisatie en werkverdeling. Rust op zondag is een must.?

C.D.S.

Dienstbetoon is voor één of vijf parlementsleden de eerste bestaansreden.

Mieke Van Hecke : Politieke benoemingen blijven noodzakelijk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content