Naomi Chazan over mogelijke uitwegen voor het Midden-Oosten: er is er maar één.

In Israël en in de bezette gebieden van Cisjordanië en de Gazastrook – en minder zichtbaar in Oost-Jeruzalem – woedt de crisis van de Al Aqsa-intifada voort. Maar eind vorige week werd een schuchtere tendens merkbaar om de zaak wat te beginnen kalmeren. Dat was meer dan nodig. Want de situatie begon aan alle kanten uit de hand te lopen. De Palestijnen hebben vorige week hun ‘militaire’ acties tegen Israëlische doelwitten opgevoerd en dodelijker gemaakt. Israëlische soldaten en kolonisten werden in hinderlagen beschoten en met bommen opgeblazen (zoals de ongelukkige, verwerpelijke aanslag op een schoolbus in de Gazastrook). Ook in Israël zelf ontplofte een bom in Hadera met twee doden en een aantal gewonden tot gevolg.

Het Israëlische leger bleef zijn dagelijks handvol Palestijnen doden. In de bezette gebieden voerde het nachtelijke raids uit om Fatah-guerrillaleiders op te pakken. En de rechterzijde organiseerde een grootse manifestatie op het Zionplein in Jeruzalem, waar een oorverdovende Ariël Sharon tegen de regering tekeerging en eiste dat Ehud Barak ‘het leger zou laten winnen’.

Toch deed Barak het wat kalmer aan. Hij zou besloten hebben voorlopig geen helikopters meer op Palestijnse doelwitten te laten schieten – dat staat slecht op CNN. Arafat was in Moskou bij Poetin en er was voor het eerst weer een echte telefonade tussen Arafat en Barak. Daarbij werd opnieuw toegezegd dat paden voor conversatie tussen de vijandige kampen geopend zouden worden. Dat is niet veel, maar het kwam wel in de plaats van een escalatie die – met het oog op de islamitische vastenmaand ramadan die deze week begint – door iedereen met angst en beven tegemoet werd gezien.

Ook Naomi Chazan is ongerust. Zij is professor in de Politieke Wetenschappen, kopstuk van de Meretz-partij in de regeringscoalitie, vice-voorzitter van het parlement en een geziene en vaak gehoorde figuur in de Israëlische politieke wereld. En ze is niet optimistisch: áls er een oplossing komt, zegt ze, weet iedereen welke dat zal zijn. Een leefbare Palestijnse staat in de bezette gebieden, de meeste joodse nederzettingen weg en een vergelijk over Jeruzalem en de vluchtelingen. Maar het is niet zeker dat Israël – het Israëlische publiek – die oplossing nu al wil.

Naomi Chazan: Dit is een van de ingewikkeldste momenten die we ooit beleefd hebben. In veel opzichten is dit de ernstigste crisis sinds de oprichting van de staat Israël. Omdat het nu niet mogelijk zal zijn enkele héél ernstige beslissingen te ontlopen, beslissingen die wij tijdens het Oslo-proces niet genomen hebben. We waren op de goede weg, maar we hebben nooit echt de knopen doorgehakt die we moesten doorhakken.

We moeten beslissen over de grenzen van de staat. En over de bezetting en het stopzetten van die bezetting. In heel grote lijnen wil dat zeggen: de grenzen van 1967. Als die aangepast worden, moet dat ‘gelijk’ gebeuren. Als we vier procent nemen, moeten we ook vier procent geven. Als we niet bij machte zijn om die beslissingen te nemen, zullen we in een onmogelijke situatie terechtkomen. Want als bezetters zullen we in de internationale gemeenschap zo goed als helemaal geïsoleerd raken. Maar in het huidige klimaat – terwijl men aan het schieten is – is het heel moeilijk om dergelijke beslissingen te nemen.

Ik denk trouwens dat beide kanten veel van hun controle over de gebeurtenissen verloren hebben. Niet helemaal, maar wel een groot stuk ervan. De Palestijnse opstand is in veel opzichten héél populair en Arafat heeft die niet helemaal onder controle. Terwijl de Israëlische regering acties ondernomen heeft die niets met politiek te maken hebben, maar alles met opiniepeilingen. Het leger zelf is wel onder controle. Maar het probleem is dat de ‘straat’ om absoluut belachelijke dingen loopt te schreeuwen, zoals ‘laat het leger winnen’ (de slogan van Ariël Sharon, red.), of ‘geef de Palestijnen een lesje’. Geweld dus en als je geweld gebruikt, krijg je geweld terug. Dat is het patroon van de verslechtering van de situatie. Dat heeft niets met politiek te maken, maar met het toegeven aan de wil van het publiek.

Het publiek dat opgehitst wordt door lieden als Ariël Sharon.

Chazan: Natuurlijk. Door totaal onverantwoordelijke lieden die niet snappen dat je een guerrillaoorlog niet kunt winnen. Niemand wint die. En we zitten al in een guerrillaoorlog. Al is het dan een heel kleine. Maar behalve de Britten in Birma in de jaren vijftig ken ik geen enkel leger dat een guerrilla kon verslaan. En behalve misschien Dien Bien Phu weet ik ook niet van een guerrillaleger dat een conventioneel leger kon verslaan. Er bestaat geen militaire oplossing voor dit probleem. Iedereen vermoordt iedereen en dan gaan ze de doden aan elke kant tellen…

Hoe verklaart u de totale afwezigheid van het vredeskamp tijdens de crisis?

Chazan: Ik vind niet dat het vredeskamp afwezig is. Het is er wel degelijk, het krijgt alleen geen media-aandacht. Ik weet van een boel activiteiten die plaatsgrijpen en waarvan niemand weet heeft. Ze proberen de mensen aan te spreken, maar het is echt een heel moeilijke situatie. Het aantal bedreigingen die we krijgen, de ongelooflijke beschuldigingen die we toegestuurd krijgen… Dat wijst er wel op dat ten minste een deel van onze boodschap overkomt: de reactie is vicieus. Een voorbeeld: vorige week vormden we in de knesset met een tiental parlementsleden een monitorgroep over de nederzettingen. De dag daarna kregen we allemaal e-mails met bedreigingen waarin we een ‘vijfde kolonne’ genoemd werden. Dus iémand had er wel van gehoord.

Maar natuurlijk is er geen massabeweging. De interessantste dingen waren nog de advertenties in de kranten. Palestijnse en Israëlische intellectuelen die oproepen ondertekenden. Wat verschillend is, is dat we geen Palestijnse partners meer hebben. Waarschijnlijk hebben ze hun vertrouwen in ons verloren, ja. Maar uiteindelijk zijn dat onze zaken niet. Wij moeten voortdoen met wat wij juist vinden.

Het punt is natuurlijk dat wij dit niet hard hebben kunnen maken voor de crisis uitbarstte. De grootste mislukking van het vredeskamp is dat we het akkoord niet tot een goed einde gebracht en uitgevoerd hebben. Natuurlijk was er in het begin verwarring. Om niet te begrijpen dat er verwarring zou heersen, moest je totaal harteloos zijn. Sommige mensen zijn heel kwaad, vooral in de marge van de ‘zachte’ peaceniks. Zo van: ‘Gisteren praatten we nog samen en nu schiet hij op mij!’ Dat is een heel natuurlijke reactie. En vredebewegingen dienen om geweld te voorkomen. Als het geweld losbreekt, weten die niet hoe ze moeten reageren.

Maar de vraag is nu hoe we er weer uitkomen. Dat is het cruciale werk. In de eerste plaats moeten we het doel formuleren en dan zien hoe we daarheen gaan. Een van de wegen is blijven praten terwijl het schieten voortduurt. En dat doen we. We hebben ontmoetingen georganiseerd met Faiçal Hoesseini, met Ziad Aboe Ziad… We hebben een petitie gelanceerd, we voeren campagne tegen de escalatie. Nee, genoeg is dat niet en we moeten verder doen. Het publiek de opties voorhouden: voortdurend geweld of unilaterale maatregelen of onderhandelingen. Dit is een onmogelijke politieke situatie. We moeten de manier vinden om tot de oplossing te komen waarvan iedereen weet dat ze onvermijdelijk is. Als er een oplossing komt.

Ondertussen blijft de situatie van de Palestijnen verslechteren. Met elke dode die valt, zijn er minder mensen bereid om redelijk te zijn en te praten. Ook de economie gaat achteruit en hongerige mensen zijn kwaad. Eerlijk gezegd komt er niet genoeg van de Palestijnse kant. Al beginnen we weer stemmen te horen, marginaal misschien maar heel belangrijk op lange termijn. Een van de problemen is ook dat we elkaar lang niet hebben kunnen ontmoeten. Of dat we daar geen van beiden moedig genoeg voor geweest zijn. Wij niet en de Palestijnen ook niet.

Die Palestijnen zeggen dat het hele Oslo-proces tijdverlies was, dat het Israël alleen maar toegelaten heeft om de bezette gebieden met nederzettingen vol te stouwen.

Chazan: Ik begrijp dat wel, maar het helpt niet. Oslo was geen tijdverlies. Voor Oslo zat Yasser Arafat in Tunis en nu is hij hier. Er was geen Palestijnse Autoriteit. Corruptie en schendingen van de mensenrechten vond je alleen aan onze kant. De situatie is helemaal veranderd. Nu is er het inzicht dat er een leefbare Palestijnse staat moet komen. Dat was er voorheen niet. En ja, de nederzettingen werden uitgebreid en we hebben getracht om dat tegen te houden. En ja, ze zullen in grote mate moeten verdwijnen. Het Israëlische publiek ziet dat ook in, zelfs in recente peilingen: 54 procent zegt in te zien dat de nederzettingen weg moeten.

Is het mogelijk om naar Camp David terug te gaan, de plannen die daar voorgesteld werden weer op te nemen?

Chazan: Ik geloof niet dat er nu nog gesprekken mogelijk zijn die niet van een Camp David plus vertrekken, dat wil zeggen: van méér dan wat daar besproken is. Ik ben er niet zeker van dat het Israëlische publiek daar al klaar voor is. Indien niet, zal het alle denkbare consequenties moeten dragen. Misschien moeten we een ander mechanisme instellen. Want nieuwe oplossingen zijn er niet.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content