Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Het Knack-interview met Bart Van Lijsebeth maakte een stroom van reacties los. Maar justitieminister Verwilghen trok de Antwerpse procureur als een schooljongen aan de oren.

Het was toch geen weer om te gaan zeilen. Dus onderbrak justitieminister Marc Verwilghen (VLD) zijn vakantie om spoorslags naar Brussel te reizen. Die ochtend had de Antwerpse procureur Bart Van Lijsebeth zich in Knack immers durven beklagen over het schrijnend gebrek aan mensen en middelen waarmee hij de georganiseerde misdaad moest bestrijden. Dat was er te veel aan voor de minister; ook aan de nieuwe politieke cultuur zijn grenzen. Nog diezelfde voormiddag werd Van Lijsebeth, de sterkhouder van de gerechtelijke vernieuwing, als een schooljongen op het matje geroepen. Hij moest maar zijn mond leren houden. En niet zoveel liegen. En met twee woorden spreken. Of anders zwaaide er straf.

Een van de druppels die voor de procureur vermoedelijk de emmer had doen overlopen, was de recente poging van de minister om ook nog de vaste systeembeheerder van het onderbezette parket naar zijn kabinet te halen, om daar de fameuze e-justice uit te bouwen (zie kader). Het weghalen van de systeembeheerder zou de werking op het parket nog moeilijker gemaakt hebben. Bovendien had het Van Lijsebeth danig geërgerd dat de Brusselse procureur, die door Verwilghen gehekeld wordt om zijn gebrek aan managementscapaciteiten, er ineens wel een pak juristen bijkreeg, terwijl het veelgeprezen Antwerpse parket niet op voet van gelijkheid behandeld werd.

DREIGING MET SANCTIES

De emotionele, overhaaste reactie van Verwilghen is volgens sommige betrokkenen misschien wel de ergste psychologische faux pas van de minister tot nu toe. De voorbije maanden hadden ook de procureurs van Brussel, Brugge en Leuven al uitbranders gekregen, maar Van Lijsebeth was de man die zich al bijna twee jaar uitsloofde voor de vernieuwing en die door Verwilghen zelf voortdurend als voorbeeld gesteld werd. Nu werd openlijk geïnsinueerd dat diezelfde procureur zijn eigen cijfers en regels niet zou kennen, dat hij misschien alleen maar de belangen van de CVP diende, en zelfs dat de minister zich over sancties ging beraden. Veel gemotiveerde maar overbelaste magistraten en juristen voelden zich door die uitlatingen geraakt alsof ze zelf werden geschoffeerd.

De kranten stonden vol met solidariteitsreacties. De Antwerpse parketmagistraten, gerechtelijke stagiairs en juristen ‘ondersteunen volledig de uitspraken van hun procureur des konings en betreuren dat de minister van Justitie enkel reageert met een dreiging met sancties’, schrijven ze. ‘Een democratie, waarin de rechterlijke macht reeds jaren stiefmoederlijk wordt behandeld en waarin de burger geen recht heeft op kritische doch juiste informatie, is in gevaar.’ Zij vinden verder ‘dat het punt bereikt is waarop degelijk werk onmogelijk wordt’. In een aparte motie ondersteunen de (contractuele) parketjuristen ‘de correcte weergave van de situatie van het Antwerpse parket in Knack’, en klagen zij aan dat het onduidelijkheid troef is over hun aanwervingsmodaliteiten en toekomstmogelijkheden.

Volgens minister Verwilghen wordt procureur Van Lijsebeth in zijn kritiek niet gesteund door procureur-generaal Christine Dekkers, zijn overste. Christine Dekkers: ‘Dat heb ik zo niet gezegd. Ik heb alleen gezegd dat ik het betreur dat de procureur zijn noodkreet in de pers geformuleerd heeft. Anderzijds betreur ik ook de overacting van minister Verwilghen die de mogelijkheid van sancties openlaat. Inhoudelijk heeft procureur Van Lijsebeth niets gezegd dat niet waar is. Ook ik heb dat op interne vergaderingen én in mijn openingsrede vorig jaar aangekaart. Ga maar eens twee weken kamperen in het Antwerpse gerechtshof, dan zal u zelf zien op welke ongelooflijke manier daar gewerkt wordt.’

DE CIJFERDANS

Zelfs in de persmotie van Verwilghen krijgt procureur Van Lijsebeth op bijna alle punten gelijk, maar de minister schuift wel de verantwoordelijkheid door naar het ministerie van Financiën of zegt dat er aan het probleem gewerkt wordt. Maar op het vlak van de onderbezetting zouden de gegevens manifest ‘onjuist’ zijn, en dat staaft Verwilghen door een kabbalistisch gegoochel met cijfers. Het kader zou niet in 62 maar in 55 magistraten voorzien – maar dan vergeet Verwilghen gemakkelijkheidshalve de zeven toegevoegde substituten. En er zouden 43 magistraten werken en geen 38. De waarheid is dat er drie naar andere diensten zijn overgeplaatst en dat er twee langdurig ziek zijn. Kortom, de cijfers van de procureur kloppen.

De minister heeft wel gelijk dat er in de komende maanden net enkele nieuwe magistraten zullen bijkomen. Maar op dit moment werken er slechts 38 substituten effectief, van wie ongeveer de helft minder dan vijf jaar ervaring heeft. Het verloop is enorm. De laatste tien jaar verlieten maar liefst 52 substituten het Antwerpse parket. Er zijn genoeg andere jobs die minder belastend en beter betaald zijn. Zeker de financiële dienst van het parket is onderbemand, waardoor sommige dossiers, ondanks de grote inspanningen, dreigen te verjaren. Een handtasdief maakt soms meer kans om veroordeeld te worden dan een miljoenenfraudeur.

Op Goede Vrijdag zei minister Verwilghen in de kranten dat hij tegen de zomervakantie het personeelstekort bij de rechtbanken en parketten zal proberen op te lossen en dat er een weddeverhoging voor magistraten moet komen. De emoties waren blijkbaar al wat weggeëbd. Was het twee dagen eerder maar goed weer geweest om te gaan zeilen.

Chris De Stoop

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content