De duurzame dood

Vanessa Boel © SISKA VANDECASTEELE

Van het voedsel op ons bord tot het dak boven ons hoofd: op heel wat vlakken proberen we ons leven te vergroenen. Ook ons levenseinde zou duurzamer kunnen, vinden steeds meer begrafenisondernemers. ‘Uitvaarten laten veel sporen na op onze planeet.’

Tegen 2060 zullen we jaarlijks honderd miljoen mensen begraven, berekende Julie Rugg, onderzoekster aan de universiteit van York. Een gigantisch aantal, terwijl we wereldwijd steeds minder ruimte hebben. Een uitdaging voor de uitvaartsector, die op zoek moet gaan naar begrafenisrituelen met een zo klein mogelijke impact op het milieu. ‘Uiteraard zijn we daar voorstander van’, zegt Thomas Heiremans van Uitvaartunie Vlaanderen, de Vlaamse federatie van uitvaartondernemers. ‘We staan als sector open voor nieuwe ontwikkelingen zoals resomatie of watercrematie, waarbij het lichaam opgelost in plaats van verbrand wordt. In Nederland onderzoeken ze die mogelijkheid al, in België lopen de gesprekken met de overheid moeizamer. Onbekend is onbemind, maar als blijkt dat deze manier van cremeren duurzamer is, moeten we dat durven te bekijken.’

Rayah Wauters
Rayah Wauters© SISKA VANDECASTEELE

De hele keten moet onder de loep genomen worden, zegt Heiremans. ‘Op veel plaatsen moet je nog steeds naar het stadhuis of gemeentehuis om de administratie bij een sterfgeval te regelen. Waarom niet meer digitaliseren en zo voor minder verplaatsingen zorgen?’

Elke verandering loopt in de uitvaartsector vaak trager, erkent Heiremans. ‘Een overlijden gaat gepaard met sterke emoties. Mensen grijpen in zo’n situatie snel terug naar wat vertrouwd is. Uitvaartondernemers zullen zelf alternatieven moeten aanreiken aan de families die ze begeleiden.’

Vanessa Boel biedt met Trøst uitvaarten aan met een kleinere ecologische voetafdruk

‘De uitvaartsector is big business. Economisch gezien een verhaal van groei en bloei, maar ecologisch gezien vooral een verhaal dat sporen nalaat op onze planeet. Een kist moet wettelijk voldoen aan de Vlaamse milieunormen, maar hoe streng wordt dat gecontroleerd? Een ‘ecokist’ uit onbehandeld, duurzaam gekapt hout heeft soms nog een bodem van spaanplaat, of een binnenbekleding van polyester. Ook de kledij van de overledene moet volgens de wet uit natuurlijke, afbreekbare materialen bestaan zoals katoen of linnen. Maar hoeveel uitvaartbegeleiders letten daarop?

‘Ik wil al die schakels in de ketting onder de aandacht brengen en mensen wijzen op de keuzes die ze kunnen maken. Want elke keuze heeft een impact. Ik werk zo veel mogelijk samen met lokale, duurzame ontwerpers en leveranciers, bijvoorbeeld voor drukwerk en catering. Ik beperk mijn verplaatsingen, werk niet met ingevlogen bloemen en bied alternatieven aan voor de klassieke lijkkist, zoals een lijkwade met baar uit natuurlijke materialen of een mand van wilgentakken. Ook in het laatste hoofdstuk van ons leven mogen we ons kritisch denken niet verliezen. Het kan anders.’

Rayah Wauters maakt met Nauwau urnen uit resthout

‘Als een dierbare sterft, krijg je als nabestaande vaak een catalogus onder je neus geduwd vol seriematige producten waarvan je niet weet in welke omstandigheden, door wie of uit welke materialen ze gemaakt zijn. Er is nog veel verbetering mogelijk in de uitvaartsector wanneer het gaat over producten die goed zijn voor de omgeving en voor iedereen die in die omgeving leeft. Met Nauwau wil ik mijn steentje daaraan bijdragen, hoe klein ook.

‘Toen ik als ontwerper een manier zocht om dingen te maken zonder kostbare grondstoffen uit te putten, kwam het idee om met resthout te werken. Mijn man Niels is boomverzorger, zijn bedrijf levert al mijn hout. Dat brengt beperkingen met zich mee, want Niels en zijn collega’s zullen altijd eerst kijken of er geen betere oplossing is dan een boom te kappen. Voor mij als houtbewerker geen goede zaak, maar ik sta volledig achter die keuze. Is er geen hout, dan kan ik even niets maken, zo simpel is het. Bepaalde houtsoorten vallen erg in de smaak bij de mensen die hier langskomen, maar ik zal nooit speciaal een boom laten vellen of hout aankopen. Ik wil trouw blijven aan mijn eigen waarden.’

Wouter Van Bellingen
Wouter Van Bellingen© SISKA VANDECASTEELE

Wouter Van Bellingen is voormalig schepen van Begraafplaatsen in Sint-Niklaas

‘De dood hoort bij het leven, en toch blijven we er het liefst zo ver mogelijk van weg. Toen ik tien jaar geleden als schepen voorstelde om een natuurbegraafplaats aan te leggen (waar enkel assen uitgestrooid of biologisch afbreekbare urnen begraven kunnen worden, nvdr), wekte dat in eerste instantie flink wat weerstand op. Mensen zijn gewend aan een klassiek kerkhof met strakke paadjes, kort gemaaid gras en stenen grafzerken. Daar verandering in brengen, lag heel gevoelig. Intussen merken we dat de geesten geëvolueerd zijn.

‘Een grote troef van een natuurbegraafplaats is het intensieve ruimtegebruik. Een kerkhof dat je om de zoveel jaar moet uitbreiden, dat kun je niet volhouden. Hier zijn de graven anoniem – er worden geen grafstenen geplaatst of concessies verleend – waardoor je veel meer mensen kunt begraven op een kleinere oppervlakte. Op een natuurbegraafplaats is het ook veel gemakkelijker om mensen te overtuigen van een ecologisch groenbeheer. Op een klassiek kerkhof krijg je al snel klachten wanneer de grasperken er niet netjes bij liggen. Hier voeren we een extensief groenbeleid, en mag de natuur vooral haar gang gaan. Steeds meer mensen zien de meerwaarde in van een natuurbegraafplaats als een meer duurzame, maar ook rustgevende plek. Wandelen tussen de bomen kan heel troostend zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content