Zedeloos gedrag was nimmer zo alom aanwezig als nu. Gruwelijke epidemieën als aids teisteren ons bestaan: de Eindtijd moet dus wel nabij zijn, zeggen de christelijke millenniumpelgrims. Die zich massaal naar de Olijfberg begeven om aldaar te worden opgestraald naar het hemelse koninkrijk.

Het is zaterdagavond even na zonsondergang. In de wondergebedskapel van het Mount Zion Fellowship, een bedehuis dat deel uitmaakt van een ongemarkeerde villa in Oost-Jeruzalem, staat de atmosfeer strak met opgewonden anticipatie. De vrouw die de meer dan honderd aanwezigen ademloos komen beluisteren, is Ruth Heflin. Ze is een profetes. En, fluistert één van de gelovigen, “ze is geweldig.”

Niet veel later schildert profetes Ruth de gemeente de prachtigste taferelen voor. In Spanje is een gelovige familie met bankproblemen bedolven onder miraculeus verschijnende stukken geld. Het regent edelmetalen in Zuid-Amerikaanse kerken. In de Verenigde Staten kammen ongelovigen in metro’s stofgoud uit hun haar. Sceptici zullen al deze gebeurtenissen weghonen en ontkennen, maar de Ware Gelovige weet beter. De dingen lopen op hun eind, aldus Ruth, en ze voegt daar graag nog een van haar fameuze voorspellingen aan toe. “Volgend jaar pasen zullen we de wereld niet meer herkennen,” luidt deze zaterdag de boodschap aan christelijk Jeruzalem.

Op de voorste rij noopt iedere zin uit de mond van Ruth een gelovige tot het onbedaarlijk uitroepen van reeksen welgemeende halleluja’s. Elders in de zaal krijgt een Duitse hysterische lachbuien bij het horen van de hardnekkige wijze waarop de ongelovigen de waarheid blijven ontkennen, zelfs als deze zich onder hun neus voltrekt. Een man met een keppeltje meldt gelukzalig: “Moshiach komt!”

De wonderkapel op de Zionberg is één van de punten op het levenspad van Israëls import-christenen in Jeruzalem. De diensten worden bijgewoond door Russische soldaten, Messiaanse joden, toeristen, uitwisselingsstudenten, nonnen uit nabijgelegen kloosters en enkele leden uit de ultra-orthodoxe gemeenschap. Het belangrijkste deel van de parochianen bestaat echter uit het groeiende aantal westerse christenen dat zich met het naderen van het millennium vestigt in het Heilige Land.

Broeder David bijvoorbeeld. Achttien jaar geleden beval God de toen in upstate New York woonachtige Born Again Christian alles achter te laten en naar Israël te trekken. David – een achternaam gebruikt hij niet – verkocht meteen hierop zijn zaak en zijn bezittingen, nam een enkele reis Tel Aviv en vestigde zich uiteindelijk op de Olijfberg. In ruggespraak met de Heere begon hij vervolgens rond de berg van Jezus’ wederkomst onroerend goed te verwerven; kleine, simpele kamers die hij voor een luttel bedrag doorverhuurt aan mede-christenen die, net als hij, nu het einde nadert doelbewust door God naar Jeruzalem worden gestuurd.

HET HEMELSE KONINKRIJK

De achterliggende redenering is even simpel als complex. Vlak voor de gruwelijkheden van de apocalyps bezit nemen van de aarde, wordt een select aantal christenen in de zogeheten rapture op Star Trekiaanse wijze opgestraald naar het hemelse koninkrijk.

Later, als het duizendjarige vredesrijk is ingetreden, keren deze uitverkorenen weer terug teneinde aan de rechterzijde van de wedergekomen Jezus mee te helpen de wereld te regeren.

En hoewel de meningen flink uiteen lopen, heerst in Jeruzalem veelal de idee dat deel uitmaken van deze christelijke elite op zichzelf onvoldoende is; slechts zij die zich op het moment suprême op dan wel nabij de Olijfberg bevinden zullen op deze miraculeuze wijze uit het ondermaanse worden weggegrist. Bovendien zitten christelijke bewoners van de bijbelse berg natuurlijk prachtig op de eerste rang bij de dingen die nog gaan komen en die veelal plaats zullen vinden tegen het panorama van de berg en zijn directe omgeving.

Broeder David spreekt dan ook van een booming business. Cijfers over het aantal nabij de Olijfberg woonachtige christenen ontbreken, maar de schattingen variëren van 120 tot meer dan vierhonderd – en hun aantal blijft stijgen. Broeder David alleen al heeft enkele tientallen christenen in zijn gevolg. Een tweede, broeder Salomon, leidt ongeveer veertig leden van de Davidische zevendedagsadventisten; een groep die in ideologie verwant is aan de Branch Davidians, de sekte die in 1993 op een ranch in Waco, Texas, na een omsingeling door het leger de dood vond, maar die zich distantieert van sekteleider David Koresh. Andere groepen zijn aanzienlijk kleiner en laten zich moeilijk definiëren. Sommige tellen zelfs niet meer dan drie tot vier leden, zo meent het management van het veelvuldig door dit soort omwonenden gefrequenteerde Mount of Olives hotel. De meesten zijn bovendien spiritueel wedergeboren christenen uit landen als de Verenigde Staten, Canada, Australië, Groot-Brittannië en Zuid-Afrika. En één ding staat vast: breekt straks de tijd van de rapture aan, dan geven zij de rest van de wereld het nakijken.

Zonder zo zelfgenoegzaam te zijn te beweren dat men Gods wegen heeft doorgrond en de precieze datum van de wederopstanding kent, hebben de leden van de gemeenschap alle reden aan te nemen dat de lang verwachte Eindtijd met rasse schreden nadert. Er zijn, meent men, immers nog nooit zoveel oorlogen simultaan gevoerd als nu. Zedeloos gedrag was nimmer zo alom aanwezig als met al die homoseksualiteit van tegenwoordig. Gruwelijke epidemieën als aids teisteren plots ons bestaan. Het aantal natuurrampen neemt zienderogen toe.

Kortom: hetzelfde rijtje symptomen dat al vanaf het jaar 1000 door iedere Messiaanse beweging wordt opgevoerd ter onderbouwing van de claim dat de wereld vergaat. Dit keer, echter, is het wel degelijk menens. “Bij voorgaande gelegenheden”, stelt bijvoorbeeld broeder David, “waren alle voorspelde voortekenen aanwezig minus één: de terugkeer van de joden vanuit alle hoeken van de aarde naar hun thuisland. Nu, sinds 1948, is dat precies wat we hier meemaken. Uit het noorden, het zuiden, het oosten en het westen komt de hele diaspora naar Israël”.

OORLOGEN VAN GOG EN MAGOG

Tel daar nog bij op de vorige premier van Israël, een man wie de Heer met het oog op de Eindtijd een belangrijke rol had toebedeeld en wiens naam ‘Netanyahu’ betekende dat hij was geschonken door God. Zijn voornaamste taak, vermoedt men op de berg, was het vertragen van het vredesproces tot het jaar 2000, waarna de status van Jeruzalem wordt besproken; een onderwerp zo controversieel dat de oorlogen van Gog en Magog er ook zonder goddelijke interventie nog wel over uit zullen kunnen breken.

Sommigen rond de berg, zoals de tot christen verworden voormalig goddeloze crimineel broeder Raymond, weten bovendien dat de Jan en alleman ontvoerende UFO’s de nieuwste instrumenten van de duivel zijn, ingevoerd nu niemand meer gelooft in de vroeger zo effectieve demoonse creaturen. De Satanische kidnappers zouden hun slachtoffers influisteren willekeurig welk ander geloof aan te nemen, zolang het maar niet het christendom is. Anderen menen juist dat de vliegende schotels toebehoren aan de engelen, en dat deze “te zijner tijd” op zullen stijgen vanuit de baai van Haifa om de mensheid te redden. De baai herbergt immers de grot van Eliyahu, de profeet die zelf ook in Messiaanse tijden regelmatig wordt gesignaleerd. Een enkeling zegt zelfs de aankondiger van Jezus II al te kennen. Hij werkt in een kapperszaak in het noorden van de VS; maar meer hierover mag hij vanzelfsprekend vooralsnog niet kwijt.

Combineer dit alles vervolgens met de bijbelteksten “als duizend jaar voor de mens zijn als 1 dag voor de Heer” en “God schiep hemel en aarde in zes dagen, en rustte op de zevende”, en alles valt op zijn plaats; het vredesmillennium van rust en voorspoed begint 7000 jaar na de schepping. De wereld is nu eenmaal gecreëerd in het jaar 4000 voor onze jaartelling. Ergo: in het jaar 2000 eindigt millennium nummer zes.

Messiaanse waanzin is Israël zeker niet vreemd. Jaarlijks, schat de Jeruzalemse psychiater dr. Yair Bar-El, raken honderd tot tweehonderd toeristen dusdanig onder de indruk van hun bezoek aan het Heilige Land dat behandeling noodzakelijk is. Tientallen van hen moeten worden opgenomen in het Kfar Shaul ziekenhuis voor geesteszieken. Vier tot vijf ontwikkelen het zogenaamde Jeruzalem Syndroom, waarbij volledig normale, meestal niet eens overdreven religieuze mensen opeens denken de Messias of een willekeurig ander bijbels personage te zijn en publiekelijk naar hun rol beginnen te handelen. Anderen voelen zich geroepen een rol te spelen bij het bespoedigen van de Eindtijd, verbranden hun tickets en paspoorten, en voegen zich bij de ‘United Lunatics of Jerusalem’; de mensen die rond de Klaagmuur prediken, in Koning David-kleding harp spelen, of met een meetlint de maten van de tempel proberen te meten.

TENTEN OP DE OLIJFBERG

En dat is alleen nog maar in normale jaren. Onheilsprofeten als dr. Richard Landes van het Center for Millennium Studies in Boston, een man met de vinger strak aan de pols van het Amerikaanse christendom, waarschuwt de Israëlische regering al jaren voor een mogelijke algehele gekte; de Olijfberg als één groot tentenkamp, pelgrims die verwachten het land niet meer te zullen verlaten omdat de toekomst reeds tot het verleden behoort, fanatici die de Al-Aqsamoskee opblazen om het armageddon te forceren. Anderen, zoals Mark Powers van het anti-missionaire Jews for Judaism, spiegelen de Israëlische goegemeente gloedvol voor hoe het eventueel niet uitbreken van de in sommige kringen zo geanticipeerde Eindtijd vanzelfsprekend zal worden afgewenteld op de zo bekeringskoppige joden; net als in het jaar duizend, toen de teleurstelling uiteindelijk leidde tot de kruistochten en massale slachtpartijen onder alles wat de here Jezus maar niet als de enige echte Heiland aan wilde nemen. Shmuel Golding van het Jerusalem Institute of Biblical Polemics verwacht bovendien dat veel van de jaar 2000-bezoekers zoveel mogelijk Israëlische zieltjes willen winnen voor de eigen kerk, hetgeen de wederkomst van Bethlehems beroemdste boreling nu eenmaal alleen maar bespoedigen kan.

Overdreven? Zonder twijfel. Maar ongegrond? Ten minste twee jeugdherbergen bij de Via Dolorosa hebben al een messias onder hun vaste bewoners. “Maria” liep onlangs naakt door het Jeruzalemse stratenweb. Internet kent vele sites van millenniaristische sub-groeperingen die oproepen op 31 december 1999 naar de Olijfberg te komen. Een Amerikaanse ‘Doomsday Cult’ met vermeende zelfmoordneigingen uit Denver vestigde zich een jaar geleden in Mevasseret Tsion, werd begin januari door de politie verwijderd, maar zou nu vanuit Griekenland en Groot-Brittannië wachten tot de oversteek opnieuw kan worden gemaakt. Hun leider, Monte Kim Miller, heeft immers aangekondigd december 1999 te zullen sterven in Jeruzalem om drie dagen later weer te verrijzen, en zijn achterban dient hem in deze te volgen. En zo zijn er talloze kleine indicaties die erop wijzen dat het rond de millenniumwende weleens lichtelijk uit de hand zou kunnen lopen met de gekte.

Benny Ohry van Administratie 2000, een overkoepelend orgaan dat de voorbereidingen voor het millennium coördineert, wil echter voornamelijk focussen op al het positieve dat het volgende jaar voor Israël in petto hebben kan. Met naar schatting vier miljoen pelgrims en een paus kan het door wegblijvende toeristen geteisterde land de schade van de afgelopen jaren wellicht weer enigszins goedmaken. De bezoekers dienen te genieten van Israëls gastvrijheid, thuis het woord te verspreiden, en zo Israël in het nieuwe millennium weer tot de toeristenbestemming van weleer te verheffen. De komst van Johannes Paulus II in maart is daarmee een geschenk uit de hemel voor Israël. “Nog nooit eerder heeft het joodse volk zo oprecht gebeden voor het welzijn van een paus”, glimlacht Ohry.

Hij bereidt zich voor op chaos, maar van een veel profaner soort dan geschetst in het doorsnee doemscenario: verkeersopstoppingen, onbereikbare pelgrimsplaatsen, uitpuilende hotels, tasjesdieven, een vliegveld dat de passagierstoevloed niet aankan. De strategie van Administratie 2000 is daarom gericht op praktische zaken. Er zijn duizenden nieuwe hotelkamers bijgekomen, vooral rondom Jeruzalem, Nazareth en het Meer van Tiberias. De infrastructuur van het land heeft een grondige facelift ondergaan, zodat touringcars minder kans hebben vast te raken in ellenlange files. Grote parkeerplaatsen zijn aangelegd rondom de meest bezochte kerken, en publieke toiletten sieren nu menig toeristenoord. De Oude Stad is schoongeschrobd en wordt voorzien van veiligheidscamera’s. De christelijke plaatsen, die meer dan vijftig jaar nauwelijks zijn onderhouden, zijn gerenoveerd. In Galilea zijn kleine kloosters nu eindelijk voorzien van een rioleringssysteem, zodat straks ook de millenniumtoeristen een knijpbriefje kunnen afvaardigen.

SUPERJUBELJAAR

Reisgezelschappen zullen de visumprocedure al in het vliegtuig doorlopen. En om de hele situatie te coördineren, komt in Tel Aviv een computergestuurd zenuwcentrum waar bij wordt gehouden welke plaatsen vol zijn, welke wegen onbegaanbaar, waar nog slaapplaatsen zijn, en wie onderweg is waarnaartoe. Komt de nood aan de man, dan komen er in Haifa speciale slaapboten en krijgen Jordanië en Egypte een deel van de vluchten te verwerken.

Belangrijker: Israëli’s op toeristische sleutelplaatsen worden dezer dagen grondig heropgevoed. De buschauffeurs van Egged, niet vermaard om hun subtiele omgangsvormen en behulpzaamheid, worden deze herfst in decoratieve uniforms gestoken en zijn nijver bezig hun tanden te breken op het vriendelijk geïntoneerd uitspreken van Engelse zinnen als “Wilt u wellicht een retourticket?” en “Zal ik u waarschuwen als u uitstappen moet?” De Israëlische veiligheidsbeambten op de buitenlandse luchthavens zijn geïnstrueerd de passagiers met hun norse en langdurige ondervragingen niet al voor het bestijgen van de vliegtuigtrap gillend om hun moeder te laten roepen en hen het doel van de reis te doen betreuren.

In Israël heeft de jaar 2000-hype van de toeristische industrie al veel cynische geluiden teweeggebracht. De paus mag zijn achterban dan hebben opgeroepen in het “Superjubeljaar” de pelgrimage naar Rome uit te breiden met een reis naar het Heilige Land, maar van een overdreven aantal boekingen is vooralsnog geen sprake. Men brengt het vijftigjarig jubileum van Israël in 1998 in herinnering, toen ook grote verwachtingen heersten betreffende de bezoekersaantallen – en toen uiteindelijk niet veel meer toeristen arriveerden dan in een doorsnee jaar.

Buitendien is de rode loper nog geenszins uitgelegd voor de pelgrims en toeristen die juist de 2000ste geboortedag van het kerstkind in het Heilige Land willen vieren. In Jeruzalem en Tel Aviv hebben hotels te horen gekregen dat de christelijke feestdag niet zichtbaar mag worden gevierd. Kerstbomen zijn door de rabbijnen verboden, omdat deze voor het jodendom een net zo aanstootgevend symbool van het christendom zouden zijn als het kruis. De viering zelf mag daarenboven alleen maar plaatsvinden in achteraf zalen waar niemand het ziet.

Muziek is uit den boze. En overtredende hoteliers verliezen hun kashroet-certificaat, het bewijs van kosjerheid, en daarmee het merendeel van hun joodse klandizie.

De millenniumavond zelf wordt een al even karige aangelegenheid. Net als kerstmis valt ook de jaarwisseling op de joodse Sjabbat, zodat aan Israëlische zijde alles dicht is en nergens vers bereide maaltijden te krijgen zullen zijn. Feesten zijn wederom door de meeste plaatselijke rabbijnen verboden, en er zal van staats- of gemeentewege geen enkele vuurpijl de lucht in gaan. Voor aftellende klokken zal bovendien gezapt moeten worden naar een buitenlands televisiestation; want terwijl het (Islamitische) buurland Egypte een grootse spektakelshow geeft bij de piramides van Gizeh, blijft Israël erbij dat Oudjaar een bij uitstek christelijke feestdag is. Daaraan doet de joodse staat, die sinds september al in het jaar 5760 leeft, dus pertinent niet mee.

Wel is bij grote uitzondering het Jeruzalemse congrescentrum vrijgegeven voor een bijeenkomst op de avond van de 31ste, maar weinigen voelen zich vooralsnog aangetrokken om in de kille en sfeerloze zalen met een glas champagne in de hand op een toeter te gaan blazen. “Israël had een gouden kans om de millenniumwende tot een waar bonanza te maken”, aldus analisten. “Maar in plaats daarvan ketst men alles en iedereen af met een houding van onverschilligheid en zelfs aversie omdat het hier slechts ‘christelijke rariteiten’ betreft.”

PELGRIMSTERREUR

Het belooft weinig goeds voor de rest van het jaar. Maar volgens Administratie 2000 is het hoe dan ook een win-win situatie. “Zelfs als de toeristen uitblijven, dan nog zal Israël zelf nog jaren profijt hebben van de al lange tijd broodnodige verbeteringen die nu eindelijk eens worden aangebracht”, aldus Ohry.

Dat wil echter niet zeggen dat Israël geen maatregelen treft tegen eventuele cultisten. Wakker geschud door de sekte uit Denver heeft de politie een speciale bestrijdingseenheid opgezet die in binnen- zowel als buitenland infiltreert in fundamentalistisch-christelijke groeperingen en die nauw samenwerkt met Interpol, de FBI en de CIA. Volgens een geheim rapport dat werd gepubliceerd in de Jeruzalemse weekkrant Kol HaIer zou Israël de pelgrimsterreur op eenzelfde lijn stellen met Islamitische terroristische organisaties, en zullen dit millennium verscherpte veiligheidsmaatregelen worden genomen rondom ‘apocalyptisch gevoelige plaatsen’ als de Rotskoepelmoskee. Ook zou de ondervraging op de luchthavens zijn aangepast op het uitfilteren van godsdienstwaanzinnigen, en wordt niemand meer toegelaten die geen retourticket heeft. Bovendien wordt ook nog eens sterk rekening gehouden met een eventuele aanslag uit islamitische hoek op een drukbezochte pelgrimsplaats en op agressie uit joods ultra-orthodoxe hoek wanneer geconfronteerd met grote groepen christenen.

Resultaten wil de politie niet geven, maar met het naderen van het millennium sijpelen steeds meer verhalen door van mensen en groepen die de toegang tot het land werd ontzegd.

September 1998 bijvoorbeeld, werden twee oudere Italianen op Ben-Gurion Airport per kerend vliegtuig teruggebracht naar Rome omdat ze een “millenniaristische daad” wilden stellen op het terrein van de Rotskoepelmoskee. De profeet Elia, deel van het Jeruzalemse straatbeeld sinds 1984, kreeg aan het eind van deze zomer te horen dat hij maar beter op een vliegtuig naar elders stappen kon. Begin oktober werd bovendien een groep Ierse katholieken van het “Pelgrim House”, een binnen Ierland bekende gemeenschap die zich bezig houdt met de opvang van geestelijk gehandicapten, bij de haven van Haifa tegengehouden en teruggestuurd. Het gezelschap had met een aantal mentale patiënten de overtocht gewaagd om in Israël deze bijzondere kerstmis en pasen mee te maken, maar volgens een woordvoerdster van de politie handelde het hier om een “extremistische christelijke sekte”. Vraagtekens bij het beleid worden afgedaan met de mededeling dat veiligheid boven alles gaat; in een godsdienstig kruitvat als Israël wapent men zich nu eenmaal tegen iedere mogelijke vonk.

Terug op de Olijfberg distantieert men zich ten ene male van de suicidale sektes en geweldadige gekken. “Natuurlijk verwachten we hier de wederopstanding mee te maken”, zegt Sharon, een vrouw van middelbare leeftijd in het gevolg van broeder David. “Maar gebeurt het niet, dan weet ik dat God ook daar een bedoeling mee heeft. Zelfmoord en terreur daarentegen, zijn tegen het geloof. Sektes die zich daarop baseren, maken wat mij betreft geen deel uit van het christendom.”

Maar op een kille oktobermaandag omsingelt de Israëlische politie om drie uur ’s nachts de Olijfberg en licht de tientallen daar woonachtige buitenlandse christenen uit hun bed. 21 worden afgevoerd omdat hun visa verlopen zouden zijn; maar ook, zo geeft de politiewoordvoerdster toe, “uit voorzorg”. Onder hen broeder David, broeder Raymond, diens echtgenote zuster Karen, Sharon, en enkele leden uit de groep rond broeder Salomon.

Broeder Salomon zelf was de terugkeer naar de berg na een kort verblijf in de Verenigde Staten enkele weken eerder al ontzegd.

Allen worden op het vliegtuig gezet naar hun respectievelijke landen van herkomst.

Vanuit het arrestatiebusje is broeder Raymond een van de weinigen om commentaar te leveren. “Het is de duivel die ons hier niet hebben wil”, roept hij met vuurspuwende ogen.

Want de duivel is er immers alles aan gelegen de slag bij armageddon zo lang mogelijk te vertragen.

Jetteke van Wijk

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content