De do’s en don’ts van een latrelatie

Het aantal latrelaties (living apart together) neemt toe, en daar is niet iedereen even blij mee. Vooral oudere mannen zouden liever samenwonen. ‘Vergeet de drang naar vrijheid. Ze willen iemand die voor hen kookt.’

In de reeks Vriendinnen, die de voorbije weken werd uitgezonden op Eén, keken we binnen bij twee vrouwen die bijna 70 jaar lief en leed met elkaar delen, als beste vriendinnen. Het is een aardige schets van relaties en hoe die tijdens de vorige eeuw geëvolueerd zijn. Eva, de braafste van de twee, doet wat er in de jaren vijftig van een vrouw verwacht werd: snel trouwen, haar ambities opgeven en drie kinderen baren. Haar man is advocaat en heeft vooral oog voor zijn secretaresse, zij zit de hele dag thuis met de kinderen. In de jaren zeventig gaan de twee uit elkaar en vindt Eva haar heil in het feminisme en in de Tupperware-verkoop. Nog eens tien jaar later leert ze een nieuwe man kennen: Edelhart. Die wil graag trouwen, of toch op z’n minst samenwonen, maar Eva is een vrouw van haar tijd, en kiest voor een latrelatie: living apart together, een concept dat eind jaren zeventig ingang vond. Hoezeer Edelhart ook smeekt om onder één dak te wonen, Eva wil geen tweede keer aan de haard belanden.

Dertig jaar later leeft het fenomeen nog volop, weet Vicky Lyssens-Danneboom, onderzoekster aan de Karel de Grote Hogeschool. Ze verdedigt eind deze maand haar doctoraat over de sociale betekenis en de juridische bescherming van private relaties, waaronder ook ‘latters’. Daarvoor interviewde ze 54 mannen en vrouwen in een latrelatie. ‘Bij de “jongeren” – dertigers en veertigers – is zo’n latrelatie meestal een noodzaak. Ze komen vaak uit een scheiding en zouden wel willen samenwonen, maar door praktische bezwaren doen ze dat niet. Ze willen de kinderen niet te veel belasten met een verhuizing of een nieuw samengesteld gezin, de afstand naar het werk wordt te groot, het is financieel moeilijk om een groter huis te betalen enzovoort. Bij die groep hebben mannen en vrouwen meestal dezelfde visie op hun relatie’, zegt Lyssens-Danneboom. ‘Maar bij de “oudere” latters, vijftigers en zestigers, is het genderverschil vaak wél opvallend aanwezig. Die vrouwen verkiezen opvallend vaker dan mannen een latrelatie, meestal vanuit een drang naar vrijheid en autonomie. Veel van de oudere vrouwen hebben een huwelijk gekend waarin zij volledig instonden voor het huishouden en de zorg voor hun echtgenoot. Ze hebben aan den lijve ondervonden hoe beklemmend dat kan zijn, en willen niet nog eens in dat patroon vervallen. Terwijl de meeste oudere mannen net wél willen samenwonen: ze willen iemand die voor hen kookt en het huishouden doet, en eventueel ook voor hen zorgt als ze ziek worden.’

Hij het geld, zij de strijk

Het druist in tegen het idee dat de man vrijheid wil en de vrouw geborgenheid. ‘Voor jongere mannen en vrouwen geldt dat misschien wel’, zegt Lyssens-Danneboom. ‘Maar dit gaat over de oudere generatie, die nog leeft volgens het oude huwelijksideaal. Die mannen zijn grootgebracht met de traditionele rolpatronen en willen graag op die manier verder.’ Tot conflicten leidt het zelden. ‘In het begin van een relatie zijn er vaak discussies en twijfels, maar houdt de vrouw toch voet bij stuk. Dan zie je dat de meeste mannen zich na een tijdje bij de situatie neerleggen. Nog liever een latrelatie dan géén relatie. Die mannen doen hun huishouden dan maar zelf. Al zie je vaak wel een soort uitwisseling, toch weer volgens de traditionele patronen. Mannen springen financieel wat bij, en vrouwen helpen in ruil een beetje met huishoudelijke taken. Af en toe wat hemden strijken, of restjes spaghetti meegeven voor bij de man thuis. Al mag je dit natuurlijk niet veralgemenen. Er zijn ook oudere vrouwen die wél willen samenwonen, vaak om financiële redenen. Maar de traditionele genderpatronen en de bijbehorende gemengde gevoelens waren toch een rode draad doorheen mijn onderzoek.’

Misschien behoren die zeurende oude mannen over een jaar of dertig wel tot het verleden. De nieuwste generaties zijn niet meer grootgebracht met het cliché dat mannen de vuilniszakken buitenzetten en vrouwen al de rest doen. Of toch? ‘Ik heb voor mijn doctoraat ook veel samenwonende koppels geïnterviewd, jong en oud’, vertelt Lyssens-Danneboom. ‘Het verbaasde me toch hoezeer de traditionele rolpatronen nog bestaan. De meeste koppels hebben wel moderne principes, en aan het begin van hun relatie zijn de rollen nog relatief evenwichtig verdeeld. Maar zodra er kinderen komen, verdwijnen de moderne idealen meestal naar de achtergrond: de man wordt weer de belangrijkste kostwinner, en de vrouw neemt het gros van het huishouden op zich.’

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK

‘Veel oudere vrouwen hebben ondervonden hoe beklemmend een huwelijk kan zijn, en willen niet nog eens in dat patroon vervallen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content