Florence Nightingale (1820-1910) wordt herinnerd als de zorgzame engel die duizenden soldaten tijdens de Krimoorlog troost en genezing bracht.

Al tijdens haar jeugd bleek dat Florence – genoemd naar haar Italiaanse geboortestad – zich niet zou schikken in het leven dat elke Victoriaanse burgervrouw wachtte: trouwen, kinderen krijgen en gedwee de grillen van haar echtgenoot verdragen. Een door haar moeder gearrangeerd huwelijk met ene Richard Monkton Milnes wees zij af, maar met de gehuwde politicus Sidney Herbert zou zij een levenslange – platonische – relatie hebben. Tot overmaat van ramp besloot de eigenzinnige Florence verpleegster te worden, een beroep dat geen aanzien genoot en vrijwel uitsluitend was voorbehouden voor de lower class. Die keuze was naar haar eigen zeggen ingegeven door God. Zij was opgevoed in de geest van het unitarisme, een protestantse beweging met een sterk humanitaire inslag.

In 1851 volgde Nightingale een opleiding in het Duitse Kaiserwerth, waarna ze werkte als hoofd van het Londense Institute for the Care of Sick Gentlewomen. Toen begin oktober 1854 de eerste berichten binnenkwamen over het afschuwelijke lot van zieke en gewonde soldaten op de Krim, nam Nightingale het besluit dat haar wereldberoemd zou maken.

Met een team van 38 door haar opgeleide verpleegkundigen – onder wie haar tante Mai Smith – ging ze op 4 november 1854 aan de slag in het Britse militair hospitaal van Scutari, een buitenwijk van Constantinopel. Dat genoot een uiterst slechte reputatie vanwege het totale gebrek aan hygiëne en het grote aantal sterfgevallen. De Augiasstal in Scutari kreeg dan ook onmiddellijk een grondige poetsbeurt en met de steun van Herbert – intussen minister van Oorlog – kwamen ook wat uitrusting en geneesmiddelen aan. Voor de soldaten creëerde Nightingale ontspanningsmogelijkheden, uiterst ongewoon in die tijd en daarom door de – mannelijke – medische staf op de nodige scepsis onthaald.

In mei 1855 trok Nightingale op inspectietocht naar de Krim om er de eerstelijnszorg te verbeteren. Ze bleef tot de laatste Britse soldaat was ingescheept.

Haar eigenzinnige optreden en vaak scherpe kritiek op het politieke en militaire establishment – zelfs vriend Herbert moest het meermaals ontgelden – bezorgden haar de reputatie van een moeilijke tante. Tegenover haar personeel gedroeg ze zich meer als een drilsergeant dan als een diplomatisch teamleider. Velen konden zich niet vinden in Nightingales opvatting dat een verpleegster dag én nacht paraat moest staan – aunt Mai zag het niet meer zitten en brak met haar nicht.

Maar de duizenden soldaten droegen haar op handen en in de Britse pers kreeg ze haast de status van een heilige. De ‘dame met de lamp’, die bij kunstlicht brieven naar ouders schreef, medische dossiers bijhield en patiënten bezocht, werd een levende legende. Ze werd de vertrouwelinge van koningin Victoria en mocht – mede dankzij haar opmerkelijke wiskundige aanleg – toetreden tot de prestigieuze Royal Statistical Society.

Hoewel critici beweren dat Florence Nightingale tijdens de Krimoorlog weinig structurele veranderingen realiseerde, kan haar nalatenschap moeilijk onderschat worden. Ze maakte van nursing een volwaardig beroep en droeg bij tot de verwetenschappelijking van de medische wereld. Ze schreef talloze boeken, deed onderzoek op het vlak van de epidemiologie en ontwikkelde statistische methodes om het verloop van het ziektebeeld bij patiënten beter te kunnen volgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content