FRANS VERLEYEN

BESTAAT ER EEN VERBAND TUSSEN Windows, Vera Dua en Ruud Lubbers ? Ja. Op vrijdag 8 september sprak de gewezen Nederlandse premier (1982-1994) een rede uit aan de Katolieke Universiteit Brabant, waar hij de baret van hoogleraar mocht opzetten. Zijn nieuwe loopbaan opende hij met de zin : “De verschijnselen van de nieuwe tijd laten zich samenvatten in het begrip globalizering. ” Nu, dat weet een kind. Maar verderop was het verhaal van Lubbers, hier kort samengevat en aangevuld, leerzaam.

Ergens is een onzichtbare hand bezig met het uitvlakken van grenzen op de wereldkaart. In elke pizza of bromfiets zitten grondstoffen of onderdelen uit tenminste vijf landen, en ze worden verkocht op wel twintig buitenlandse markten tegen betaling in eender welke munt op de rekening van om het even welke bank. Industrie, kapitaalverkeer, handel zingen het lied van de ruimteloze vrijheid, alover de blauwe bergen.

Dat is te danken aan het elektronische verkeer, via glasvezelkabels en satellieten, tussen makkelijk verplaatsbare computers in zakformaat en aanverwante toestellen. “The bits provoke one world. ” Ieder mens die dat wil, kan 24 uur per dag met de rest van de wereld in kreatief, produktief of commercieel kontakt staan. Nooit meer slapen, niet langer leven van de liefde maar uitsluitend van informatie.

En dat heeft politieke gevolgen. Een schier oneindige veelheid van netwerken abstrakte maar ook fysieke van vlees en bloed leidt tot miljoenen gezamenlijke beslissingen per sekonde. Die zijn meestal privé en dus moeilijk te kontroleren, maar kunnen ook een intergoevernementeel karakter hebben in de gedaante van (voorlopig nog gebrekkige) VN-resoluties, EU-richtlijnen of Gatt-tolmaatregelen. Alleen, voor dat alles is geen nationale staat meer nodig. Die is dan ook in krisis. (Hij begint opnieuw het negentiende-eeuwse uitzicht van l’ état pompier te krijgen, de autoriteit die blust waar het brandt en allerlei konkrete noden moet lenigen. Daarvoor wil hij teveel geld.)

Wie in dat verbazende gebeuren de globalizering dus voor zichzelf enige vakkennis, een rol en zo mogelijk een beroep kan vinden, heeft nu al geluk. Vandaag is hij de stoomtreinmachinist van het jaar 1840. Jonge mensen moeten er alvast rekening mee houden dat de toekomstige arbeidsmarkt, en levenswijze in het algemeen, veel vaardigheid in het bespelen van computerklaviertjes en induwen van enter-toetsen zal vergen. Ongemerkt worden velen daarin wel wat opgevoed, want het volk heeft ondertussen kwansuis geleerd hoe geld uit de muur te halen, in feite een volwaardige computerdaad. Ook schoolkinderen maken op steeds jongere leeftijd kennis met de topdesk. Toch zullen samenlevingen nog jaren steun moeten verlenen aan een soort mensen die dit allemaal niet de baas kunnen : slachtoffers van uitsluiting, van de zogenaamde niet-deelname.

Dat is één probleem, maar niet nieuw. Het tweede is, behalve in de toespraak van Lubbers, nog maar zelden gesignaleerd. Al die draad- en afstandloze aktiviteiten met het nieuwe Windows-programma en Internet, al dat overseinen van beelden naar Brussel vanop de Rainbow Warrior of een in de Stille Oceaan ronddrijvende Kaunitoni (zie vorige week), al dat rationele sukses van de nieuwe mensheid, speelt zich af in een beschavingstype zonder verleden. De zogenaamde “global culture” kent geen geschiedenis, heeft geen wortels. En juist dàt is een onmisbaar kenmerk van kultuur.

Dus zitten we klem tussen twee taferelen. Het ene toont een aarde waarop elke mens in teorie bekwaam is zijn verstand schier oneindig uit te breiden met een extra toegevoegd brein. Zijn hoofd is, figuurlijk gesproken, tien keer zo omvangrijk geworden. Bovendien kan hij draden spannen naar zoveel andere breinen als hij wil. Dit benadert de cognitieve almacht, de wedergeboorte van de uomo universale, van de vorige eeuw afgeschafte alleswetende vorser.

Toen de stoommachine, benzinemotor, elektrische stroom en kernsplijting werden uitgevonden, is zoiets al eerder gebeurd in verband met de menselijke spierkracht. In anderhalve eeuw werd het energievermogen van het mensdom op een duizelingwekkende schaal vermenigvuldigd. Wat we nu meemaken is hetzelfde, maar dan met onze gedachten en geheugens.

Daar komt nog iets bij. De wereld waarop dit alles zich afspeelt, wordt op haar beurt onmerkbaar groter. Wie toekijkt, ziet hoe een nieuw bolvormig net van ruimtevaartspullen elektronische en materiële rond het blauwe planeetje wordt geweven. Weldra vormt het de vrij rollende binnenkant van een aanzienlijk grotere sfeer. De Chinezen doen dat met magisch geskulpteerde ivoren biljartballen : die draaien in elkaar binnenste rond. Kortom, niet alleen het menselijke verstand dijt uit, maar ook de bewoonde aarde en het heelal zelf. Brrr.

Tot het tweede tafereel behoort de mens die zich, van nature uit, verschanst tegen de zich onstuitbaar ontwikkelende transnationale brave new world. Hij wil zijn identiteit terug. Die van Pyreneeër, islamiet of verbruiker van chemisch onbezoedelde aardappelen zoals die nog door zijn moeder werden opgediend. Wortels. Het globale roept dus veel emotionele vijandschap op, zoals we tegenwoordig merken aan bij voorbeeld de woelige zittingen in het Russische parlement.

EN TOCH GAAT HET VOORT. Vera Dua ging twintigduizend kilometer ver van haar Gentse kinderen weg met de bedoeling om op Mururoa aan politiek te gaan doen. Het Windows-programma verspreidt zich als een interkontinentale schimmel over miljoenen pc’s. Greenpeace toont zijn televisiebeelden desnoods vanuit de hel, life. Ruud Lubbers stelt de vraag : hoe zullen we de “tegenkrachten” (voortspruitend uit het halfreligieuze, aangename wij-gevoel in traditionele levensverbanden met wèl een geschiedenis) kanalizeren ? Datzelfde probleem hadden, tweehonderd jaar geleden, de eerste presidenten van de Verenigde Staten. Ook zij moesten hun bevolking volstrekt van nul laten vertrekken, zonder één gram geschiedenis. Vandaag hebben ze er een.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content