De boomhut, bij valavond

BERT JORIS Meest milesiaanse cd uit zijn carrière. © MINA VAN ELEWYCK/IMAGE GLOBE
Bart Cornand

De nieuwe Bert Joris, of het ritme van een hart in rust.

‘Negentig procent van de plaat heb ik daar geschreven – ook al krijg je daar geen piano binnen. Een plek zonder internet, zonder telefoon. Alleen mijn slaapzak en mijn trompet. Die refuge in het groen heeft me al meermaals gered.’

Ik raak er niet op uitgekeken, op de poster die bij Only for the Honest zit, de nieuwe cd van het Bert Joris Quartet. Een bos, de ondergaande zon die pal in je ogen schijnt en rechts, tussen de bladeren, een boomhut. Met balkon. En een stoel. Eén. Speelde ik maar trompet, denk ik dan. Dan schreef ik daar, bij valavond, een ode aan die stoel. Maar ik kan niet trompetspelen, en alleen zijn ook al niet.

Bert Joris wel. Vier jaar na de uitstekende cd Magone is zijn kwartet (Joris, trompet en bugel; Dado Moroni, piano en Fender Rhodes; Philippe Aerts, bas; Dré Pallemaerts, drums) terug. Daarop zet hij de beweging door die hij eerder dit jaar met Signs & Signatures, zijn plaat met het Brussels Jazz Orchestra, begon: de intensifiëring. ‘Het hoeft toch niet altijd een klaroenstoot te zijn?’ zei hij ons destijds. En nu: ‘Ik hoef geen toeters en bellen meer, ik heb niet meer het gevoel dat ik zo nodig van een gebouw moet springen of een berg moet beklimmen om in de aandacht te komen. De sfeer moest juist zitten. En juist, dat betekent hier: intiem. We hebben een virtuoos nummer, Chicken Chase, zelfs gewipt. Zoiets is goed voor op een podium, maar qua diepgang strookte het niet met wat we wilden vertellen.’

Het heeft de meest milesiaanse cd uit Joris’ carrière opgeleverd. Niet zozeer qua trompetgeluid, maar qua atmosfeer. Zoals Davis de hete bop liet varen om de koele cool te creëren, zo creëert Joris zijn… nou ja: zijn stoel. ‘Ik wil geen circusartiest zijn die een truc heeft die niemand hem nadoet’, vertelt hij. ‘Bij trompettisten is al veel goeie muziek verloren gegaan omdat mensen zich zo nodig wilden bewijzen. Dat machogedrag ook altijd. Maar hoe beter mijn techniek wordt, hoe minder groot de behoefte. Zodra je denkt “oké, ik ben de volgende”, is het spel al verkocht.’

Only for the Honest maakt zijn titel acht tracks lang waar. Verwart u ‘intiem’ niet met ‘slaapverwekkend’. De tempi worden gedragen door een hartslag in rust, als gaat Brother Alfred, opgedragen aan McCoy Tyner, lekker stevig door. Helemaal nieuw is het materiaal niet – het bloedstollende All over Me en Sundown stonden in bigbandversie al op Signs & Signatures, en Between Hope and Despair werd gedistilleerd uit het gelijknamige project voor jazz- en symfonisch orkest. Veel groter kon het contrast niet zijn. De sound is kurkdroog, alsof de band bij je in de huiskamer zit – elke ademtocht van Joris, elke kreun van Moroni is hoorbaar. ‘Ik ben op weg, maar ik ben er nog niet’, zegt hij. Waarheen dan wel? ‘Als ik dat eens wist. Maar dat is niet erg.’ Tot die tijd is er een slaapzak, en een trompet. En dat is genoeg.

BERT JORIS QUARTET, ONLY FOR THE HONEST, 52CREATIONS/CODAEX.

Bart Cornand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content