DE BOM VAN MEÏR DAGAN

Een Israëlische F16 stijgt op van een legerbasis in de Negevwoestijn. © JACK GUEZ/AFP PHOTO

Is Israël van plan om de nucleaire installaties van Iran te bombarderen? Daarvoor waarschuwt Meïr Dagan, de voormalige chef van de Mossad, al maanden in het publiek. Op die manier hoopt hij een catastrofe te voorkomen. De regering van premier Netanyahu is woedend.

Meïr Dagan spreekt weer. Dit keer op het podium van de Industrie- en Handelsclub in Tel Aviv, een onopvallende plek voor een grote vraag: moet Israël Iraanse nucleaire installaties aanvallen? Meïr Dagan, zesenzestig jaar, die begin 2011 nog chef was van de Mossad of de Israëlische buitenlandse inlichtingendienst, meent van niet.

Opnieuw waarschuwt hij, opnieuw zegt hij dat we moeten denken aan wat de dag daarna gebeurt. Hij heeft al vaak gezegd dat een aanval vreselijk zou zijn voor Israël, een catastrofe waarvan niemand de omvang kan inschatten.

Zijn optreden vond vorige week woensdag plaats. Slechts een paar uur eerder raakte bekend dat Is-raëlische gevechtsvliegtuigen een oefening boven Sardinië hadden gehouden. Hun trainingsprogramma: een aanval op ver verwijderde doelen, bijtanken tijdens de vlucht, afweer van grond-lucht-raketten. In Israël verschijnt ’s namiddags aan de hemel een loodrechte condensatiestreep die tot ver in de omtrek te zien is: de nieuw ontwikkelde Jericho-3-raket wordt getest. Die kan vermoedelijk ook een atoombom over een afstand van 4500 kilometer transporteren.

Tegelijk meldt de Britse krant The Guardian dat de regering van David Cameron de verplaatsing van oorlogsschepen met kruisraketten in de richting van Iran plant. De volgende morgen beginnen in de regio van Tel Aviv de sirenes te gillen. In paniek springen mensen uit hun auto’s en proberen zich in een bunker in veiligheid te brengen. Ze zijn bang dat de oorlog al begonnen is. Maar het is slechts een oefening.

Kan dit toeval zijn? Bereidt Israël een oorlog voor, of behoort dit slechts tot de psychologische oorlogvoering? Wil Israël druk uitoefenen op Europa en Amerika volgens het motto ‘ofwel doen jullie iets, of anders vallen wij aan’?

Deze week wordt in Wenen een nieuw rapport van het Internationale Atoomenergieagentschap gepresenteerd waarin voor het eerst officieel wordt bevestigd dat Iran experimenteert met technologie die slechts één doel kan hebben: het bouwen van een atoombom. Voor Israël is het een goed tijdstip om op scherpere sancties aan te dringen. Een diplomatiek manoeuvre is daarom nog niet uitgesloten, het is zelfs waarschijnlijk.

Maar dat betekent nog niet dat Israël geen aanval voorbereidt. Integendeel, het is zelfs goed mogelijk dat op dit moment daarvoor een politieke en militaire strategie wordt uitgestippeld. Israël gelooft dat het maximaal nog negen tot twaalf maanden de tijd heeft om het Iraanse nucleaire programma met militaire middelen te stoppen. De Amerikanen gaan uit van achttien tot eenentwintig maanden. Veel tijd blijft er niet over.

Het debat over een aanval wordt in Israël als nooit tevoren in het publiek gevoerd. Het is niet erg waarschijnlijk dat dit debat tot het blufpoker behoort, want voor de premier is het niet goed dat het volk plots wil meepraten. Journalisten hebben altijd over een aanval gespeculeerd, maar plotseling waarschuwen ook politici, militairen en geheim agenten in alle openheid. De minister van Binnenlandse Zaken zegt dat deze operatie hem uit zijn slaap houdt, iets wat hij de volgende dag ontkent. De krant Jediot Acharonot publiceert een verhaal onder de titel ‘Nucleaire druk’. De eerste zin is een suggestieve vraag: ‘Hebben de premier en de minister van Defensie onder elkaar beslist om de nucleaire installaties in Iran aan te vallen?’

Dat is de hamvraag.

En het antwoord zou bij Meïr Dagan kunnen liggen, de man die ervoor zorgde dat dit debat vanuit de achterkamers van de geheime diensten in de openbaarheid kwam.

Zwijgzaamste man

Gedurende zowat acht jaar was Dagan de zwijgzaamste man van Israël. Zo lang was hij chef van de Mossad. Daar noemden ze hem de man met het mes tussen de tanden. Zijn bijzondere talent bestond erin dat hij een Arabier letterlijk een kopje kleiner kon maken, aldus Ariel Sharon, destijds premier, toen hij Dagan tot hoofd van de Mossad benoemde. Maar sedert 6 januari 2011 doet Meïr Dagan zijn mond open.

Op de laatste dag dat hij in functie was, nodigde hij voor het eerst Israëlische journalisten uit in het Mossad-hoofdkwartier, dat geen adres heeft en op geen enkele kaart is geregistreerd. Daar deelde hij mee dat Iran op z’n vroegst tegen 2015 een atoombom zou kunnen ontwikkelen en dan nog alleen op voorwaarde dat niets of niemand daar een stokje voor zou steken. Het zou nog eens drie jaar duren voor Iran in staat zou zijn om een nucleaire springlading te ontwikkelen. Dan is het al 2018. Gezien dat verre jaartal zou elke aanval op dit moment een dwaasheid zijn.

Zelfs als Israël meteen zou aanvallen, vervolgde Dagan, zou het Iraanse nucleaire programma niet tegengehouden kunnen worden. Integendeel, de Iraniërs zouden zich dan pas serieus beginnen te bewapenen en alles op de militaire kaart zetten, maar Israël zou dan in elk geval ‘een vreselijke, onverdraaglijke prijs betalen’. Iran en het toen nog stabiele Syrië, maar ook de door die landen gefinancierde terroristische milities van Hamas en Hezbollah, zouden het land vanuit het noorden en het zuiden met raketten bestoken, duizenden mensen zouden kunnen sterven. ‘Hoe kunnen we ons tegen zo’n aanval verdedigen? Daarop heb ik geen antwoord.’

De opperste militaire censor, een vrouw, zit naast Dagan als hij dit zegt. Op het einde zegt ze tot de journalisten: ‘Niets van wat jullie gehoord hebben, mag gepubliceerd worden.’ Deze keer moet niet de Mossad-chef tegen de publieke opinie, maar de publieke opinie tegen de Mossad-chef beschermd worden.

Dat is in Israël nog nooit gebeurd: een chef van de geheime dienst richt zich met een waarschuwing tot de publieke opinie omdat hij de regering wantrouwt. Omdat hij bang is dat ze een overbodige oorlog zou kunnen riskeren. En omdat hij kennelijk gelooft dat deze beslissing al genomen is of op het punt staat te worden genomen.

Op die manier brengt Dagan de geheime machtsstrijd tussen geheime diensten, leger en politiek rond deze voor Israël zo existentiële vraag aan het licht. En als het klopt wat Dagan tijdens zijn verrassende tussenkomsten herhaalt, dan willen de premier en zijn minister van Defensie werkelijk tot de aanval overgaan.

Ondanks de censuur sijpelen Dagans woorden in de kranten. Ze baren opzien. Dagan heeft nu commentaar bij bijna alle politieke onderwerpen. Hij noemt de vrijlating van meer dan duizend gevangenen in ruil voor Gilad Schalit een ‘zware fout’. Hij bekritiseert de regering omdat ze niet met de Palestijnen onderhandelt, omdat ze Turkije verloren en Israël geïsoleerd heeft. Maar vooral ontraadt hij telkens opnieuw het bombarderen van Iraanse nucleaire installaties.

Sindsdien is hij voor de enen een held en voor de anderen een staatsvijand. De regering beschouwt hem als een verrader, een gek. Mensen uit de omgeving van de premier wrijven hem sabotage aan en beweren dat Dagan zich wil wreken voor zijn ontslag als Mossad-chef. Hij moest zijn diplomatieke pas afgeven en enkele rechtse politici eisten een proces tegen hem. Als men hem zou kunnen arresteren, aldus een hooggeplaatste militair, dan zou men dat ook doen.

‘Een vertrouwensbreuk, gewoon een weerzinwekkende en afschuwelijke daad, die het gevolg is van de grootheidswaan van bepaalde mensen’, zegt Likoed-afgevaardigde Benni Begin. Vicepremier Moshe Jaalon noemt het een poging om een coup te plegen.

Benjamin Netanyahu bestrijdt de indruk dat er nog tijd genoeg resteert om de bom te verhinderen. Voor hem is de Iraanse bom vergelijkbaar met de Holocaust. Wat hij nog het meest vreest, is dat de wereld met de bom van de ayatollahs leert leven. Toen hij de oppositie nog leidde, maande hij de Amerikanen meermaals aan om in actie te treden: dat kan men na-lezen bij WikiLeaks. Het gaat om een historisch moment, zei hij, en staatschefs zouden historische beslissingen moeten nemen.

Het ziet ernaar uit alsof dat ogenblik gekomen zou kunnen zijn. En alsof Meïr Dagan precies dat heeft willen verhinderen.

Geen gevangenen

Wie is deze Meïr Dagan, die lange tijd een fantoom was? Is hij een moedige klokkenluider of iemand die door de politiek ontgoocheld is? Hoe wordt iemand zoals hij, een beruchte Mossad-chef, tot de grootste criticus van zijn regering? En vooral: hoe geloofwaardig is zijn waarschuwing?

Dagan werd in januari 1945 op de bodem van een ijskoude goederentrein van Siberië op weg naar Polen geboren. Toen hij zesentwintig jaar was, was hij bevelhebber van een Israëlische spe-ciale eenheid. Hij stond ervoor bekend dat hij geen gevangenen maakte. Hij werd onderscheiden omdat hij een terrorist met de ene hand een granaat uit de handen rukte en met de andere hand wurgde. De sterkste zijn is voor hem een kwestie van overleven.

Zolang Dagan bij de Mossad was, hing in zijn kantoor een foto. Daarop staat een Jood met baard en gebedssjaal, hij knielt, de armen in de lucht, een SS-officier richt een wapen op hem. ‘Die man was mijn grootvader’, heeft Dagan altijd tegen zijn bezoekers gezegd. ‘Kort nadat deze foto werd gemaakt, op 5 oktober 1942, werd hij door de nazi’s vermoord. Ik kijk naar die foto en zweer dat ik alles wat in mijn macht ligt zal doen opdat zoiets nooit meer gebeurt.’

Wie op de Holocaust-gedenkplaats Yad Vashem navraag doet, krijgt te horen dat er verschillende gezinnen zijn die beweren met de man op de foto verwant te zijn. Maar Dagan gelooft erin, het gaat om zijn persoonlijke band met de Holocaust. Het is voor hem ook een duurzame waarschuwing wat een Iraanse bom zou kunnen betekenen. Daarin is hij het eens met premier Benjamin Netanyahu, voor wie Mahmoud Ahmadinejad de nieuwe Hitler is.

Beide mannen hebben van het verhinderen van de Iraanse atoombom hun levensdoel gemaakt, maar ze hebben verschillende strategieën en tijdschema’s. Netanyahu wil aanvallen voor het te laat is. Zijn voorbeeld zijn twee succesrijke bombardementen, in 1981 in Irak, in 2007 in Syrië. In beide gevallen reageerden de regimes niet.

Dagan meent dat een militaire slag slechts het ultieme middel mag zijn, ‘pas als het zwaard op onze nek ligt’. Hij meent dat een aanval een eindeloze regionale oorlog zal uitlokken. Als Mossad-chef heeft hij een schaduwoorlog gevoerd met het doel het tijdstip voor de bouw van de bom op de lange baan te schuiven. Dat gebeurde met behulp van het stuxnetvirus, met merkwaardige ongevallen en met het ‘verwijderen van belangrijke krachten’, zoals Dagan het in een privégesprek noemt. Er is een ‘blanke desertie’, zegt hij, want steeds minder Iraanse wetenschappers zouden vrijwillig aan het nucleaire programma willen meewerken.

De bouw van de bom moet vertraagd worden tot het regime in Teheran ten val is gebracht. En Dagan gelooft dat dit niet lang meer zal duren. Nu is hij bang dat Netanyahu te snel zou kunnen handelen en zijn plan tenietdoen. Wachten is niet de sterkste kant van Netanyahu. Hij waarschuwt nu al sinds meer dan tien jaar voor Iran en hij gelooft niet dat Dagans schaduwoorlog zal volstaan om de bom te verhinderen. Er zijn hooggeplaatste militairen en politici die Dagan verwijten dat hij de Iraniërs uiteindelijk tijd heeft laten winnen.

Maar Dagan verdedigt zijn strategie, hij meent dat het zijn plicht is te waarschuwen. Wie het bevel tot de aanval geeft, beslecht het lot van toekomstige generaties. Daarover kan niet in een klein kringetje beslist worden, zegt Dagan, en hij bedoelt ook: niet door deze politici.

Gevaarlijke avonturen

Netanyahu zou onbekwaam zijn om Israël te leiden, hij zou in alle domeinen gefaald hebben. Nog nooit zou Israël militair zo sterk, maar de politieke leiding zo zwak zijn geweest. Tijdens zijn samenwerking met Netanyahu heeft hij nooit iets concreets over de politieke of militaire doeleinden van zijn premier gehoord. Alleen over Iran zou Netanyahu een mening hebben – en ook een doel. Om dit doel te realiseren, luidt Dagans verwijt, proberen Netanyahu en zijn minister van Defensie Ehud Barak elke criticus monddood te maken. Die twee zouden willen beslissen zonder de rest van de regering daarin te kennen, een procedé waarvan Dagan meent dat het juridisch problematisch is.

Dat is de reden, zegt hij, waarom hij en stafchef Gabi Asjkenasi in de eerste maanden van 2011 uit de macht werden ontzet en waarom het hoofd van de binnenlandse veiligheidsdienst Juval Diskin na het aflopen van zijn ambtstermijn geen Mossad-chef mocht worden. Ze werden vervangen door opvolgers van wie gezegd wordt dat ze minder kritisch staan tegenover een aanval op Iran, het zou hun in elk geval ontbreken aan ervaring om kordaat voor een andere mening op te komen. Voor Dagan gaat het om een complot, een stille coup van de politiek tegen de veiligheidsdiensten. ‘Diskin, Asjkenasi en ik konden alle gevaarlijke avonturen blokkeren.’ Nu is er niemand meer die ze kan tegenhouden.

Voor deze versie spreekt dat heel wat ex-militairen, geheim agenten en politici Dagan verdedigen en een soortgelijke toon aanslaan. ‘Luister naar hen, op elk gebied’, zegt ook Zipi Livni, de aanvoerster van de oppositie. Daarvóór was publieke kritiek een zeldzaamheid, maar dat is nu niet meer het geval.

Dani Jatom en Efraim Halevi, die beiden ooit Mossad-chef waren, menen dat Dagan het recht heeft voor zijn mening uit te komen en dat hij daarvoor blijkbaar goede redenen heeft. ‘De publieke opinie moet zijn mening over Iran horen’, aldus Jatom. Wie Dagan kent – en dat zijn vooral ex-generaals en collega’s – bevestigt dat de voormalige Mossad-chef meent wat hij zegt. Ze confirmeren dat hij niet in de politiek wil gaan en dat hij geen voordeel zoekt.

Ook de Amerikanen vrezen al lang dat Israël zijn dreiging om aan te vallen in daden zou kunnen omzetten. In de lente van 2008 vloog de toenmalige Amerikaanse president George W. Bush voor een verrassend bezoek naar Israël. Hij wilde premier Ehud Olmert en diens minister van Defensie Ehud Barak ontmoeten. De reden van zijn verzoek kenden die twee toen ook nog niet. ‘Ik heb van jullie de belofte nodig dat jullie van de overgangsperiode tussen mij en mijn opvolger geen gebruik maken om Iran aan te vallen’, drong Bush aan, duidelijk bezorgd.

Een soortgelijk bezoek bracht de Amerikaanse minister van Defensie Leon Panetta in oktober. Alle maatregelen tegen Irans nucleaire programma moeten met de internationale gemeenschap gecoördineerd worden, waarschuwde hij in Jeruzalem uitdrukkelijk, alsof de Amerikaanse geheime diensten lucht gekregen hadden van aanvalsvoorbereidingen.

Heeft Meïr Dagan een aanval vertraagd, misschien verhinderd? Misschien kan deze vraag ooit beantwoord worden, misschien ook nooit. Zeker is dat niets een geheime aanval méér schaadt dan het gepraat erover. Menachim Begin blies de eerste luchtoperatie tegen de Iraakse reactor Osirak af nadat de toenmalige oppositieleider Shimon Peres vernomen had dat die op til was. De piloten zaten toen al in hun gevechtsvliegtuigen. Een maand later vernietigden ze de reactor.

‘Vergeef me,’ zegt Dagan, ‘maar ik zal verder bij elke gelegenheid spreken.’ Men moet niet proberen hem tegen te houden. Hij heeft een goede advocaat. En een goed geheugen.

©Der Spiegel / vertaling Piet de Moor

Israël gelooft dat het maximaal nog negen tot twaalf maanden de tijd heeft om het Iraanse nucleaire programma met militaire middelen te stoppen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content