De bankier die niet van geld houdt

Met een anti-establishmentdiscours dat de tijdgeest perfect vat, lijkt de jonge Emmanuel Macron goed op weg om Frankrijks volgende president te worden. Maar hoe geloofwaardig is hij als exponent van de Franse elitemachine? ‘Hij heeft nooit een arbeider van dichtbij gezien.’

Het is nog bitter koud wanneer Emmanuel Macron op 7 januari in lange winterjas op de zaterdagse Saint-Pierremarkt wandelt in Clermont-Ferrand, een traditioneel links bastion in de Auvergne, omringd door zijn vrouw en militanten in grijze hoody’s met het opschrift ‘En Marche’.

Een marktganger houdt hem staande. ‘De ENA is als een mal, een gietvorm waaruit alleen identieke producten voortkomen’, zegt hij, verwijzend naar Macrons opleiding aan de École nationale d’administration, broedplaats van Frankrijks politieke elite. ‘U bent een product van het systeem.’

Vijf maanden eerder, op de eerste meeting van zijn centrumbeweging En Marche in Parijs, had Macron het nochtans uitgeschreeuwd: ‘Je suis l’anti-système!‘ Tegen ‘de gevestigde orde’, zei hij te zijn, tegen ‘zij die helemaal bovenaan staan’.

Op de markt reageert Macron rustig, haast routineus. Het is niet de eerste keer dat hij zich moet verantwoorden voor zijn opmerkelijke levensloop.’De ENA is enkel een mal voor wie dat wil’, zegt hij. ‘Het is een school van de republiek, gebaseerd op meritocratie.’

Volgens de peilingen is Macron (39) de grootste kanshebber op het Franse presidentschap. Maar in een campagne gedomineerd door antisysteemretoriek wordt de jonge kandidaat, die een radicale breuk met het verleden wil voorstaan, te pas en te onpas geconfronteerd met een ongemakkelijke waarheid: dat hij zelf geboetseerd is in de tempels van de Franse elite.

Emmanuel Macron wordt in 1977 geboren in het Noord-Franse Amiens, in een gezin van drie kinderen. Na de scheiding van zijn ouders, beiden arts, wordt hij grotendeels opgevoed door Mamette, zijn grootmoeder, dochter van een analfabete boerin en lerares. Zij brengt hem liefde voor literatuur én linkse ideeën bij.

Tijdens zijn middelbare schooltijd aan het Lycée La Providence, een katholieke privéschool, wordt de getalenteerde pianist verliefd op zijn dramaleerkracht Brigitte Trogneux, die twintig jaar ouder is dan hij en met wie hij een geheime relatie begint.

‘Hij was niet zoals de anderen’, zei Trogneux eind vorig jaar in een documentaire op France 2. ‘Hij was geen tiener, hij droomde van verhoudingen met volwassenen, van gelijke tot gelijke. De leeftijdspiramide heeft hij nooit gerespecteerd.’

Grandes écoles

In 1995 trekt Macron naar Parijs, waar hij zich aan het prestigieuze Lycée Henri IV twee jaar lang voorbereidt op het toelatingsexamen van de École normale supérieure. De ENS is een van de zogenaamde grandes écoles, die in Frankrijk qua niveau boven de universiteiten staan en door een uitermate selectieve rekrutering het kruim van de Franse elite produceren. De inschrijvingskosten lopen op tot vele duizenden euro’s per jaar, al krijgt een deel van de studenten een beurs.

De selectie voor die opleidingen zou alleen mogen gebeuren op basis van studieresultaten, onafhankelijk van afkomst, argumenteerde Macron in Clermont-Ferrand. Maar het idee ‘dat iemand tot de top kan doorstoten louter op basis van zijn intelligentie, is zuivere fictie’, zegt Peter Gumbel, een Britse journalist die lesgeeft aan het gerenommeerde ‘Sciences Po’-instituut in Parijs en een aantal boeken over het Franse elitaire onderwijssysteem op zijn naam heeft. ‘Het is opvallend hoezeer de studenten dezelfde sociale achtergrond hebben. De Franse elite houdt zichzelf in stand. In tegenstelling tot in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, komt daar in Frankrijk geen verandering in.’

Het is moeilijk om door te groeien tot de top van het Franse bedrijfsleven, de administratie of de politiek zonder een diploma van een grande école of andere topinstelling. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn alle Franse presidenten – met uitzondering van Nicolas Sarkozy die zijn studie niet afmaakte – via de ENA of Sciences Po gepasseerd. ‘De entourage van de president, alle ministers, de hoogste ambtenaren, de ceo’s van de grote Franse bedrijven, ze zijn allemaal naar dezelfde scholen gegaan en komen allemaal uit een identiek milieu’, aldus Gumbel.

Ook Macrons vooropleiding aan Henri IV was hard, intensief en competitief, vertelt Jean-Baptiste de Froment, die met Macron in de klas zat. ‘Het is een erg gesloten milieu, alsof je in een klooster zit.’

De Froment, die nog voor Sarkozy werkte en nu François Fillon van Les Républicains steunt, herinnert zich zijn medestudent goed. ‘Hij was vooral geïnteresseerd in literatuur, en niet sterk in wiskunde en economie. Maar met zijn vlotte tong wist hij alle mondelinge examens succesvol af te leggen. In politiek was hij nog niet geïnteresseerd. Maar hij was wel al heel ambitieus. Hij besefte heel goed dat zijn succes afhankelijk zou zijn van een prestigieus diploma.’

Macron slaagt uiteindelijk niet voor het toelatingsexamen van de ENS en gaat een jaar filosofie studeren aan de universiteit van Parijs-Nanterre. Daarna trekt hij voor twee jaar naar Sciences Po in het chique Parijse Saint-Germain-des-Prés. Met een groepje vrienden bereidt hij er zich voor op het toelatingsexamen van die andere grande école, de ENA. Marc Ferracci, vandaag professor economie aan de Parijse universiteit van Panthéon-Assas en een van Macrons economische raadgevers, was erbij.

‘Zijn opleidingskeuze lag in lijn met zijn persoonlijke ambities’, vertelt Ferracci, die uitgroeide tot een van Macrons beste vrienden en getuige was op zijn huwelijk met Brigitte in 2007. ‘Hij gelooft dat hij een product is van de republikeinse meritocratie, maar beseft ook dat hij geluk heeft gehad.’

In het verkiezingsprogramma van Macron zitten daarom verschillende maatregelen om sociale ongelijkheden weg te werken, zoals een investeringsplan van 15 miljard euro in betere opleidingen, aldus Ferracci. De arbeidsmarktspecialist is streng voor het Franse onderwijs. ‘Ons systeem is heel schools, met de nadruk op hiërarchie en reproductie. Franse studenten zijn te weinig gewoon om samen te werken, zelf initiatief te nemen. Dat heeft negatieve gevolgen voor de gehele Franse economie.’

Te verliefd

Macron faalt tot tweemaal toe om toegelaten te worden tot de ENA, de heilige graal van de Franse politiek en administratie. In een recent interview met het weekblad l’Obs verklaart hij dat door zijn liefde voor Brigitte. ‘Ik ben gezakt voor de materie waarin ik het sterkst ben: letteren. Ik was te verliefd om het examen ernstig voor te bereiden. Het hart en de rede zijn onverenigbaar.’

Als hij uiteindelijk toch wordt toegelaten – derde keer, goede keer – doet Macron het uitstekend. Hij eindigt als vijfde beste van zijn jaar, wat hem een toegangsticket tot de Franse Algemene Inspectie van Financiën oplevert, de dienst waar veel van Frankrijks toekomstige leiders aan de slag gaan. ‘Als je uit die scholen komt, ben je beschermd voor het leven, ook al maak je verschrikkelijke fouten’, zegt Peter Gumbel. ‘De netwerken zijn extreem sterk.’

Macron had nochtans eerder met de meeste studenten van zijn jaar een brief geschreven die vernietigend was voor het ENA-systeem. Ze noemden de rechtstreekse doorstroming van studenten naar Frankrijks grote staatslichamen ‘de hoofdoorzaak van het immobilisme’. Het toelatingsexamen zetten ze weg als een ‘schoonheidswedstrijd’, georganiseerd door de Franse staat op zoek naar de jaarlijkse bevestiging van haar eigen prestige: ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?’ Het belette velen van hen niet om hun plaats te vinden in de hoogste echelons van de republiek.

Een van zijn medestudenten aan de ENA was Julien Aubert, vandaag parlementslid voor Les Républicains. ‘Macron was sympathiek, eerlijk, een goede vriend’, vertelt hij. ‘Maar tegelijk was hij mysterieus en hield hij afstand. Het leek steeds of hij in zijn hoofd grote, geheime plannen had. Hij was een sociale eenzaat.’

Aubert bestempelt Macrons parcours als een vorm van revanche, als kind van relatief bescheiden komaf uit la Province dat moest opboksen tegen de Parijse goegemeente.

Rothschild

Op zijn dertigste wordt Macron rapporteur van een Commissie voor Economische Hervormingen, opgericht door toenmalig president Sarkozy en geleid door Jacques Attali, peetvader van vele Franse toppolitici.

Attali stelt hem voor aan François Hollande, voor wie Macron in 2010 begint te werken als adviseur. Intussen is hij bij Financiën vertrokken en gaat hij aan de slag bij de legendarische Banque Rothschild & Cie., waar Attali hem aanbeveelt.

Zijn technische capaciteiten zijn beperkt, maar Macron maakt indruk met zijn oratorische talent, overtuigingskracht en onderhandelingstechnieken. Dankzij z’n goede relatie met de toenmalige voorzitter van het Zwitserse Nestlé, die hij kende van zijn tijd in de commissie-Attali, kan Macron in 2011 de verkoop van de babyvoedingstak van de Amerikaanse farmareus Pfizer aan Nestlé afsluiten. Een deal van bijna 12 miljard dollar, waaraan Macron persoonlijk 2,8 miljoen euro overhoudt.

Wanneer Hollande verkozen wordt als president, stelt hij Macron aan als economisch raadgever en belangrijkste link met de bedrijfswereld. In augustus 2014 benoemt Hollande Macron, die nog nooit aan een verkiezing deelnam, tot minister van Economie, als symbool voor de sociaalliberale bocht die de president wil inzetten.

Hoewel hij bij zijn aanstelling al bedolven werd onder de kritiek, voelt Macron als minister pas echt hoe kwetsbaar zijn voorgeschiedenis hem maakt. In zijn eerste grote radio-interview, waarin hij wordt ondervraagd over de sluiting van een groot slachthuis in Bretagne, noemt hij een deel van de daar werkende vrouwen ‘ongeletterd’.

‘Deze bankier van Rothschild heeft nooit een arbeider van dichtbij gezien’, sneert de oppositie. Onder ogen van premier Manuel Valls moet Macron in het parlement zwaar door het stof.

Boegeroep

Sindsdien worden uitspraken van Macron met de regelmaat van de klok op boegeroep onthaald, zoals die over jonge Franse ondernemers die ‘zin moeten hebben om miljardair te worden’, over werklozen die ‘niet alles van anderen moeten verwachten’, of over zelfstandigen van wie het leven ‘vaak harder is dan dat van werknemers’.

In mei vorig jaar zei Macron tijdens een werkbezoek tegen een jongeman op straat, die zich kwaad maakte om zijn dure kostuum: ‘De beste manier om een kostuum te kopen, is te werken.’ De beelden ervan gingen viraal, achtervolgden de minister wekenlang en leidden tot een daling van zijn populariteit in de opiniepeilingen. Tijdens een speech een paar weken later werd hij onderbroken door een linkse militant: ‘Het is niet omdat je een kostuum aantrekt dat je werkt’, riep hij. ‘U behoort tot de bevoorrechten, u bent een bankier.’

Macron zelf vindt dat oppositie en media zijn uitspraken vaak opkloppen. Maar ook binnen eigen rangen worden zijn uitlatingen met een vergrootglas bekeken. PS-toppers vallen hem af, en vermoed wordt dat eigen regeringsleden in mei vorig jaar achter een lek zaten waaruit zou blijken dat hij te weinig belastingen had betaald. Macron moest uiteindelijk zijn belastingaangifte herzien.

In deze verkiezingscampagne is Macron de favoriete schietschijf van zijn tegenstanders. Marine Le Pen van het FN noemt hem consequent ‘de kandidaat van de banken’. En zelfs Fillon, die jarenlang deel uitmaakte van de macht en geplaagd wordt door schandalen, verweet hem het prototype te zijn van de ‘elite die niets kent van de diepe realiteit’ in Frankrijk.

Benoît Hamon, de kandidaat van de PS, voerde zelf tijdens het presidentschap van Hollande oppositie tegen zijn eigen regering, en de uiterst linkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon wil komaf maken met de gehele Vijfde Republiek. Ze willen zich allemaal afzetten tegen het huidige politieke en economische bestel, die volgens hen Frankrijk de dieperik heeft ingeduwd. Het is tekenend dat Hollande zelf, als eerste president in tijden, niet eens zijn eigen beleid aan de Fransen ter beoordeling zal voorleggen.

Op z’n 39e heeft Macron al verschillende levens gehad, en vele etappes daarvan heeft hij te danken aan zijn zorgvuldig opgebouwde netwerk in Frankrijks hoogste geledingen. Hij is zich bewust van dat imago, en doet er alles aan om het van zich af te schudden. ‘Ik ben niet iemand die van geld houdt’, zei hij eerder deze maand tijdens L’Émission Politique op France 2. ‘Anders had ik de privésector niet verlaten. Ik heb veel belastingen betaald, en zo hoort het.’

Twee weken terug presenteerde hij de eerste kandidaten van En Marche voor de belangrijke parlementsverkiezingen in juni. Een boer, een bedrijfsleider, een ziekenhuisdirectrice, maar ook een ex-protegé van Hollande, een voormalige medewerker van oud-president Jacques Chirac en een oud-ENA-studente: veertien zorgvuldig gecaste personen met verschillende achtergronden en origines. ‘De democratische revolutie is daar’, schreef Macron onder hun foto op Twitter.

Het was een zoveelste stap in zijn veroveringstocht van de harten en hoofden van de Fransen. ‘Er is een perceptie die me opsluit in een bepaalde kaste’, zei Macron onlangs op de zender LCP. ‘Aan mij om geïnspireerd en inspirerend genoeg te zijn om er niet in opgesloten te blijven.’

Ondanks alles ziet Peter Gumbel een kans tot hervorming. ‘Misschien is er wel iemand van binnen het systeem nodig om het om te gooien’, besluit hij. ‘Een beetje zoals Michail Gorbatsjov met de Sovjet-Unie, maar dan hopelijk met een betere afloop.’

Door MATTHIAS VERBERGT

‘Hij gelooft dat hij een product is van de republikeinse meritocratie, maar beseft ook dat hij geluk heeft gehad.’ (goede vriend Marc Ferracci)

‘Als je uit die elitescholen komt, ben je beschermd voor het leven. De netwerken zijn extreem sterk.’

Jonge ondernemers ‘moeten zin hebben om miljardair te worden’, werklozen ‘moeten niet alles van anderen verwachten’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content