Met de automatische piloot in het verkeer ? Het elektronicabedrijf IMEC uit Leuven organiseerde een wedstrijd voor robotauto’s.

MENSENEN DIEREN dieren zijn automobiel. Auto’s nog altijd niet. Het woord automobiel berust op een Grieks-Latijnse combinatie. Het Griekse auto betekent zelf, het Latijnse mobilis staat voor beweeglijk of beweegbaar. Een echte auto zou autonoom moeten kunnen rijden én sturen. Het is de droom van de mens, wiens luiheid de belangrijkste stimulans vormt voor zijn vindingrijkheid. Spierkracht vervangen door machines en het monotone denkwerk overlaten aan computers, dat willen we. Maar dit vergt dan weer ontzettend veel scheppend denkwerk voor de mens. Ja, het is een beetje een vicieuze cirkel.

Sinds 1993 organiseert het Leuvense elektronicabedrijf IMEC een ?Toernooi voor Autonome Voertuigen en Intelligente Sensoren? ( Tavis) in. Zodat de nieuwsgierige toeschouwers onlangs weer eens konden meemaken hoe de gewrochten van naarstige uitvinders een na een autonoom de berm in reden. Het formaat : een grote speelgoedauto, net te klein om een dreumes te bevatten. Het design varieerde : houten karretjes, blikken karretjes, soms met wat plastiek errond, hoekig of gestroomlijnd. Maar allemaal voorzien van een elektronische camera gekoppeld aan een computer.

De bedoeling was dat zo’n wagentje autonoom dus ook niet telegeleid een bepaald parcours (van 120 meter) aflegde in het verkeerspark van het Provinciaal Recreatiecentrum in Kessel-lo. Het traject bestond uit een aantal bochten en één volledige lus. Voor de beoordeling werd rekening gehouden met de afstand die werd afgelegd (sommige voertuigjes haalden de eindmeet niet, eentje geraakte zelfs de eerste zachte helling niet op), de tijd waarin de afstand werd afgelegd en het aantal manuele tussenkomsten. Telkens als hun voertuig de verkeerde kant opging of ergens tegen een hindernis klem raakte, mochten de deelnemers het opnieuw met de neus in de goede richting duwen. Na de eerste selectie, een week voor de wedstrijd, bleven er acht deelnemers over. Drie bereikten de eindmeet, maar geen enkele zonder een of meer ?manuele interventies?.

De eerste prijs, 25.000 frank en een fles champagne, werd uiteindelijk gewonnen door De Nayer uit Mechelen, voor het beste gebruik van sensoren. De tweede prijs, voor het beste gebruik van een Fuga-camera, ging naar de Katholieke Industriële Hogeschool der Kempen (KIHK) uit Geel. De prijs voor de mooiste wagen werd opgestreken door de KaHo Sint-Lieven uit Gent.

ZILVERPAPIER.

Er werden verschillende technieken aangewend om de voertuigen zelfstandig over het parcours heen te helpen. De ploeg uit Diepenbeek, bijvoorbeeld, werkte met drie hoogfrequente zenders als bakens en een draaibare richtingsantenne op het voertuig. Anderen legden een lint van zilverpapier of witte plastieken latten aan over het parcours. Het oog van de camera volgde deze wegmarkering. Hier liepen de dingen vaak fout omdat de camera de kluts kwijtraakte toen de zon te fel weerspiegelde in het zilverpapieren of witplastieken lint. Een deelnemer sakkerde : ?Het had moeten regenen vandaag.? Een groep gebruikte ultrasoon-sensoren om onverwachte hindernissen op de weg (deelnemers, organisatoren, persmensen) te ontwijken. Het werkte perfect, al vond ook dit voertuig de weg naar de eindmeet niet. Anderen hadden de computer gevoed met een tekenprogramma dat de volledige plattegrond van het parcours bevatte (slim bedacht, maar blijkbaar niet precies genoeg uitgewerkt). En het wagentje, dat zich van hierboven liet helpen door de satellieten van het Global Positioning System (GPS), dook ook regelrecht de struiken in.

U kan erom lachen, maar zo worden de eerste steentjes gelegd van een futuristische technologie. Toen Gottlieb Daimler 112 jaar geleden drie kilometer aflegde met zijn benzinemotor, werd er ook gegrinnikt. Ooit zullen er mensen rondrijden in auto’s die niet bestuurd hoeven te worden omdat ze zichzelf besturen. Ze zullen de wegenkaart van de wereld in hun geheugen hebben, adressen, en wellicht ook geholpen worden door satellieten en onzichtbare, elektronische, wegenmarkeringen. Glaasje op, laat je rijden ? Het is nog niet voor morgen, en ook nog niet voor de eerste tien jaar. ?Om twee redenen,? zeggen ze bij Imec. ?Om te beginnen staat de technologie nog in haar kinderschoenen en bovendien zijn er op het gebied van beeldherkenning verschillende essentiële problemen waarvan men op dit moment zelfs geen idee heeft hoe ze op te lossen. En veronderstel dat het toch zou kunnen welke fabrikant zou een autonoom voertuig in het openbaar verkeer durven loslaten ? Immers, hij zal ook verantwoordelijk zijn voor mogelijke ongevallen.?

Het tweede argument klinkt zwak. Want ?als het toch zou kunnen?, betekent dit dat de technologie functioneert. En als de technologie functioneert, moet dat de veiligheid in het verkeer verhogen. Machines handelen namelijk nooit emotioneel, in het verkeer is dit ontegensprekelijk een voordeel.

Intussen worden intelligente sensoren intelligente camera’s nu al gebruikt in beschermde omgevingen, zoals in de industrie. De toepassingen gaan in de richting van kwaliteitsinspectie, beveiliging, bewaking, herkenning van goede en slechte producten, barcodes lezen, sorteren van goederen of afval en zo meer. En de eerste autonome grasmaaier is ook al op de markt. Hij rijdt rond in Japan.

Lode Willems

Auto’s die zelf rijden en sturen : nog niet voor morgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content