Internet en interaktieve tv : de Amerikaanse computerindustrie boert entoesiast. Er is geen tijd voor een maatschappelijk debat.
SUN Microsystems Computer Company, Mountain View in het Californische Silicon Valley. Het is vrijdag en dus lopen ze er verkleed bij, in T-shirt, jeans en baskets. Vice-presidenten, produktmanagers, software-tekenaars, code-cowboys en bedienden van beiderlei kunne ruilen ’s vrijdags pak en tailleur voor meer ontspannen spullen. Waarvoor ze geen zinniger verklaring weten te bedenken dan dat het de laatste werkdag van de week is en ze toch een beetje onder vrienden zijn. Wie dan in gewone zakenkledij over de prachtige, groene bedrijfscampus loopt, is een zombie die niet binair kan tellen. Nu, Sun doet niet origineler dan de anderen in de computersektor. ’s Vrijdags sportkledij is de algemene, ongeschreven regel. Een vrijdag later in New York blijken jonge yuppies die mode uit te testen in het financiële distrikt om Wall Street. Het komt wel naar Europa overgewaaid, even geduld.
Na enkele zwakkere resultaatrekeningen de voorbije jaren, is de Amerikaanse computerwereld, en vooral de software-sektor, weer in goede tot schitterende doen. De computerartiesten van Silicon Graphics voelen zich niet te beroerd op een bordje aan de receptie personeel en klanten te melden dat hun aandeel op de beurs van Wall Street klimt. In het net voor de zomer afgelopen boekjaar 1995 steeg de omzet van de groep met 33 procent en de netto-winst met 27 procent. In de nabijgelegen Oracle Systems Corporation wipte de jaaromzet van zestig naar bijna negentig miljard frank en de wereldleider bestanden-software en informatiebeheer zag zijn winst klimmen van 2,9 naar 8,5 miljard frank. De marges op verkoop en dienstverlening blijven verbeteren, voor belastingen belopen ze zo’n kwart. “Onze toekomst ziet er nog beter uit dan ons verleden, ” kan voorzitter, direkteur-generaal Lawrence J. Ellison nu wel makkelijk schrijven. Eind juni sloot Microsoft zijn boekjaar af met een omzet van zowat 180 miljard frank : 28 procent beterschap. De winst van de software-reus steeg navenant tot zowat 45 miljard frank. Wat zegt Beth Herrell, de internationale public-relationsvrouw van de groep ook weer ? “De prijzen van onze produkten voor de konsumenten moeten met veertig procent dalen. In de Vereniging Staten is die daling al bezig. “
Ruim een kwart winststijging is voor de groep van Bill Gates beter dan het paar vorige jaren, maar niet indrukwekkend. In 1991 steeg de winst met 66 procent, in 1988 zelfs met 72 procent. Het ging er inderdaad ooit heter aan toe op de bankrekeningen van de computerbedrijven. Ten gevolge daarvan hadden in de jaren 1985-1987 Silicon Valley ten zuiden en Napa Valley ten noorden van San Francisco iets met mekaar. Het volk van de Silicon had de fantasie en vooral het geld om gulzig van de dure Chardonnays en Cabernets Sauvignon te genieten. De als ondernemer geslaagde techneuten kochten met hun snelverdiende fortuinen wijngaarden op en genoten, zoals de Oracle-top, van het Fransachtige prestige wijnbouwer te zijn althans tijdens de weekends. Hun financiële direkteurs keurden die wijnavonturen niet eens af, de rode wijncijfers waren fiskaal nog nuttig ook. Napa en andere wijnvalleien in Californië zijn niet opgetogen dat aan die fantasieën een einde kwam.
VRIJHEID, BLIJHEID.
Silicon Valley, ten zuiden van San Francisco richting San Jose, is wereldberoemd voor zijn hoge koncentratie computerbedrijven. “Hier hebben wij de ideale sfeer voor onze business, ” zegt David Bagshaw, vice-president marketing van Silicon Graphics. “Californië is de jongste staat van de VS. Wij kennen geen oude en lange tradities zoals aan de Oostkust, waar een familie, bijvoorbeeld, al honderd jaar in de horloges zit en zoonlief niets anders kan dan voortsukkelen met horloges. Hier is alles mogelijk, de vrijheid is zeer groot, iedereen doet wat hij wil, als hij maar niemand stoort. Een software-bedrijf oprichten ? Uitstekend : have a good time. “
Zijn eigen bedrijf ligt langs de Interstate 280 vlak onder de Stanford University en dat is geen toeval. Het onderzoek naar geïntegreerde circuits aan de universiteit werkte in het begin van de jaren tachtig als een broedmachine voor tal van nieuwe computerzaken en -zaakjes, waaronder Silicon Graphics. (De Valley heeft met Berkeley University een tweede bevruchter. Dit tegen de Vietnamoorlog kontesterend nest van de jaren zestig is sedert lang tot rust gekomen, de ingenieurs zijn er nu belangrijker dan de sociologen). De supercomputers van Silicon Graphics laten, dankzij ingewikkelde en razendsnelle berekeningen, driedimensionele dingen op het computerscherm zien. Wat, bijvoorbeeld, de auto-industrie toelaat onderdelen te tekenen en te visualizeren en er meteen de stevigheid van te testen. Het zijn de instrumenten voor computerondersteund ontwerpen en produceren (Cad/Cam). In amper dertien jaar groeide dit bedrijf naar 60 miljard frank omzet, zesduizend medewerkers en 1.500 onderaannemers.
Tim Grace, speciaal assistent van de burgemeester van San Francisco, heeft een meer dan goed oog op de ontwikkeling van de informatie-industrie in en om zijn stad. “De groei van de multimedia in onze regio is indrukwekkend. Tegen 2000 zal het zakencijfer ervan belangrijker zijn dan dat van Hollywoods filmindustrie. ” Waarom blijven computerbedrijven toch de omgeving van San Francisco opzoeken ? Blijkbaar is dat een ongehoorde vraag voor de stadhuisman : “Zij kunnen zich natuurlijk overal vestigen. Maar San Francisco is een aantrekkelijke stad. Zuivere lucht en veel groen. Het leven is kosmopoliet. En kultureel bieden wij bijna evenveel als New York. Andere steden aan de westkust kunnen dat niet. Onze troeven trekken computerlui vanuit het hele land naar de bay-area. ” Blijkt dat er ook minder sentimentele oorzaken zijn. De banken van het “Wall Street van het Westen” kennen intussen de computerindustrie en ze hebben er zin in de bedrijven en starters gul met kredieten bij te staan. Elders in het land schatten banken programmatuurbedrijfjes in als een nogal gewaagd kredietrisico.
RIJK WORDEN.
Maar Silicon Valley blijft in de Verenigde Staten geen begenadigd informatie-eiland. Om het Massachusetts Institute of Technology groeide in Boston een hele hightech-industrie. New York gaat er prat op alweer ’s werelds grootste en snelst groeiend centrum voor informatietechnologie te zijn. De regio telt 1.500 software-bedrijven, waarvan 800 in New York City zelf. Veel daarvan zijn aktief in Manhattans financiële wereld en in de multimedia-sfeer.
Naast Seattle, in het verre noordwesten van de States, ligt genoemd naar het bekende voorbeeld en de gelijkenis Silicon Forest. Het klimaat, met nog meer regen dan in België is er zielig in vergelijking met Californië. Niettemin floreert de computerindustrie er. Dat hebben ze daar aan Bill Gates te danken die met zijn Microsoft in zijn geboortestreek bleef (maar een privé-optrekje, zijn status waardig, wel bouwde onder de Californische zon). Microsoft had een geweldig aanzuigeffekt, voor groten als de Japanse spelletjesspecialist Nintendo en Adobe en vooral voor vele honderden kleintjes die meestal in onderaanneming werken. Afgelopen jaar kreeg de staat Washington er 281 software-bedrijfjes bij.
“Nieuwelingen starten hier gemakkelijk, ” zegt Margo Shiroyama, direkteur van de Washington Software Association. “In Seattle is het leven goedkoper en liggen de lonen lager dan in Californië. Ambitieuze programmatuurschrijvers uit Silicon Valley, die zelfstandig willen gaan, verkopen hun huis, kopen hier voor de helft van het geld een nieuwe woning en starten met de andere helft hun bedrijfje. Een ander soort starters zijn de slachtoffers van de afslankingen bij vliegtuigbouwer Boeing, die met hun afscheidsgeld iets op Internet willen doen. “
Het gevolg ? Forest Valley is een rommelige wereld van bedrijfjes in een bovenkamer of garage, van kreatievelingen die de zakentoer proberen op te gaan en hopen rijk te worden. Meer dan de helft van de ondernemingen werkt met minder dan vijf medewerkers, ze schrijven stukjes programma voor de groten, wagen zich aan een cd-rom-spelletje of tekenen reklameprentjes en boodschappen voor gebruik op Internet. Die groeidynamiek, die naar chaos neigt, leidt tot veel faillissementen, en tot fusies en overnames. Maar het lukt vaak wel. Voor de gebroeders Miller, bijvoorbeeld. Zij werkten anderhalf jaar onder hun tweetjes aan een cd-rom met een interaktief avonturenspel. Hun “Mist” staat nummer één op de verkoopslijst en de beide jongemannen, die niet veel meer dan middelbare school achter de rug hebben, zijn vele keren dollarmiljonair.
Microsofts Bill Gates predikt de wereld rond een visie : de computertoekomst is “informatie aan de vingertoppen”. Ongetwijfeld een verwijzing naar de klassiek-Griekse god Midas, die ook alles wat hij met zijn vingers aanraakte in goud veranderde, roddelen sjagrijnige konkurrenten. William H. Gates III is inderdaad de enige zakenman in de Verenigde Staten die moet ondergaan dat, waar hij ook optreedt, het programma vermeldt dat hij de rijkste man van het land is. De veertigjarige informatiepaus ze verouderen stilaan in de computerwereld verdiende op een kwarteeuw met chips en bits een rijkdom van 14,8 miljard dollar bijeen. Goed gemikte software zeker wel, maar de verstrooide Bill bewijst wel enig zakeninstinkt en is met beursoperaties bijlange niet onhandig.
COMPUTER ALOM.
Wat hij dus voorspelt, is dat de eenvoudige kantoorcomputer en het ene pc’tje thuis min of meer belachelijk worden. Tegen 2005 is de informatiemaatschappij alom present, bij werken, leren, samenleven, ontspannen en winkelen. Computers alom, computerachtige dingen als polshorloges met ingebouwde agenda, elektronische brieventassen met persoonlijke en medische gegevens en geld op de chip of wegenkaarten met fileplaatsen op het scherm in de auto. Het is zelfs nu al geen futurologie meer, evenmin als de computer niet alleen schrijft en rekent, maar dat hij ook beelden over het net stuurt (de toestellen van Silicon Graphics hebben een ingebouwde digitale lens), muziek speelt (wat handig is bij muziekencyclopedieën) en films uitzendt (Startrek op cd-rom). Ook, en niet het minst, zal interaktieve televisie het samenleven grondig veranderen.
De informatielui geloven nauwelijks nog in grenzen, nu ze in het mirakel slagen de snelheid en de kapaciteit van de silicium-chip om de twee jaar te verdubbelen. De ongelooflijke, nauwelijks tien vierkante centimeter grote Pentium-chip van 75 megahertz is nog aan het inburgeren en daar komt Intel al met een Pentium Pro op de proppen, 250 megahertz of goed voor pakweg tweehonderd miljoen instrukties per sekonde. Het verhaal over de onbegrensde mogelijkheden van sterkere, kleinere en goedkopere computers en snellere en gemakkelijker programma’s klinkt opwindend. Van Silicon Valley tot Forest Valley schrijven de software-bedrijven nu aan dezelfde twee partituren : Internet en interaktieve televisie.
Internet, het wereldwijde spinneweb van computernetwerken, kent tientallen miljoenen gebruikers. Over doodgewone telefoonlijnen telefoonlijnen worden meer en meer computerlijnen schuiven massa’s informatie de wereld rond. Het spinneweb opent biblioteken, nieuwsagentschappen en beurzen. Het levert nuttige en ook veel onnuttige informatie. Ondernemingen adverteren en anderen verkopen spelletjestijd. Geen Amerikaans zakenman heeft nog naamkaartjes zonder e-mail-adres, de elektronische post groeit er naar iets belangrijker dan de telefoon en de fax. Met een eenvoudig pc’tje kan iedereen van om het even waar inpluggen op de wereld. Iedereen ? Daar is nog weinig over bekend. Het aantal surfers op de informatiesnelweg groeit exponentieel, maar in België zouden nog zestig procent van de Internet-gebruikers freaks zijn, meer spelers dan gebruikers.
De militairen van het Pentagon zullen wel nooit vermoed hebben welke revolutie zij op gang brachten, toen zij in volle Koude Oorlog een systeem bedachten om hun computerinstallaties en -bestanden tegen kernaanvallen te beschermen. Een atoombom kan een mammoet-computer uitschakelen en makkelijk de verbinding naar de reserve-installatie neutralizeren. Maar de vijand staat machteloos als alle computernetwerken met elkaar verbonden zijn. Bij de geboorte dus van het netwerk van de netwerken nu in zijn civiele versie een komplete chaos zonder mastermind.
OMWENTELING.
Geoff Baehr, hoofd netwerken van Sun, is bijwijlen hoogdravend. “Internet, dat is meer dan louter technologie. Hier gebeurt iets. Een maatschappelijke omwenteling is bezig. Eigenlijk begint ze pas. ” De hele informatiesektor boort de nieuwe markten van Internet aan. De groep van Baehr heeft er grote ambities mee. “De Amerikaanse ondernemingen beginnen te ontdekken dat Internet een management-instrument is. Op dat stuk loopt Europa nog ver achter. “
Baehr en de zijnen helpen bedrijven intern en ondernemingen met hun leveranciers, onderaannemers en klanten rond Internet te verbinden. “Bedrijven hoeven geen eigen kommunikatielijnen op te zetten als dat via Internet kan. Zij kunnen nota’s rondsturen, beelden en video’s verzenden, instant-postverkeer organizeren. Op het open wereldnet zijn hun kommunikaties best beveiligbaar. ” Hebben DHL, Federal Express en andere snelkoeriers hun beste tijd gehad ?
Oracle in Redwood Shores ligt natuurlijk op de Oracle Parkway. Vijf ronde groene torens rond een grote vijver, waarop eenden stoeien. De cafetaria kijken op het water uit en medewerkers bekomen van het vele denken op zonnige terrasjes, onder parasols. De public-relationsman vertelt, met duidelijke spijt, dat de tijd komt dat de groep zijn ontspannen campus niet meer nodig heeft. Als via Internet iedereen permanent met iedereen verbonden is, hoeven kantoren eigenlijk niet meer. De werkplaats heeft geen belang, het kan best thuis wezen.
Sun-direkteur Doug Kaewert ontkent dat niet, integendeel. Ondernemingen zijn niet langer aan een plaats gebonden. Zij lopen met hun jobs naar waar zij van medewerkers de beste verhouding dienst-prijs kunnen bedingen. Suns verkoopspersoneel heeft, bijvoorbeeld, al geen bureau meer. De commerciëlen zoeken op kantoor een leegstaand plaatsje en pluggen hun computer in. Meer hoeft een goeie werknemer niet meer. Eric Freeman, de internationale marketing manager, vormt zelfs een virtueel kantoor met kollega’s in Londen en Tokyo. Het team moet niet bijeen zitten om te overleggen. Het drietal kommuniceert computergewijs.
Internet kan nog veel meer. De pc heeft geen veelheid aan werkprogramma’s meer nodig. Sun brengt nu een programma (Java) uit, dat de gebruiker toelaat de benodigde, gekompliceerde software van een leverancier op het net in zijn pc te laden. “De zomer van 1995 bracht een revolutie. Bill Gates is uitgespeeld. Programmaverkopers hebben hun beste tijd gehad. De cd-rom is nu al voorbijgestreefd. Eigenlijk is ook de pc voorbijgestreefd. Straks hebben de mensen er geen meer vandoen, enkel nog een toestelletje waarmee ze aansluiten op Internet en misschien iets dat op het televisietoestel werkt. ” Vice-president planning en ontwikkeling William Raduchel glundert.
EVEN RUSTEN.
Intussen valt in het bedrijfsleven geklaag te beluisteren over de te snelle vooruitgang in de informatizering. Computergebruikers op kantoor lopen minder snel dan de ontwikkelaars van nieuwe programmatuur. Ontwikkelingen die op termijn de produktiviteit onmiskenbaar verhogen, kosten in een min of meer lange aanpassingsperiode tijd en geld. Het ontgaat, bijvoorbeeld, niemand dat alleen privé-gebruikers het enorme sukses van Microsofts nieuwe Windows 95 maken. Het bedrijfsleven boert nog even met de vertrouwde systemen door. Is de tijd voor een adempauze gekomen ? Beth Herrell, de internationale public-relations van Microsoft begrijpt de vraag niet.
Oracle laat het zien. Ook bij Microsoft werkt het in glans en glorie. Silicon Graphics gaat ervoor scheep met Time Warner. Dé interaktieve televisie. De konkurrentie is bikkelhard voor de, naar de computermensen geloven, nooit eerder geziene nieuwe reuzenmarkt. Het is wel duidelijk, technisch stelt interaktieve televisie geen enkel probleem meer.
Interaktieve tv gelijkt in weinig op de bestaande kijkkast met vaste voorgeprogrammeerde kanalen. In de toekomst krijgt de kijker nieuws op maat over de dingen die zijn belangstelling wekken, rechtstreekse beursoverzichten, weerberichten, kultuur- en sportagenda’s. Hij (zij) kan op elk moment allerlei dingen kopen die verkopers op tv uitvoerig voorstellen, de bank rekeninguittreksels vragen en betaalinstrukties geven, op elk ogenblik van de dag en de nacht als uit een videoteek films oproepen, lesprogramma’s volgen om talen bij te werken of de knutselvaardigheid te verbeteren of de tijd doden met gesofistikeerde spelletjes. Wat nu nog televisie heet, wordt een multimedia-toestel, de kijker ondergaat de tv niet, hij handelt ermee, stelt hem vragen, geeft instrukties. Daar steekt een hele abracadabra-software achter.
“Interaktieve televisie werkt, maar dat is slechts de helft van het verhaal, ” zegt Gary Rodinson, direkteur nieuwe media bij Oracle. “De vraag is of de mensen bereid zijn ervoor te betalen. Wij geloven niet dat het deze eeuw nog lukt. Het is het probleem van de kip en het ei : brengen wij interaktieve televisie op de markt vooraleer er gebruikers zijn, of komen de gebruikers eraan omdat wij hem op de markt brengen ? “
Een handicap is het netwerk. In de Verenigde Staten verkeert het in een nog kwasi prehistorische toestand. “De grond moet open en glasvezelkabel erin, die snelle kommunikatie aankan, ” zegt Rodinson. Maar hij heeft zo zijn twijfels over de Bell-dochters, de opgesplitste privé-telefoonmaatschappijen, die naar verluidt meer aan dividenden dan aan nieuwe technologie denken. “De overheid zou een beetje moeten helpen, ” zegt hij, on-Amerikaans. “Interaktieve televisie zal er waarschijnlijk in Europa sneller zijn dan in de Verenigde Staten. Daar bestaat een sterkere traditie van samenwerking tussen de overheid en de ondernemingen. Bij de telefoonmaatschappijen, bijvoorbeeld, en dat zal de oplossing voor het netwerkprobleem vergemakkelijken. Ik mik erop dat interaktieve televisie start in Groot-Brittannië en dat Duitsland snel volgt. “
TWEEDE RENAISSANCE.
Sunior Kapoor, de vice-president strategie en marketing van Oracle lacht het pessimisme weg : “Sinds de pc tot leven kwam, voorspelt iedereen dat er jobs zullen verloren gaan. En er komt integendeel altijd meer werk bij. ” Bij de software-reuzen klopt dat inderdaad. Voor de interaktieve televisie moeten miljoenen lijnen kodes worden getekend of moet wat voor soort gelijkaardige technologie nog gevonden. Werk voor een leger hooggeschoolde mannen en vrouwen. De informatie-sektor schept (opnieuw) nieuwe werkgelegenheid, maar verre van in voldoende kompenserende mate, en evenmin op de juiste plaatsen, voor de jobs die verloren gaan door de hogere produktiviteit van snelle informatie-uitwisseling. De weinig of middelmatig opgeleide bedienden komen voor dat werk niet eens in aanmerking. In termen van werkgelegenheid is het saldo hoe dan ook negatief.
Bij Silicon Graphics tekenen ze niettemin de toekomst stralend uit. “Sommigen beschrijven de interactive age als de tweede Renaissance. Net zoals de Renaissance leidde tot het ontstaan van een nieuw niveau van menselijk kunnen in allerlei disciplines, heeft de informatiesnelweg een echt revolutionair effekt op de wijze waarop mensen leven en werken.(…) Op dezelfde wijze als de telefoon en de televisie de aard van de kommunikatie wijzigde, herdefinieert de supersnelweg de wijze waarop wij toegang krijgen tot informatie en ze gebruiken. “
Knock-out geslagen door het entoesiasme van de informatie-technologen wellen onnatuurlijke associaties op. Supersnelle en wereldwijde informatie versus suksesprodukten als VTM en Het Laatste Nieuws. Intense en direkte kommunikatie versus de geïsoleerde snelwegsurfer in een kamertje. Kopen en bankieren via de televisie vanuit de fauteuil voor het haardvuur versus vijftien procent geregistreerde armen in Amerika. Onbegrensde mogelijkheden tot produktiviteitsverhoging versus onoplosbaar probleem van werkloosheid. De spelletjes en andere computerontspanning doen het wel. De amusementsindustrie staat voor vijftien procent in de omzet van Silicon Graphics, maar het is het beste segment met een groei in de buurt van honderd procent. Zelfs het gesofistikeerde Microsoft maalt winst met een vliegsimulator en ander tijdverdrijf voor de computer. De mensen willen altijd nieuwe spelletjes, net zoals ze altijd nieuwe films willen zien.
Silicon Valley, Forest Valley, Soho Alley in New York en Bostons hightech-route, het entoesiasme is besmettelijk. De Wall Street-yuppies uit de jaren tachtig zijn onttroond als “masters of the universe”, het computervolk treedt naar voren. Het is verre van zeker dat het droomt.
Guido Despiegelaere
Silicon Graphics : computerplannen.
Spelletjes verkopen het best.
Bill Gates : informatie aan de vingertoppen.
Seattle groeit als software-centrum.
De hoogste koncentratie van computerbedrijven is te vinden in Silicon Valley.