Politici moeten zich niet bezighouden met dienstbetoon, maar met wetten en de con- trole van de regering. Een vraaggesprek met de Vlaams ombudsman Jan Goorden.

IN EEN VORIG LEVEN was hij medestichter van het Jongerenadviescentrum (JAC) in Antwerpen, gaf hij les en was hij gedurende lange tijd wetenschappelijk uitgever bij Kluwer, tot hij daar bij de fusie met Wolters aan de deur werd gezet. Sinds drie jaar is Jan Goorden de eerste ombudsman van de Vlaamse Gemeenschap. Elk jaar pent hij een lijvig boek vol met klachten over de werking van de Vlaamse administratie. In het jaarverslag 1995 maakt de socioloog vooral brandhout van het Vlaamse beleid op het vlak van ruimtelijke ordening, ?één van de wingewesten voor politiek dienstbetoon.?

Goorden schrijft : ?De verantwoordelijkheid van de politieke besluitvormers op alle niveaus is loodzwaar. Vastgoedmakelaars doen gouden zaken op de rug van de burgers die de juiste weg niet kennen. Deze kleine burger kijkt machteloos naar de sluikse machinaties die naast zijn deur toelaten wat hem op straffe van onmiddellijke afbraak wordt verboden. De rijke overtreders weten dat zij vrijwel zeker vrijuit zullen gaan of een of andere minnelijke schikking kunnen regelen. Zij beschikken over het geld voor de advocaten en over de nodige connecties.?

Voorwaar geen optimistisch verhaal. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Op andere terreinen heeft het bestaan van de ombudsdienst tot positieve resultaten geleid.

JAN GOORDEN : Het eerste jaar kregen wij veel klachten van leerkrachten die te laat werden betaald en veel klachten over studietoelagen van het aflopende studiejaar, die in juni nog niet waren betaald. Georges Monard, de secretaris-generaal voor Onderwijs, is gevoelig voor externe kritiek : vandaag krijgen wij dan ook geen klachten meer van leerkrachten en veel minder over studietoelagen. Er is structureel ingegrepen. Een ander voorbeeld is de huisvestingstoelage. Wie een saneringspremie aanvroeg, keek tot voor kort tegen een verschrikkelijke achterstand aan. Sinds anderhalf jaar werkt daar een nieuw afdelingshoofd dat gevoelig is voor onze analyses en daaruit lessen trekt. De klachten nemen snel af.

Zijn dat de enige voorbeelden van verbetering ?

GOORDEN : De belangrijkste, want de meeste klachten handelen precies over onderwijs, huisvestingstoelagen en ruimtelijke ordening.

Administraties roepen het beeld op log en groot te zijn.

GOORDEN : Er is een groot verschil tussen de federale en de Vlaamse administratie. In de Vlaamse administratie zie ik een slingerbeweging. Soms heb ik de indruk dat de Vlaamse administratie overwegend dynamisch is, zeker aan de top. Maar telkens als de administratie veel macht naar zich toehaalt om beleidsvoorbereidend te werken, wordt zij teruggefloten door de regering. Dat de administratie log is, is niet waar. Maar ze moet meer aan de buitenwereld tonen dat er dynamiek in zit.

Is de administratie te groot zoals veelal wordt beweerd ?

GOORDEN : Twaalfduizend mensen in het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Is dat te veel ? Ik denk het niet.

Is de administratie voldoende geschoold ?

GOORDEN : Neen, zeker niet. De fundamentele fout is dat het kader net onder het topkader nooit getest is op zijn bekwaamheid. Zeer dikwijls kunnen die mensen geen leiding geven, vaak zijn ze politiek benoemd en heel vaak kunnen ze niet mee in de vernieuwing. Een universitair diploma bezorgt hen niet de kwaliteiten om hun functie behoorlijk uit te oefenen. Maar ook daaraan wordt gewerkt. Het topkader van secretarissen- en directeurs-generaal is extern doorgelicht. Eén vierde kreeg een negatieve beoordeling en van hen is onmiddellijk een deel uit de managementslijn gehaald. Anderen krijgen bijscholing. Nog anderen staan onder zware druk om te stoppen, zeker als ze 55-plus zijn. Zij krijgen een aantrekkelijke financiële regeling om thuis te blijven omdat ze niet meekunnen met de nieuwe cultuur. Bij de overheid moet nu worden gewerkt, en van de top wordt verwacht dat ze leiding kan geven, creatief is en tegen de politici durft opboksen.

Bij aanwervingen en bevorderingen speelt kwaliteit nu een grotere rol ?

GOORDEN : Er kwamen nieuwe structuren : departementen met een secretaris-generaal, administraties met een directeur-generaal en afdelingen met afdelingshoofden. Van die afdelingshoofden is zestig procent bekwaam. Dat zijn onder meer jongeren die over de hoofden van mensen met meer anciënniteit via een assesment-procedure zijn gesprongen, omdat die niet bekwaam zijn om leiding te geven. Wie afviel, mag nog blij zijn voor de overheid te werken want die zoekt na een negatieve evaluatie naar een aangepaste betrekking.

En de veertig procent die niet bekwaam is ?

GOORDEN : Daar heb ik vragen bij.

Steunt de politiek de vernieuwing nog, als ze concreet wordt ?

GOORDEN : Vraag het aan de politici. Ik vind het de processie van Echternach : drie stappen vooruit, twee achteruit. Dan mogen we nog blij zijn dat de minister van Ambtenarenzaken, Luc Van den Bossche (SP), de zweep erop legt om de vernieuwing erdoor te duwen. Van den Bossche schrikt er niet voor terug om door zijn partij benoemde topambtenaren te ontheffen uit hun functie. Vroeger was zoiets ondenkbaar.

U hebt de bevoegde minister mee, toch heeft u het over een processie van Echternach. Wie staat er dan op de rem ?

GOORDEN : (na een lange stilte) Goede vraag. Waar zit het allemaal ? De nieuwe beweging gaat te snel. Ik maakte bij Kluwer een gelijkaardige operatie mee, ook gestuurd door Andersen Consulting. Daar is zes jaar over gegaan, hier twee à drie jaar. Veel mensen kunnen niet mee en remmen af. Hier in huis. Soms belooft de administratie dat ze er binnen zoveel tijd zal staan, maar dan lukt dat niet en moet ze terugkrabbelen. Op dat moment verliest de politiek haar geloof in de administratie.

Misschien ziet de politiek gewoon niet graag een kleine, goed draaiende administratie.

GOORDEN : Denkt u dat ? Zodat de politiek haar zin kan doen ? Het ontgoochelt in elk geval dat de beloofde afslanking van de kabinetten maar mondjesmaat wordt uitgevoerd. Er is tien procent minder volk. Dat betekent dat op een kabinet- Van den Brande nog altijd tachtig man werkt, bij Van den Bossche zestig à zeventig. Dat is rijkelijk veel.

Blijkbaar willen ministers niet rechtstreeks werken met de administratie.

GOORDEN : Van den Bossche doet dat wel met de sterke administratie Onderwijs. Luc Martens (CVP) begint dat ook te doen op Cultuur. Maar de kabinetten zouden gemakkelijk tot twintig procent van hun huidige bezetting kunnen worden herleid. Het werk van de kabinetten vertraagt onnodig de beslissingsprocessen dat is eufemistisch uitgedrukt. Kabinetten sturen bovendien beslissingen van de administratie in een totaal andere richting. Dat kan niet.

De top van de administratie wordt bezet door gewezen kabinetschefs. Geeft dat geen probleem, want zijn zij in feite geen superpolitici, zij het niet-sanctioneerbare ?

GOORDEN : Niet-sanctioneerbaar ? Tenzij de evaluatie aantoont dat zij niet competent zijn of geen loyaal uitvoerder, of dat zij onvoldoende beleidsvoorbereidend werken. Ik ben er voor om de topambtenaren een mandaat te geven en hen daarop te beoordelen. Het verraste mij dan ook onaangenaam dat de secretarissen-generaal bij de reorganisatie hun eigen positie hebben beschermd.

U zegt dat de omschakeling voor de administratie te snel gaat. Maar de administratie zelf werkt te traag, zegt u.

GOORDEN : Zelfs met de mooiste theorieën en een hele batterij adviseurs verandert dat niet van de ene dag op de andere. Veel mensen zijn meer met de veranderingsprocessen bezig dan met hun eigen werk. Enkele verlichte geesten kunnen nieuwe methodieken voor verkavelingsprocedures uitwerken ; maar dat gaat niet als diezelfde ambtenaren ook nog bezig moeten zijn met evaluatie- of functioneringsgesprekken. Twee weken geleden vertrok het topkader twee dagen in afzondering voor een evaluatie van de evaluatie. De dienstverlening lijdt daaronder. De organisatie draait maar op 60 à 70 procent van haar capaciteit.

De overige dertig à veertig procent evalueert zichzelf ?

GOORDEN : Neen, neen. Ze is bezig met een of andere opleiding, geeft gevolg aan de reorganisatie.

Komt de nieuwe administratieve cultuur in botsing met de nieuwe politieke cultuur ? Of is er geen nieuwe politieke cultuur ?

GOORDEN : Bij de uitvoerende macht is er in zekere mate sprake van een nieuwe politieke cultuur, bij de wetgevende macht veel minder. Ik hoop dat de nieuwe lichting parlementsleden zich waarmaakt, maar ik trap nog altijd op zere tenen wanneer ik zeg dat het parlement zich moet bezighouden met zijn taak, namelijk wetten maken en de regering controleren. Parlementsleden vinden dat ik mijn taak te buiten ga wanneer ik zeg dat ze zich niet met dienstbetoon moeten bezighouden. En als ik zie hoe de nota van parlementsvoorzitter Norbert De Batselier (SP) over een nieuwe politieke cultuur in het Vlaams parlement is afgezwakt, dan zeg ik : we staan nog ver van huis.

Parlementsleden willen niet dat het verandert ?

GOORDEN : De enige job in deze hoog technologische maatschappij waarvoor geen proeve van bekwaamheid wordt afgelegd, is die van politicus. Voor politici volstaat het om voldoende stemmen te verzamelen. Hun argument is : de democratie zal wel oordelen over onze bekwaamheid. Ik zet daar zeer grote vraagtekens bij. Wie via het dienstbetoon het beeld ophangt van een sympathieke sinterklaas, blijft meespelen. Onafgezien of hij zijn stiel kent. Is er ooit aan één parlementslid gevraagd of hij wist wat wetgevend werk was ? Ik moet sommige parlementsleden uitleggen hoe decreten worden gemaakt. Zij weten dat niet.

Zijn parlementsleden bereid om hun controletaak naar behoren te vervullen ?

GOORDEN : Het parlement moet de moed opbrengen om de regering kritisch te beoordelen en desnoods te sanctioneren. Het was niet aan mij om te zeggen dat de Vlaamse regering uit de bocht ging in het dossier- Eurantex. Ik heb dat ingezien, ben daarvoor gegispt omdat het geen dossier van de ombudsman was. Maar eigenlijk moest het parlement zeggen : Vlaamse regering, u gaat te ver. Dat het niet gebeurt, is indroevig.

Als het parlement zwijgt, groeit het belang van de ombudsman.

GOORDEN : Zolang ze de ombudsman laten doen.

Zijn er signalen van het tegendeel ?

GOORDEN : Neen, maar ik loop op het scherp van de snee. Wanneer de regering vindt dat ik te moeilijk doe, word ik probleemloos ontslagen. Ik krijg een opzegvergoeding en in het beste geval gedurende één week de steun van de pers. En dan komt er een andere ombudsman. Men zegt mij geregeld dat ik ben aangesteld om de administratie te beoordelen. Uitspraken zoals ik ze hier doe, horen daar niet bij. Gelukkig staat in het nog niet goedgekeurde ontwerpdecreet dat ik nooit om uitspraken mag worden ontslagen. We zullen zien.

U kan ook de politiek ingaan, zoals Tuur Van Wallendael.

GOORDEN : Ik ken Tuur goed en hij heeft vier maanden getwijfeld, maar hij heeft de prille ombudsfunctie geen dienst bewezen. Ik hoop dat het parlement in het decreet een ontluizingsperiode van een aantal jaren inlast, periode waarin de gewezen ombudsman geen politieke functie mag opnemen.

De belangrijkste klachten blijven gaan over ruimtelijke ordening. Wat speelt daar ?

GOORDEN : De regelgeving is hybride. Niemand van politieke kant wilde dat schijnbaar anders. Minister Eddy Baldewijns (SP) geeft schuchter aan dat de regelgeving op korte termijn eenvoudiger zou worden. Twee : deze administratie wordt bewust onderbemand en wordt zeker niet met de beste ambtenaren bezet, en dat uitgerekend op zo’n gevoelig terrein. Een ingewikkelde regelgeving en een zwakke administratie bieden politici, van schepen en burgemeester tot minister, de mogelijkheid om in te grijpen waar ze willen.

Kan u daar enkele concrete voorbeelden van geven ?

GOORDEN : Ik denk aan bedrijfsgebouwen of dierenkwekerijen waarvoor een bouw- en een milieuvergunning nodig zijn. Vaak wordt de bouwvergunning afgeleverd met de voorwaarde dat er een milieuvergunning volgt. Heel dikwijls begint de bouwheer te bouwen zonder milieuvergunning. De ombudsdienst probeert dan met hand en tand uit te leggen dat de betrokkene in de illegaliteit gaat. Toch worden de werken niet stilgelegd, niet door de burgemeester, niet door de gemachtigde ambtenaar van Stedenbouw. Er wordt niet opgetreden omdat, zo wordt gezegd, wellicht de milieuvergunning zal volgen. Eens het gebouw er staat tussen de bouw- en de milieuvergunning zitten soms zes maanden of meer , volgt uiteraard een positieve milieuvergunning. We gaan die mens, die zo zwaar investeerde, toch niet broodroven, zeker ?

Een analoog voorbeeld is de schietstand in Kontich. Voor de bouwaanvraag was er al zwaar lobbywerk bij de rijkswacht die van de schietstand gebruik mag maken. De investeerder, een garagist, is een vriend van de burgemeester en begint te bouwen. Hij beschikt over een bouwvergunning die al op het randje is, want het is een toelating voor een clublokaal. Als wij erop wijzen dat een clublokaal geen schietstand is, wordt ons geantwoord dat alles wat onder de grond zit, niet moet worden aangevraagd. Verdacht. Maar goed, ik bel de burgemeester om de werken stil te leggen. Dat gebeurt ook gedurende één of twee dagen, maar daarna gaan de werken vrolijk verder. Er is vandaag nog altijd geen milieuvergunning, maar het ding staat er. Wie gaat dat nu afbreken, gesteld dat er geen milieuvergunning zou volgen ? Over de misstanden in de ruimtelijke ordening kan een encyclopedie geschreven worden. Altijd gaat het om kneepjes waardoor sommigen gegeven wordt, wat anderen wordt onthouden.

De overheid doet meer dan zijn duit in het zakje.

GOORDEN : Deze zaken kunnen niet voorvallen als niet diverse instanties goed- of kwaadschiks meewerken. De interpretatiebevoegdheid van de gemachtigde ambtenaren is groot, te groot aangezien Baldewijns wil beletten dat straks nog langer één persoon over concrete dossiers beslist. Bovendien kunnen soortgelijke bouwwerken in soortgelijke bestemmingsgebieden in de ene provincie wel, in de andere niet. Wie dat ziet, kan alleen veronderstellen dat daar bepaalde krachten aan het werk zijn. Maar het kan nooit worden bewezen, want iedereen is zo voorzichtig om dat juist te voorkomen.

Ander voorbeeld : de zonevreemde gebouwen, de gebouwen die niet passen in een bepaalde zone. Er kan geen appartementsgebouw komen in een industriezone, geen opslagplaats in een park en zo meer. In de praktijk wordt met dat begrip zonevreemde gebouwen zeer vreemd omgesprongen. Een groot appartementsgebouw van 29 appartementen heeft 16 garages. De eigenaar wil meer garages. Blijkt dat het appartementsgebouw en de aanpalende huizen in een grootschalig industriegebied staan ingekleurd. Verbijsterend, want die huizen stonden daar al twintig jaar voor het gewestplan. De opstellers van het gewestplan hadden dat niet eens gemerkt, en in het andere geval moeten wij aan hun verstandelijke vermogens twijfelen. Die eigenaar kan zijn bijkomende garages op zijn buik schrijven. Maar sterker : voor de flats en de naburige huizen kan er zelfs geen terrasje bij. Want die gebouwen zijn gedoemd om op termijn uit dat gebied te verdwijnen. Tenzij het college van burgemeester en schepenen een bestemmingswijziging zou laten doorvoeren. Dat kan alleen door een bijzonder plan van aanleg (bpa). Maar een bpa kan geen in overtreding gezette gebouwen goedkeuren. Besluit : die huizen zijn door de plannenmakers in de illegaliteit gedrukt.

Wij krijgen veel klachten van mensen die niet kunnen bouwen, hoewel de notariële akte het over een bouwgrond heeft. Maar het gaat helemaal niet om bouwgrond, wel om landbouwgrond waar eventueel kon worden gebouwd, als de opvulregel werd toegepast. Maar die opvulregel is afgeschaft en dus kochten die mensen waardeloos agrarisch gebied voor bouwgrond. In hun akte staat bouwgrond, terwijl die notaris werd geacht beter te weten. Hij had moeten zeggen dat dit agrarisch gebied was, alleen bebouwbaar mits toepassing van de opvulregel. Zo zijn honderden mensen belazerd. De afschaffing van de opvulregel ging gepaard met een overgangsmaatregel, maar alleen de geïnformeerden wisten daarvan. De rest wist van toeten of blazen.

Hebben politici gelijk als ze zeggen dat de geesten niet rijp zijn om een andere politiek te volgen ?

GOORDEN : Dat is niet waar. Als er een duidelijke regelgeving is en er duidelijke voorbeelden worden gesteld, dan zullen de mensen volgen. Nu geven de politici de mensen de illusie dat bepaalde zaken nog kunnen, en vervolgens krijgen die het deksel op de neus. Zo’n denkwijze is bijna perfide. En natuurlijk hangt dit samen met het dienstbetoon.

Wat vervelend van die ombudsman om het dienstbetoon aan te vallen waarop zoveel politici hun carrière bouwen.

GOORDEN : Politici moeten, ik herhaal het, maar eens nadenken wat het betekent politicus te zijn. Dat is wat anders dan aan dienstbetoon doen. Zij moeten het algemeen belang dienen, niet het individuele belang van individuele burgers. Hoe moeilijk dat ook is. Politici moeten in hun dienstbetoon niet de tekortkomingen van een slechte regelgeving oplossen, zij moeten een goede regelgeving maken.

Wordt de ombudsdienst door de politiek misbruikt in een grote opsmukoperatie ?

GOORDEN : In mijn moedeloze momenten denk ik daar zo over. Maar zolang mij en mijn medewerkers geen spreekverbod wordt opgelegd, doe ik voort zoals ik mijn opdracht ervaren heb. Met huisvesting en onderwijs hebben we voorbeelden van beterschap. Maar ruimtelijke ordening is een zware kluif, omdat zij ingrijpt in, tja, in wat ? De arrangeursmentaliteit van Vlamingen of Belgen is enorm. Bij de presentatie van het tweede jaarverslag vroeg een van de secretarissen-generaal of ik dan nog niet begrepen had dat in deze materie alles gearrangeerd wordt. Ik vond dat zeer pijnlijk om te horen, maar ik weiger mij daarbij neer te leggen. Ik geloof in een politiek bestel dat wel dingen ten goede kan veranderen en ik geef de nieuwe generatie politici over alle partijen heen het voordeel van de twijfel.

Ze hebben niet veel te zeggen, want Mieke Van Hecke (CVP) wil meer dienstbetoon, de kampioen van het dienstbetoon, Herman De Croo is voorzitter van de VLD en de SP wil het dienstbetoon niet uit de partij bannen.

GOORDEN : Ik kan dat alleen vaststellen en ik geloof geen enkel politicus die zegt : als mensen op mijn dienstbetoon zaken vragen waarop ze geen recht hebben, zeg ik neen. Voor een politicus gaat dat over tachtig procent van zijn dossiers uit het dienstbetoon. Dat wil ik ze nog wel eens zien doen. Het is voor de ombudsdienst al zo moeilijk, laat staan voor een politicus die daar zijn stemmen wil halen.

Dat is het contact met de basis.

GOORDEN : De studie van de Leuvense universiteit toonde aan dat er geen enkel verband is tussen wat politici horen op hun dienstbetoon, en hun wetgevend werk. Dienstbetoon is dweilen met de kraan open. Met een goede regelgeving droogt de vloeistof op, maar daardoor komt ook de electorale basis van sommigen in het gedrang. Politici geven geen informatie over de regelgeving, want die kennen ze vaak niet eens. Ze sturen alleen een domme typebrief naar de bevoegde administratie. Dat is gemakkelijk, anderen aan het werk zetten !

Dat zij zaken sneller kunnen regelen, wijst toch op iets.

GOORDEN : Wie zegt dat zij het sneller regelen ? De kiezer heeft de illusie dat de politicus nog iets voor hem kan doen. Toen ik voor het eerst in het onderwijs aan de slag kon, kreeg ik een brief van een politicus uit Kapellen die ik totaal niet kende, met de mededeling dat ik deze baan aan zijn bemiddeling te danken had.

Toch niet burgemeester Jacky Buchman (VLD) zeker ?

GOORDEN : (lachje) Dit is immoreel dienstbetoon : de politicus doet niks maar geeft de kiezer de illusie dat hij sinterklaas is. Alsof het een gunst is, terwijl de verdienste totaal bij mij lag. Hetzelfde gebeurt bij studietoelagen : geen enkele politicus kan u een studietoelage bezorgen als u daar wettelijk niet voor in aanmerking komt. Als u dan toch een studietoelage krijgt, doen politici alsof dat door hun bemiddeling is gebeurd. Dat gebeurt vandaag nog altijd.

Peter Renard

De Vlaamse ombudsman Jan Goorden.

Goorden : In de ruimtelijke ordening gaat het altijd om kneepjes waarmee aan de enen gegeven wordt, wat aan de anderen wordt onthouden.

Goorden : Ik geef de nieuwe generatie politici het voordeel van de twijfel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content