De auteur is hoogleraar sociolinguïstiek aan de Universiteit Gent.

Het is vakantie en duizenden Vlamingen vertrekken naar exotische bestemmingen. Hun bedoelingen zijn doorgaans vreedzaam: ze laten het geld rollen, doen ervaringen op, verzamelen beelden, indrukken en smaken, verbroederen met de lokale bevolking. In een geglobaliseerde wereld is de 747 de nieuwe tijdcapsule geworden: je gaat aan boord in een hectische, eenentwintigste-eeuwse hoogtechnologische omgeving vergeven van regen, stress, een te hoog werkritme en extreem-rechts, en de volgende ochtend stap je uit in een paradijselijke, trage, low-techsamenleving vol lachende mensen. Een andere wereld, een andere planeet.

Weinig mensen zullen Darfur als reisbestemming kiezen. Nochtans mogen we aannemen dat flink wat mensen deze streek in Sudan kennen. Ze kwam enkele weken terug een dag lang uitgebreid in het nieuws, omdat er zich een zoveelste humanitair Afrikaans drama aan het voltrekken was. Grote groepen mensen zijn er op de vlucht voor het geweld, en dolen rond op zoek naar voedsel en veiligheid. Wat in Darfur gebeurt, is een momentopname uit een decennialang conflict – en zo zijn er een hele rist in Afrika.

Wie een kaart van Afrika voor zich openvouwt, kan met mij even de oefening doen. We overlopen de landen waar door aanslepende conflicten al vele, vele jaren geen basisvoorzieningen meer aanwezig zijn voor het gros van de bevolking. Van west naar oost zijn dat: Sierra Leone, Liberia, delen van Noord-Nigeria, Tsjaad, Sudan, Noord-Uganda, Somalië, delen van Ethiopië en Eritrea. Van noord naar zuid krijgen we: Congo, Rwanda, Burundi, Angola, delen van Mozambique. Zelfs Zimbabwe is in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. Al die gebieden samen hebben de omvang van enkele keren de Europese Unie. Miljoenen mensen zijn hun woonplaats ontvlucht en gehuisvest in kampen of sloppenwijken, er zijn miljoenen slachtoffers van geweld – weduwen en wezen, gehandicapten, getraumatiseerde mensen – en medische voorzieningen en onderwijs ontbreken.

Al die plagen zijn vreselijk, maar de plaag die de ergste gevolgen dreigt te hebben, is de laatste: het gebrek aan onderwijs. Er zijn talloze gebieden in Afrika waar een twintigjarige nooit een schoolgebouw van binnen gezien heeft, omdat zijn of haar leven helemaal gedomineerd was door oorlog, armoede en geweld. Dat zijn niet enkel landen zonder schoolgebouwen, maar – veel erger – landen zonder leerkrachten; niet enkel landen zonder ziekenhuizen, maar ook landen zonder verplegers. Het zal tien jaar duren voor de materiële infrastructuur wordt opgebouwd: scholen, klinieken… Het zal twee generaties duren vooraleer de ‘menselijke infrastructuur’ is opgebouwd, en dan houden we nog geen rekening met de slachting die aids aanricht onder de bevolking.

In de jaarlijkse periodes van 11.11.11 en Broederlijk Delen krijgen we enige informatie over dit soort situaties. Buiten die hoogdagen is de berichtgeving over de monumentale crisis in Afrika uiterst versnipperd en incoherent. De berichtgeving over Darfur illustreert dat. Maar wie begrijpt waar het over gaat op basis van één berichtengolf? Wie begrijpt er iets van de situatie in Congo op basis van de verstrekte berichten? Van de situatie in Nigeria of Zimbabwe? Van het zogeheten vredesproces in Sierra Leone of Angola? Ziet iemand nog het verband tussen zaken die drie maanden geleden werden gemeld, en feiten waarover gisteren werd bericht?

Het is zeer jammer dat we in onze geglobaliseerde samenleving onze Afrika-kennis opdoen uit reisbrochures, niet uit onze doorsneemedia. Daardoor weten we meer over de haarsnit van David Beckham dan over de miljoenen Afrikanen die geen leven hebben.

Jan Blommaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content