Ruzie tussen moslims en christenen in Nazareth dreigt de toeristische inkomsten volgend jaar in het gedrang te brengen.

“Die moskee is niet tegen de kerk bedoeld, er is plaats voor alle godsdiensten in het land van de islam…” Sjeik Abdul Salam Menasra, een rijzige vijftiger, was aanwezig bij de eerstesteenlegging van de moskee die in Nazareth bij de basiliek van Maria-boodschap moet komen. “Hoezo in het land van de islam, zijn we niet in de jodenstaat Israël?” vraag ik verbaasd. De sjeik lacht breed: “Nu wel, ja. Maar voorheen behoorde al dit land tot de islam. In feite hoort heel Palestina onder de wakf (het islamitisch patrimonium). Toen Saladijn hier in Galilea de kruisvaarders verslagen had, viel heel het land, van de zee tot aan de bergen en de rivier onder de wakf, zoals na de veroveringen van Mohammed.”

In de Casanovastraat naast de basiliek hebben de christelijke handelaars hun zaken gesloten. Ze praten niet met journalisten, ze kijken weg, niet op hun gemak, in het defensief. Als joden eigenlijk, joden van vroeger in Europa, een minderheid tegenover de vaak antisemitische christelijke meerderheid…

Tot in de jaren zestig was Nazareth een christelijke stad. Maar allengs zijn de islamitische Arabieren er talrijker geworden dan de christelijke Arabieren, door hun hoger geboortecijfer en door de nog steeds voortdurende emigratie van christelijke families naar de VS en West-Europa. Tegenwoordig zijn bijna zeventig procent van de 80.000 inwoners van de stad moslim. “Sommige mensen zijn bang”, zegt een oude, aristocratische moslim, “ze hebben ongelijk. Mijn christelijke buren weten best dat de mannen van mijn familie hen zullen verdedigen tegen alle excessen. In al de wijken waar onze gemeenschappen samenleven is dat zo. Al eeuwen wonen wij naast elkaar in goede verstandhouding en wederzijds respect.” Heel juist, maar wat is er nu dan aan de hand?

Het is allemaal begonnen toen de christelijke – en communistische – burgemeester twee jaar geleden een terrein bij de basiliek liet vrijmaken om er een Venetiaans plein te maken met een tuin en parkeerplaatsen, met het oog op de pelgrims en toeristen die verwacht werden in het jaar 2000. Daarbij werd een oud schooltje afgebroken, en daar ontdekte men een oud islamitisch graf. Dat was een overblijfsel van het graf van sjeik Shahib a-din, een neef van Saladijn, die achthonderd jaar geleden sneuvelde in de heilige oorlog tegen de ongelovigen, aldus de moslimgeleerden, en het hek was van de dam. Op een islamitische heilige plaats is het namelijk verboden iets anders te bouwen dan een moskee.

POGROM IN NAZARETH

Voor de islamistische beweging was dit een gelegenheid om de communistische burgemeester Ramzi Djerayssi nog meer problemen te bezorgen dan hij al had (in de gemeenteraad is er een islamitische meerderheid). De moslims richtten op het terrein een enorme tent op als voorlopige moskee. De politieke spanning steeg en kreeg een religieuze boventoon. Op vier april van dit jaar hielden groepen islamitische extremisten een soort antichristelijke pogrom in Nazareth. Met ijzeren staven sloegen ze de vitrines van christelijke winkels in, sloegen voorbijgangers, rukten meisjes hun kettinkjes met kruisjes af enzovoort. De (Israëlische) politie kwam pas uren later tussenbeide. Geen enkele islamitische hooligan kwam voor het gerecht.

Michel Sabakh, de Latijnse patriarch in Jeruzalem, die de sluiting van de kerken bevolen had op de dag van de eerstesteenlegging van de moskee, verwijt de Israëlische overheid dat ze de christenen in de steek laat, een ernstige beschuldiging die doordrong tot in het Vaticaan. Dat publiceerde een zeer scherp communiqué waarin de toestemming van Israël voor de bouw van de moskee bij de basiliek beschreven wordt als een bewuste poging om onenigheid te zaaien tussen moslims en christenen.

De Israëlische overheid, geschokt, zegt dat ze juist een botsing tussen christenen en moslims had willen vermijden door een compromis te suggereren: de moskee zou maar eenderde van het terrein innemen – 700 vierkante meter – en op de rest zou het gemeentebestuur dan de geplande tuin en parkeerplaatsen kunnen aanleggen.

Een bijkomende paradox is dat noch de Palestijnen noch de Arabische wereld van die moskee willen weten. De hoge islamitische raad van Jeruzalem (gecontroleerd door Arafat) heeft uitdrukkelijk gevraagd dat de moskee niet op die plek gebouwd zou worden. Prins Abdallah van Saoedi-Arabië heeft voorgesteld een moskee te financieren op een andere plaats. De Palestijnse leiding wil de steun van de katholieke kerk in het debat met Israël over Jeruzalem niet verliezen. Christenen en moslims zijn samen tegen het project, alleen de Israëlische regering heeft de moslims van Nazareth willen paaien met een ‘compromis’ dat niemand bevredigt. En de spanningen in Nazareth dreigen nu ook veel pelgrims voor het jaar 2000 af te schrikken.

Victor Cygielman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content