JOHAN DEROO

De levering van elektriciteit aan de verbruiker is cruciaal, stelt Johan Deroo (CVP). Hij is lid van de commissie Economie, Tewerkstelling en Energie van het Vlaams parlement. Het nieuwe contract tussen de gemeenten en Electrabel garandeert die levering.

?Sinds de wet van 1925 is de gemeente verplicht haar burgers van elektriciteit te voorzien. De elektriciteitsproducent Electrabel is, in opdracht van de gemeente, ook distributeur van elektriciteit. Ik denk dat er op het stuk van distributie altijd een vorm van monopolie zal bestaan. Er kunnen toch geen vijf lijnen door de straat lopen waarop men à la carte kan aansluiten ?

Europa pleit voor liberalisering van productie en distributie, maar dat is een zeer gevoelig dossier in alle lidstaten. Vandaar dat een duidelijke beslissing uitblijft.

Moesten de gemeenten dan maar wachten ? Nee, het was goed dat ze in 1993 aan Intermixt, de organisatie van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de intercommunales, vroegen het dossier voor te bereiden. Intermixt legde de nieuwe statuten voor samenwerking met de privé-sector voor aan de gemeenten. Op dat ogenblik reageerde Vlaams minister Leo Peeters (SP) op die samenwerking. Waarom waarschuwde hij niet vroeger ? Nu zaait hij twijfel en vragen, op een tijdstip dat de onderhandelingen vrijwel afgerond zijn. Concurrentiebeperking ?

Het is toch logisch dat gemeentebesturen onderhandelen met een bekende partner, die ze knowhow en betrouwbaarheid biedt, die hen al jaren elektriciteit levert tegen een aanvaardbare prijs.

De contracten zijn inderdaad van lange duur. Maar productie en distributie van energie vragen om investeringen op lange termijn. Dat verklaart de langetermijncontracten.

Ik vind de samenwerking een goede zaak, omdat de gemeenten meer controle krijgen op de energiedistributie en -productie. Zo kunnen er echt afspraken over een beter energiebeheer gemaakt worden. Natuurlijk zullen de gemeenten nu, via dividenden, financieel voordeel genieten. Maar ze zijn zelf grote verbruikers van elektriciteit : denk maar aan de verwarming van openbare gebouwen en de verlichting van wegen. Ze hebben dus veeleer belang bij goede prijsafspraken en bij zuinig beheer dan bij grote winstmarges.”

LEO PEETERS

De nieuwe statuten van de intercommunales, waarbij de banden tussen de gemeenten en Electrabel nauwer worden aangehaald, moeten eerst grondig worden onderzocht, zegt Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting Leo Peeters (SP).

?In januari al heb ik er bij de intercommunales op aangedrongen behoedzaam te werk te gaan. Sommige aspecten van de voorgestelde nieuwe statuten konden bezwaren doen rijzen, omdat ze ingaan tegen de huidige Europese en nationale regels in verband met de intercommunales.

Ik wil in de eerste plaats dat er wordt nagekeken of de aangekondigde statutenwijziging van die intercommunales verzoenbaar is met de Europese regels inzake concurrentie. Die vraag heb ik dan ook gesteld aan Europees commissaris voor het Concurrentiebeleid Karel Van Miert (SP). Uit een eerste, voorlopig onderzoek blijkt dat er wel degelijk twijfel over bestaat of de concurrentieregels correct worden toegepast. De overeenkomst bestrijkt een heel groot deel van de Belgische elektriciteitsmarkt en de contracten minimum achttien, maximum dertig jaar zijn van lange duur. In beide gevallen vormen ze een beperking van de concurrentie, meldde Van Miert ons. Concurrentiebeleid zal dat binnen een redelijke termijn onderzoeken en de resultaten van dat onderzoek bekendmaken.

Het is in het belang van de gemeenten dat ze eerst een volledig en duidelijk beeld hebben van de financiële gevolgen van een nieuw akkoord met Electrabel. Het overnemen van vijf procent aandelen van Electrabel en de verplichting om minstens achttien jaar stroom bij Electrabel af te nemen, zouden immers in een geliberaliseerde Europese markt op termijn belangrijke financiële gevolgen voor de gemeenten kunnen hebben. Daarom heeft de VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) haar leden gevraagd te wachten tot een externe audit klaar is.

Het is toch mijn taak als voogdijminister om te voorkomen dat gemeenten beslissingen nemen waarvan ze de gevolgen onvoldoende inschatten. Als ik nu niets doe, kan het gebeuren dat Europa straks op grond van de Europese regelgeving die beslissingen vernietigt.

Als ik niets doe, kan dat ook een ander gevolg hebben. Niet waarschuwen of niet optreden kan door Europa geïnterpreteerd worden als medewerking aan de beperking van de concurrentie. Dat sluit in dat de Vlaamse overheid door Europa wordt veroordeeld.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content