Als nakomertje in een arbeidersgezin, kreeg Colette Liagre van haar ouders de kans om te studeren. Ze was in de lagere school toch altijd de eerste van de klas geweest. Maar in haar wilde jaren liep het mis aan de universiteit. Nu is ze 53 en heeft ze als bruggepensioneerde opnieuw tijd om te blokken. Lachend : ?Ik had voor mijn laatste toets 17 op 20 voor wiskunde !” Ernstig : ?Ik wil een goed fotograaf worden en ik wil dat diploma.”
Op tafel slingeren fotoboeken rond : I Grandi Fotografi. Poes Sietje ligt te soezen op een stoel en Zamphir van de buren komt kijken of er nog wat in het melkkannetje zit. Colette is een poezenvrouw. Ze schenkt een glaasje witte wijn. En ze vertelt.
Hoe ze met een diploma Grieks-Latijnse alleen maar op de fabriek terechtkon maar algauw met een schrijfmachine leerde werken en dan als secretaresse aan de slag kon. Ze woonde een poosje in Gent maar keerde terug naar West-Vlaanderen om er in ’68 secretaresse te worden van de Socialistische Vooruitziende Vrouwen (SVV), de vrouwenbeweging van de socialistische ziekenfondsen.
Colette was zesentwintig toen, een buitenbeentje tussen al die vrouwen van middelbare leeftijd. Ze probeerde het koffietafel-imago van SVV te verzoenen met vormingsactiviteiten. ?Nu nog zegt men mij : Dát was toch een goede tijd. We geloofden er ook zo erg in dat we iets konden veranderen. En ik denk dat we toch wel iets bereikt hebben. Toen ik op de radio hoorde dat de wetgeving over abortus eindelijk was goedgekeurd, ben ik beginnen huilen. Daar hadden we ons steentje dan toch toe bijgedragen.” Heimwee ? Nee. Weemoed ? Nee. ?Het is voorbij. Het is goed geweest.”
Toen haar in 1994 ze was inmiddels de vijftig gepasseerd de mogelijkheid geboden werd om met brugpensioen te gaan, had ze daar wel oren naar. Ze had een aantal dierbaren verloren en in haar privé-leven zware emotionele klappen te verwerken gekregen. ?Ik dacht : het leven is zo kort. Ik had ook het gevoel dat ik het allemaal wel gezien had. Ik heb te veel voorbeelden gezien van mensen die zich vastklampen aan bepaalde functies. Ik wilde niet in de weg lopen.”
Ook het politieke leven (ze was een tijd lang provincie- en gemeenteraadslid) heeft ze voorgoed vaarwel gezegd. Ontgoocheld ?omdat ik gedacht had dat ik daar meer kon bereiken”. Ze zit nog wél in het bestuur van het Centrum voor Verantwoord Ouderschap van West-Vlaanderen, de organisatie die de abortuskliniek in Oostende beheert. En ze is ook nog steeds een trouw lid van de loge. ?Ik heb daar veel aan. Het verplicht je om over jezelf te blijven nadenken.”
Haar vroeger druk gevulde sociaal leven is weggevallen, maar ze mist de mensen niet. ?Er zijn een paar contacten overgebleven en dat is genoeg.” Voelt ze zich overbodig ? ?Dat belangrijk zijn kan ik goed relativeren. Ik heb te veel gezien en te veel gehoord.”
Maar ondertussen gaat ze dus wel opnieuw met plezier naar school. Op de dagcursus fotografie zit ze tussen dertigjarigen. ?Het is een fijne klas. Ik heb altijd iets creatiefs willen doen.” Ze heeft wel eens het gevoel dat ze nog te veel tijd spendeert aan het huishouden. ?Ik slaag er maar niet in om een uur in de zetel te gaan zitten en naar muziek te luisteren. Zo ben ik niet opgevoed. Ik mag niet stilzitten dat zit er diep in.”
Ze zou meer op reis willen gaan, maar dat moet passen in de agenda van de vriendin waarmee ze samenleeft. ?En mijn relatie is van het grootste belang.” Natuurlijk, het leven verandert niet als je met brugpensioen bent. Er blijven goede en kwade momenten. Maar soms denkt ze : ?Ik zou nóg gelukkiger moeten zijn.”
J. BL.